Kamerbrief
Aalbeheerplan
16 maart 2009 - kamerstuk
Directie Visserij
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
Viss. 2009/934 16 maart 2009
onderwerp bijlagen
beheerplan
Aal
Geachte Voorzitter,
Bij brief van 19 november 2008 heb ik u geïnformeerd over mijn maatregelen in het kader
van het Nederlandse aalbeheerplan. Vervolgens heb ik u naar aanleiding van het wet-
gevingsoverleg van 24 november 2008 enkele keren schriftelijk geïnformeerd over een
aantal zaken met betrekking tot het aalbeheerplan1. Ik heb dit plan in december 2008
ingediend bij de Europese Commissie. Daarbij heb ik Commissaris Borg in een persoonlijke
brief laten weten, dat de voorgestelde maatregelen zijn gebaseerd op een streefbeeld van
4000 ton uittrek van schieraal naar zee, maar dat betrokken partijen vraagtekens hebben
geplaatst bij de gebruikte onderzoekgegevens. Omdat een goede raming van het streef-
beeld voor ontsnapping van schieraal van belang is voor een goede vertaling naar
benodigde maatregelen, heb ik in de brief ook aangegeven dat een onafhankelijke
deskundigencommissie hier nogmaals naar zal kijken. Voorts heb ik daarin aangegeven
dat, ingeval deze commissie tot een andere raming van het streefbeeld zou komen, de
Nederlandse regering dat uiterlijk 1 april aan de Europese Commissie zal melden, inclusief
eventuele aanpassingen in de voorgestelde maatregelen.
Het advies van de deskundigencommissie, de commissie Eijsackers, dat ik op 5 maart
jongstleden heb ontvangen, heb ik u op 9 maart jongstleden toegezonden.
Volgens de commissie Eijsackers zijn de streefbeeldberekeningen van IMARES en het
adviesbureau VIVION gebaseerd op wetenschappelijk geaccepteerde methodes en correct
uitgevoerd, conform de aanwijzingen die de EU-richtlijn daarover geeft. De berekeningen
zijn daarentegen minder geschikt voor bet berekenen van een 'natuurlijke referentie',
zonder visserij en andere menselijke invloeden. Bij beide methodes is onvoldoende
rekening gehouden met factoren die ook in de referentie periode van voor 1980 een rol
spelen, namelijk dichtheidsafhankelijke mortaliteit en groei (IMARES) en eutrofiëring en
aalscholvers (VIVION). Het in acht nemen van deze factoren zou naar alle waarschijnlijk-
heid geleid hebben tot een lager streefbeeld.
1 Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 31 700 XIV, nr. 115, Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 31 700 XIV,
nr. 122, Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 31 700 XIV, nr. 124
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
16 maart 2009 Viss. 2009/934 2
Een exact 'juist' streefbeeld is echter niet vast te stellen vanwege:
· beperkingen in de beschikbare gegevens;
· de grote variabiliteit in de aantallen waarmee de aal voorkomt;
· de grote variatie in de factoren, die dat voorkomen beïnvloeden, zowel natuurlijk
als antropogeen.
Een streefbeeld, dat afgeleid is van de draagkracht van het beschikbare ecosysteem, heeft
volgens de commissie een hoger realiteitsgehalte en biedt een beter inzicht in de
beleidsmatige en politieke keuzes die voorliggen.
Het rapport van de commissie Eijsackers onderschrijft de buitengewoon ernstige situatie
van het aalbestand. Het onderstreept niet alleen de ernst van de situatie, maar ook de
noodzaak van vergaande maatregelen. Mijn aalbeheerplan voorziet naar mijn mening
reeds in een reeks van vergaande maatregelen, variërend van verbeteringen bij vismigratie
tot visserijbeperkende maatregelen, waaronder een visverbod in specifieke maanden.
Tegen deze achtergrond heb ik het volgende overwogen.
Ik heb veel waardering voor de wijze waarop de commissie Eijsackers in korte tijd en
moeilijke omstandigheden haar werk heeft gedaan en een deskundigenadvies heeft
gegeven. Het rapport beschrijft hoe buitengewoon ernstig de situatie is en dat vergaande
maatregelen noodzakelijk zijn om tot een duurzame aalstand te komen. Het sterkt mij in
mijn opvatting dat de in het Nederlandse aalbeheerplan beschreven maatregelen
noodzakelijk zijn.
Met name het daarin genoemde visverbod is, gegeven de discussie van de afgelopen
maanden en gegeven het rapport van de commissie Eijsackers, een specifiek punt van
aandacht. In mijn brief van 19 november 2008 heb ik in het kader van mogelijkheden voor
decentraal beheer aangegeven dat Visstandbeheercommissies (VBC's) die met een aanpak
komen die garandeert dat deze een vergelijkbaar effect heeft als de twee maanden
sluiting, en dat handhaafbaar is, van de sluiting kunnen worden ontheven.
In dit kader heeft de Combinatie van Beroepsvissers mij op 22 januari een alternatief plan
aangeboden. Kern van dit plan is dat ingezet wordt op het vangen en elders (over
barrières als gemalen en stuwen) weer loslaten van de gezondste paairijpe aal. Deze
hebben de meeste kans op het bereiken van de Sargasso zee om zich daar voort te
planten.
Ik waardeer het initiatief van de Combinatie van Beroepsvissers om in deze ernstige
situatie ook zelf verantwoordelijkheid te willen nemen. Om de doeltreffendheid van de
maatregelen te kunnen beoordelen, heb ik gekeken naar het rendement in de vorm van
de hoeveelheid schieraal, die nu (direct) naar zee kan uittrekken. Indien gekeken wordt
naar de mortaliteit veroorzaakt door waterkrachtcentrales, gemalen en andere barrières,
dan zal van de 200 ton schieraal die niet wordt gevist als de visserij in september en
oktober stilligt, ongeveer 160 tot 170 ton schieraal de zee kunnen bereiken. Dit komt
overeen met de schatting van de beroepsvissers. Echter, in het alternatieve plan van de
Combinatie van de Beroepsvissers wordt vervolgens nog een correctiefactor toegepast
(vanwege contaminatie en infectie met parasieten) zodat uiteindelijk 50 ton schieraal
wordt uitgezet. Uit bevindingen van IMARES en de Commissie Eijsackers blijkt dat deze
stap niet voldoende wetenschappelijk kan worden onderbouwd om van eenzelfde
resultaat te boeken als niet twee maanden sluiting van de visserij wordt verkregen.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
16 maart 2009 Viss. 2009/934 3
Het is daarom geen alternatief voor de twee maanden sluiting van de aalvisserij als
opgenomen in het huidige aalbeheerplan, omdat het rendement veel lager is.
Tegelijkertijd kan het plan van de Combinatie van Beroepsvissers wel een belangrijke
bijdrage leveren. Om die reden acht ik het mogelijk beide plannen als volgt te
combineren:
· De beroepsvissers zetten in augustus en september 50 ton schieraal uit. De Combinatie
van Beroepsvissers borgt de uitvoering en handhaving van haar plan. De sluiting van
de visserij in september komt daarmee te vervallen;
· In oktober wordt alle aalvisserij stilgelegd. Omdat in oktober de schieraalvangsten
gemiddeld het hoogst zijn, levert dit een aanzienlijke hoeveelheid schieraal op,
ongeveer 100 ton die naar zee kan trekken.
Het totale rendement van deze aanpak ligt daarmee in tenminste dezelfde orde van
grootte als het rendement van mijn oorspronkelijke plan.
Ik zal een bedrag van 700,000 uit mijn begroting vrijmaken om een bijdrage te leveren
aan de uitvoering van het plan van de Combinatie van Beroepsvissers en de activiteiten
van de beroepsvissers in dat kader, met name voor de uitzet van schieraal maar ook voor
het deels compenseren van de inkomsten die de vissers derven vanwege de sluiting van de
visserij in oktober. Op deze wijze wil ik mogelijkheden scheppen voor het ook in de
commissie Eijsackers aangegeven decentrale beheer. Het is duidelijk dat als dit beheer niet
van de grond mocht komen of onvoldoende effectief mocht zijn, ik alsnog tot een sluiting
van de visserij voor de periode van twee maanden zal overgaan.
Daarnaast zal de door mij voorgestelde combinatie van maatregelen uit het huidige
aalbeheerplan en het plan van de Combinatie voor beroepsvissers ter goedkeuring aan de
Europese Commissie moeten worden voorgelegd. Indien de Europese Commissie het
Nederlandse aalbeheerplan, waar bovengenoemde maatregelen onderdeel van uit zullen
maken, niet goedkeurt, heeft Nederland drie maanden de tijd om een herzien aalbeheer-
plan in te dienen.
Ik wil bovengenoemde maatregelen met betrekking tot de sluiting van de aalvisserij en
het uitzetten van schieraal voor de eerstkomende jaren doorvoeren. Daarnaast streef ik op
termijn naar regionaal aalbeheer via de Visstand Beheer Commissies. Voorwaarde is wel
dat de Europese Commissie hiermee instemt. Bovendien zal er voldoende kennis moeten
zijn van de plaatselijke toestand van het aalbestand, en een dekkend systeem van vangst-
registraties operationeel moeten zijn. Momenteel loopt er onderzoek bij IMARES naar
regiospecifiek beheer, en de selectie van adequate duurzaamheidcriteria. Indien dit
onderzoek voldoende is uitgewerkt en aan voornoemde voorwaarden is voldaan, kan over
2 tot 3 jaar worden overgeschakeld naar decentraal aalbeheer. In die situatie hebben de
vissers dan de keuze tussen verplicht stilliggen in de maanden september en oktober, of
regionaal beheer via VBC's met duidelijke duurzaamheidcriteria.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
16 maart 2009 Viss. 2009/934 4
Hierin kunnen dan ook specifieke maatregelen gericht op de selectie en ontsnapping van
gezonde schieraal worden meegenomen.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit