Kamerbrief inzake voortgang missie in Afghanistan
13-03-2009 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Overeenkomstig het verzoek van de Kamer om regelmatig te worden
geïnformeerd over de voortgang van de missie in Afghanistan, doen wij
u hierbij de periodieke stand van zakenbrief toekomen.
De minister van Buitenlandse Zaken De minister van Defensie
drs. M.J.M. Verhagen E. van Middelkoop
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking
drs. A. G. Koenders
Inleiding
Op 28 oktober 2008 heeft de Kamer de vorige brief over de stand van
zaken met betrekking tot Afghanistan ontvangen (Kamerstuk 27 925, nr.
325). De onderhavige brief gaat in op de ontwikkelingen in de laatste
vier maanden op het gebied van opbouw, politieke en bestuurlijke
ontwikkelingen en militaire zaken.
Op 18 december 2008 is sergeant Mark Weijdt gesneuveld als gevolg van
een Improvised Explosive Device (IED). De regering betuigt hierbij
opnieuw haar diepgevoelde medeleven met zijn nabestaanden en de
militairen van zijn eenheid. Een week later, met de kerstdagen, heeft
de minister van Defensie de Nederlandse eenheden in Afghanistan
bezocht. Hij heeft toen de gelegenheid gehad met de naaste collega's
van Mark Weijdt te spreken over de ingrijpende aanslag. De regering
heeft grote waardering voor de inzet van alle militairen en civiele
medewerkers, die onder moeilijke en gevaarlijke omstandigheden hun
werk doen in Afghanistan.
Op 9 en 10 februari jl. bracht minister-president Balkenende samen met
staatssecretaris De Vries van Defensie een bezoek aan Afghanistan. Na
bezoeken aan Kandahar en Uruzgan sprak de premier in Kaboel met
president Karzai. De aanstaande verkiezingen, de uitvoerende
capaciteit van het openbaar bestuur en de veiligheidssituatie in
Afghanistan vormden hierbij de voornaamste agendapunten.
Op 2 februari jl. is Task Force Uruzgan (TFU) VI aangetreden onder
leiding van brigadegeneraal Middendorp en civiel vertegenwoordiger
Wijnands. Zij namen de leiding over van kolonel Matthijssen en civiel
vertegenwoordiger Mollema. Met de vooruitgang die in 2008 is geboekt
is de context waarin de Nederlandse missie opereert, veranderd. De
partners bij wederopbouw en versterking van het bestuur beginnen op
stoom te komen en het zwaartepunt van de opbouwwerkzaamheden
verschuift van snelle, zichtbare projecten naar
ontwikkelingsprogramma's voor de langere termijn. De officiële opening
van het kantoor van UNAMA in Tarin Kowt heeft vertraging opgelopen,
maar het kantoor zal nog deze maand functioneel zijn. Gezien deze
ontwikkelingen is besloten het Provincial Reconstruction Team (PRT) in
plaats van in augustus al deze maand onder civiele leiding te
plaatsen.
Dit jaar wordt zeer belangrijk voor Afghanistan. Een geloofwaardig en
goed verloop van de presidentsverkiezingen op 20 augustus is
essentieel voor de legitimiteit van de Afghaanse regering. Meer nog
dan de afgelopen jaren zal de nieuwe Afghaanse regering moeten
aantonen dat zij rust en tastbare verbeteringen in het leven van de
bevolking kan brengen. Ook de Pashtun bevolking in het zuiden van
Afghanistan moet de gelegenheid krijgen zijn stem uit te brengen en
zich vertegenwoordigd te voelen. Het relatief rustige verloop van de
kiezersregistratie geeft wat dat betreft goede hoop.
De Onafhankelijke Kiescommissie heeft vastgehouden aan de
aangekondigde verkiezingsdatum van 20 augustus omdat een eerdere datum
om technische en logistieke redenen niet haalbaar is. Het mandaat van
president Karzai loopt echter volgens de Afghaanse grondwet formeel in
mei af. De regering en het parlement in Kaboel moeten spoedig een
oplossing vinden om de periode tussen het einde van het presidentiële
mandaat en de verkiezingen te overbruggen.
Het aantreden van de regering-Obama zorgt voor een hernieuwde dynamiek
in de relatie tussen de internationale gemeenschap en de Afghaanse
regering. Een brede herbezinning (`review') van het Amerikaanse
Afghanistan-beleid is gaande en het is reeds duidelijk dat een
versterkte aanpak gericht op de wijdere regionale context hier deel
van zal uitmaken. Ook wil de regering-Obama de inzet in Afghanistan
versterken en verbreden om tot een beter evenwicht te komen tussen
Defence, Diplomacy en Development. In de eerste weken na zijn
aantreden heeft president Obama zijn vertegenwoordigers de opdracht
gegeven om de internationale partners in ISAF, in de donorgemeenschap
en in de regio te consulteren en hun visie mee te nemen in de eigen
beleidsvorming.
Onder auspiciën van de Verenigde Naties vindt op 31 maart te Den Haag
de "International Conference on Afghanistan: A Comprehensive Strategy
in a Regional Context" plaats.
De conferentie wordt voorgezeten door de Verenigde Naties, Afghanistan
en Nederland. De secretaris-generaal van de VN Ban Ki-moon en de
Afghaanse president Karzai zijn hiervoor uitgenodigd. De ministers van
Buitenlandse Zaken van een groot aantal bij Afghanistan betrokken
landen worden uitgenodigd, evenals vertegenwoordigers van relevante
internationale organisaties.
De conferentie biedt een podium voor discussie waarbij de politieke,
veiligheids- en ontwikkelingsaspecten van de huidige situatie in
Afghanistan in samenhang worden bezien en het belang van de regionale
context wordt meegewogen. Het is belangrijk de bevolking van
Afghanistan wederom de langdurige en solide betrokkenheid en steun van
de internationale gemeenschap te tonen.
Op militair gebied hebben de VS een troepenversterking van 17.000
manschappen aangekondigd, die hoofdzakelijk zal worden ingezet om ISAF
in het zuiden van Afghanistan te versterken. Met deze aanvullende
troepen krijgt de commandant van Regional Command South (RC-S), de
Nederlandse generaal De Kruif, de middelen om een groter gebied te
bestrijken en de opbouw en ondersteuning van het Afghaanse leger en de
politie uit te breiden. Naast de Amerikaanse troepenversterking zullen
ook aanzienlijke bedragen aan hulpgelden in de zuidelijke regio worden
ingezet. In Uruzgan zullen vooralsnog geen aanvullende Amerikaanse
grondtroepen worden gestationeerd, maar wel ongeveer 20 helikopters
met bijbehorend personeel die in de hele zuidelijke regio zullen
opereren.
De Amerikaanse versterking is welkom omdat het aantal
veiligheidsincidenten in Zuid-Afghanistan afgelopen jaar opnieuw is
gestegen. Weliswaar is zoals elk jaar het aantal geweldsincidenten in
de wintermaanden teruggelopen, maar in mindere mate dan voorgaande
jaren. Er is onvoldoende voortgang in het terugdringen van de
anti-regeringskrachten en dat baart de regering zorgen. In
Zuid-Afghanistan was de provincie Uruzgan in het afgelopen jaar een
uitzondering. Uruzgan is de enige zuidelijke provincie waar het aantal
veiligheidsincidenten tegen ISAF en de Afghaanse overheid in Uruzgan
in 2008 niet is gestegen. Deze relatieve rust gaf de TFU de
gelegenheid goede vooruitgang te boeken met wederopbouw en het gebied
uit te breiden dat door de Afghaanse overheid met de steun van ISAF
wordt bestreken. Nederland rekent zich in Uruzgan echter niet rijk. De
zware zelfmoordaanslag in Tarin Kowt van 2 februari waarbij twintig
Afghaanse politiemensen om het leven kwamen, drukt ons met de neus op
de feiten. De Taliban zijn niet verslagen. De situatie in de provincie
kan niet los worden gezien van de ontwikkelingen in de zuidelijke
regio en daarbuiten en het Nederlandse optreden is slechts een van de
factoren die de veiligheidssituatie in de provincie beïnvloeden. Het
is dan ook te vroeg om te zeggen dat de huidige trend zich dit jaar
zal voortzetten.
Internationaal
Afghanistan-beleid van de regering-Obama
Vanaf het moment van zijn inauguratie heeft de Amerikaanse president
Obama duidelijk gemaakt dat Afghanistan een van de hoofdprioriteiten
zal zijn in zijn buitenlandse beleid. Het Afghanistan-beleid is nog
onderwerp van een uitgebreide evaluatie, maar een aantal hoofdpunten
is in de afgelopen weken al bekendgemaakt.
Zo beziet president Obama de problematiek in Afghanistan mede vanuit
regionaal perspectief. Om een regionale aanpak mede vorm te geven
heeft president Obama de ervaren diplomaat Holbrooke aangesteld als
speciaal vertegenwoordiger voor Afghanistan en Pakistan. Holbrooke
bezocht inmiddels de regio om partners te consulteren binnen de
overheid, de internationale gemeenschap en het maatschappelijk
middenveld. Daarbij toonde hij interesse voor de Nederlandse aanpak in
Uruzgan. President Obama is voornemens nog deze maand zijn
geïntegreerde strategie voor bevordering van de regionale stabiliteit
in Zuid-Azië bekend te maken. Ook heeft de VS Iran opgeroepen tot een
brede dialoog, waarbij Afghanistan hoog op de agenda zou moeten staan.
Iran zal tegen deze achtergrond worden uitgenodigd voor de Afghanistan
bijeenkomst op 31 maart.
Mede gezien de teleurstellende ontwikkeling met betrekking tot
veiligheid heeft president Obama op 17 februari jl. een uitbreiding
van het aantal Amerikaanse troepen in Afghanistan aangekondigd van
vooralsnog 17.000 manschappen. Afhankelijk van de uitkomst van de
brede herziening van het Afghanistan-beleid van de VS kunnen
additionele maatregelen afgekondigd worden. Het zwaartepunt van de
troepenintensivering zal geografisch gezien in het zuiden van
Afghanistan komen te liggen.
Deze militaire versterking zal niet op zichzelf staan. De
vertegenwoordigers van de Amerikaanse regering benadrukken het belang
van een versterkte en gecoördineerde civiele inzet op weg naar een
stabiel Afghanistan. Minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton
noemde direct na haar aantreden Diplomacy, Development en Defence
essentiële instrumenten voor het bereiken van duurzame resultaten. De
geïntegreerde benadering van de problematiek lijkt door de nieuwe
regering stevig te worden omarmd. De wederopbouw van Afghanistan als
functionerende staat is de beste remedie voor de dreiging dat
Afghanistan opnieuw een schuilplaats kan worden voor internationaal
opererende terroristen.
Verenigde Naties
Gedurende het afgelopen jaar werd de speciale vertegenwoordiger van de
secretaris-generaal (SVSG) van de VN, Kai Eide, door een tekort aan
mensen en middelen belemmerd in zijn ambities om de internationale
coördinatie rond Afghanistan te verbeteren. Nederland heeft zich op
verschillende niveaus hard gemaakt voor een versterking van UNAMA.
Tijdens de herfstsessie van de Vijfde Commissie is eind vorig jaar in
New York een akkoord bereikt over uitbreiding en versterking van UNAMA
per januari 2009. Zo is het budget van de organisatie bijna
verdubbeld, zal de personele bezetting worden uitgebreid met ongeveer
honderd medewerkers en is formeel ingestemd met de opening van het
UNAMA-kantoor in Uruzgan. Om het grote aantal vacatures op korte
termijn te kunnen vullen, is ondermeer overeengekomen de vergoedingen
en de secundaire arbeidsvoorwaarden op te waarderen. De verwachting is
dat met deze beslissing SVSG Eide in de loop van dit jaar beter
invulling zal kunnen geven aan de coördinerende rol van UNAMA. Het
belang dat de VN-lidstaten hechten aan de rol van UNAMA in Afghanistan
wordt onderstreept door het bezoek van secretaris-generaal Ban Ki-moon
aan Kaboel op 4 februari.
NAVO
Op 19 en 20 februari is in Krakau de situatie in Afghanistan en het
verloop van ISAF besproken op de bijeenkomst van de ministers van
Defensie van de NAVO. Daarbij kregen de veiligheidssituatie en het
Afghaanse bestuur veel aandacht. Er was consensus dat de
veiligheidssituatie in het Zuiden het meest zorgelijk is. Tijdens deze
bijeenkomst werd het besluit van de Amerikaanse regering om 17.000
militairen naar het zuiden van Afghanistan te sturen door de VS
toegelicht. De Minister van Defensie heeft bij deze gelegenheid de
Amerikaanse versterking positief ontvangen en er op gewezen dat extra
aandacht voor drugsbestrijding van groot belang is. Daarbij is gewezen
op de juridische randvoorwaarden voor militair optreden in dit kader.
Ook tijdens de bijeenkomst van de NAVO-ministers van Buitenlandse
Zaken te Brussel op 5 maart jl. stond Afghanistan prominent op de
agenda. Secretary of State Hillary Clinton presenteerde de
hoofdthema's van de Amerikaanse beleidsherziening, waarbij zij de
nadruk legde op de noodzaak van een geïntegreerde civiel-militaire
aanpak voor de Afghaans-Pakistaanse regio met veel aandacht voor
capaciteitsopbouw. Zij kreeg brede waardering van de bondgenoten.
Minister Verhagen onderstreepte daarbij het belang van Afghanisering.
Verscheidene lidstaten deden toezeggingen voor additionele troepen
voor de beveiliging van de aankomende verkiezingen. Secretary of State
Clinton stelde voor, gesteund door enkele andere landen, een brede
Afghanistan-bijeenkomst te houden onder auspiciën van de VN en op het
niveau van ministers van Buitenlandse Zaken. Nadat Nederland gevraagd
is deze conferentie te organiseren heeft Minister Verhagen hierop
positief gereageerd.
De secretaris-generaal van de NAVO, Jaap de Hoop Scheffer, bracht op
22 en 23 januari jl. een bezoek aan Pakistan. De NAVO streeft naar een
betere samenwerking met Pakistan, zowel bij het verzekeren van de
logistieke aanvoerlijnen van de ISAF-missie over Pakistaans
grondgebied, als bij het aanpakken van de grensoverschrijdende
problemen tussen Afghanistan en Pakistan. De secretaris-generaal
constateerde met tevredenheid dat de Tripartite Commissie, waarin
Afghanistan, Pakistan en ISAF het optreden in de grensregio
coördineren, beter functioneert. In dit kader zullen incidenteel
Nederlandse transporthelikopters voor personenvervoer van Afghanistan
naar Pakistan vliegen. Naast de strijd in Afghanistan zijn maatregelen
in Pakistan nodig om groepen te bestrijden die de staatsstructuren
omver willen werpen. De NAVO en Pakistan zullen de komende periode hun
militaire en politieke dialoog intensiveren en bezien wordt welke
NAVO-opleidingen kunnen worden opengesteld voor Pakistaanse
officieren.
Pakistan
De situatie in Pakistan is onverminderd zorgwekkend. De Pakistaanse
regering van president Zardari beseft dat de bestrijding van
Islamitisch extremisme voor de stabiliteit van Pakistan zelf van
cruciaal belang is. Het gevaar dreigt dat in een groeiend aantal delen
van het land het overheidsgezag afbrokkelt. Het Pakistaanse leger
heeft in de afgelopen periode in het grensgebied op meerdere fronten
strijd geleverd met de Taliban-militanten en gelieerde groeperingen.
Vele burgers die terecht kwamen in de strijd tussen het leger en de
militanten zijn het gebied ontvlucht. De voortgang die plaatselijk met
militair optreden wordt geboekt, lijkt echter onvoldoende te worden
opgevolgd door ordehandhaving, opbouw van civiele instellingen en
sociaal-economische opbouw.
Na een periode van zware gevechten in het district Swat in de North
West Frontier Province heeft de Pakistaanse militante groep
Tehrik-e-Nifaz-e-Shariat-e-Mohammadi onlangs een staakt-het-vuren
afgekondigd nadat een overeenkomst was gesloten met de lokale
autoriteiten. In ruil voor onder andere de invoering van
Sharia-wetgeving heeft de groepering de vijandelijkheden gestaakt. Het
Pakistaanse leger heeft aangekondigd het staakt-het-vuren vooralsnog
te respecteren. Het is twijfelachtig of een dergelijke overeenkomst
tot stabiliteit zal leiden. In eerdere vergelijkbare situaties
gebruikten militante groeperingen deze overeenkomsten om zich te
hergroeperen. Daarnaast bestaan zorgen over de gevolgen die deze stap
heeft voor de mensenrechten, specifiek de rechten van vrouwen en
meisjes.
Vluchtelingen
Tijdens een internationale conferentie over de Afghaanse
vluchtelingenproblematiek die op 28 november 2008 in Kaboel is
georganiseerd door de Afghaanse regering en de
VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR, werd een vijfjarige strategie
gepresenteerd om de hulp aan terugkerende vluchtelingen en ontheemden
te integreren in de Afghanistan National Development Strategy (ANDS).
Het doel is de verschillende vakministeries (vooral onderwijs, water
en landbouw) samen te laten werken om de herintegratie van de
terugkerende vluchtelingen zo soepel mogelijk te laten verlopen.
Afgelopen jaar heeft UNHCR geholpen bij de terugkeer van 281.000
geregistreerde Afghaanse vluchtelingen, waarvan 278.000 uit Pakistan
en 3.000 uit Iran afkomstig waren. Daarnaast zijn in 2008 meer dan
400.000 niet geregistreerde Afghanen, voornamelijk werkzoekende jonge
mannen, Iran uitgezet. UNHCR schat dat er in 2009 circa 220.000
vluchtelingen naar Afghanistan zullen terugkeren.
Afghanistan
Verkiezingen
Eind januari kondigde de Afghaanse Onafhankelijke Kiescommissie (IEC)
aan dat op donderdag 20 augustus de presidentsverkiezingen en de
verkiezingen voor de Provinciale Raden zullen worden gehouden.
President Karzai riep de IEC in een decreet van 27 februari echter op
de verkiezingen al in april te organiseren. Zijn electorale mandaat
verloopt volgens de Afghaanse grondwet namelijk in mei af. De
kiescommissie heeft besloten vast te houden aan de datum van 20
augustus. Gezien de problematische weersomstandigheden en de benodigde
voorbereidingstijd voor logistieke en veiligheidsmaatregelen, zouden
verkiezingen in de lente onhaalbaar zijn. Er zal dus een politieke
oplossing moeten worden gevonden voor de periode tussen het verlopen
van het mandaat van Karzai op 21 mei en de verkiezingen. President
Karzai heeft laten weten zich opnieuw kandidaat te stellen voor het
presidentschap. Verschillende namen circuleren van mogelijke
kandidaten, maar het zal moeten blijken wie van hen zich inderdaad
formeel kandidaat stellen.
Het verzekeren van een redelijke mate van veiligheid voor het
verkiezingsproces is van groot belang. Dit is in eerste instantie de
verantwoordelijkheid van de Afghaanse politie en het leger. ISAF
speelt een ondersteunende rol, waarvoor er gedurende een beperkte
periode behoefte is aan extra militaire capaciteit. Nederland beziet
momenteel of een bijdrage mogelijk is. Anders dan bij de vorige
verkiezingen die door de VN werden georganiseerd ligt de organisatie
van de verkiezingen nu in handen van de Afghaanse autoriteiten zelf.
De IEC wordt daarbij geadviseerd en ondersteund door UNDP. Nederland
steunt de kiezersregistratie en de verkiezingen zelf via het
UNDP-programma ELECT met EUR 5 miljoen in 2008 en EUR 3 miljoen in
2009. Dit geld is bestemd voor capaciteitsopbouw, maar ook voor
materiaal ten behoeve van de inrichting van registratiecentra en
stembureaus.
Veiligheid
Zoals elk jaar heeft het winterseizoen in Afghanistan in het algemeen
geleid tot een daling van het aantal geweldsincidenten. Met enkele in
het oog springende acties, zoals de meervoudige aanslagen in Kaboel
van 11 februari, weten de Taliban echter het gevoel van onveiligheid
onder de bevolking te voeden. Het aantal veiligheidsincidenten tegen
ISAF en de Afghaanse regering is in 2008 significant gestegen ten
opzichte van het voorgaande jaar. Met aanvallen gericht op het verkeer
op de hoofdwegen belemmeren de Taliban daarnaast de bewegingsvrijheid
van de bevolking. Nog steeds zijn er indicaties dat de Taliban
tegenstanders onder de bevolking onder druk zetten door intimidaties
en ontvoeringen. Hierbij doen zich echter grote regionale verschillen
voor. Nog altijd doen 70 procent van de geweldsincidenten voor in
slechts 10 procent van de districten. Het noorden en westen van het
land blijven relatief rustige gebieden. De situatie in de hoofdstad
Kaboel en omgeving is zorgelijk. In het zuiden komen nog steeds de
meeste veiligheidsincidenten voor. Veiligheid en stabiliteit, de
doelstelling van ISAF, zijn dus niet dichterbij gekomen.
De internationale gemeenschap ondersteunt de Afghaanse regering bij
het uitbreiden van het Afghaanse leger (ANA) naar een omvang van
134.000 manschappen en bij het versterken en professionaliseren van de
Afghaanse politie (ANP). Nederland heeft daartoe EUR 10 miljoen
bijgedragen aan een trustfund van de NAVO voor de financiering van de
uitbreiding van het Afghaanse leger. Daarnaast zal Nederland ook dit
jaar ten minste EUR 10 miljoen bijdragen aan het Law and Order Trust
Fund for Afghanistan (LOTFA), waaruit de politiesalarissen worden
betaald. Uiteindelijk zijn het alleen de Afghanen zelf die de eigen
veiligheid op duurzame wijze kunnen verzekeren en moet de rol van de
internationale militaire aanwezigheid verschuiven naar ondersteuning
en training.
De troepenversterking van de VS moet ook mede in dit licht worden
gezien. Met deze extra capaciteiten zal ISAF in staat worden gesteld
de hoofdwegen beter te beveiligen en het gebied langs de grens met
Pakistan beter te bewaken om zo de instroom van strijders en wapens te
belemmeren. Daarmee wordt meer ruimte geschapen voor de opbouw van het
Afghaanse leger en de politie, voor een versnelde wederopbouw en voor
de versterking van het Afghaanse bestuur in de kwetsbare regio's.
Politie en openbare orde
Sinds zijn aanstelling als minister van Binnenlandse Zaken in oktober
vorig jaar, heeft Hanif Atmar een aanzienlijk aantal initiatieven
ontplooid in de strijd tegen drugs en corruptie en op het gebied van
hervorming van het politieapparaat. Daarbij is een goede
verstandhouding opgebouwd met de nieuwe Head of Mission van EUPOL, de
Deen Kai Vittrup, die hij om concrete ondersteuning heeft verzocht op
een aantal beleidsterreinen. Minister Atmar wil de opleidingen van de
politie verbeteren en hij geeft prioriteit aan de bestrijding van
corruptie binnen zijn apparaat. In de afgelopen twee maanden zijn
ondermeer 100 politiefunctionarissen, waaronder twee officieren,
gearresteerd en vervolgd voor het aannemen van steekpenningen. De
politiesalarissen, die uit het LOTFA worden betaald, zijn onlangs
verhoogd naar $ 120 per maand en onder Atmar wordt thans de
salarisadministratie opgeschoond. Daarnaast zal de politie in
risicovolle gebieden, zoals in een aantal districten in Uruzgan, een
hardship toelage ontvangen.
Landbouw en bedrijfsleven
De nieuwe minister van Landbouw, Irrigatie en Veeteelt (MAIL) Asef
Rahimi heeft aangekondigd meer aandacht te willen besteden aan het
verbeteren van de productiviteit in de landbouw. Hiertoe ontwikkelt
MAIL een aantal prioritaire programma's. Deze programma's sluiten aan
bij eerder geformuleerde sectorale plannen voor landbouw en
plattelandsontwikkeling en de Afghaanse Ontwikkelingsstrategie (ANDS).
Een gecombineerde landbouw-onderwijsmissie van de ministeries van LNV,
Buitenlandse Zaken en de universiteit van Wageningen is begin dit jaar
met de Afghaanse overheid overeengekomen de mogelijkheden te
onderzoeken een Nationaal Centrum voor Landbouw-curriculumontwikkeling
en trainingsboerderijen op te zetten, zowel in Uruzgan als in de
omgeving van Kaboel.
Op economisch vlak zijn er voor Nederlandse en internationale
bedrijven mogelijkheden om de ontwikkeling van de private sector in
Afghanistan te ondersteunen, vooral op het gebied van gedroogd fruit
en noten. Dit bleek tijdens een door de Nederlandse overheid
ondersteunde missie van de Werkgroep Wederopbouw Afghanistan (WEWA)
eind januari. De missie sprak met verschillende Afghaanse
instellingen, bedrijven, NGO's en ministeries. NGO's en bedrijven
zullen de handen ineen slaan om gezamenlijk activiteiten te ontplooien
om de economische groei te bevorderen. WEWA overweegt hiertoe een
permanente vertegenwoordiger in Kaboel te plaatsen.
Mensenrechten
De VN Hoge Commissaris voor de rechten van de Mens, Navi Pillay
presenteerde op 5 maart haar jaarlijkse rapport over de
mensenrechtensituatie in Afghanistan aan de Mensenrechtenraad in
Genève. In haar rapport signaleert zij zorgwekkende trends op het
gebied van geweld tegen vrouwen en meisjes en beperking van de
vrijheid van meningsuiting. Ook spreekt zij haar zorgen uit over de
cultuur van straffeloosheid in Afghanistan en de uitvoering van de
doodstraf. Nederland herkent en deelt de zorgen uit het rapport en zal
deze blijven agenderen in gesprekken met de Afghaanse autoriteiten. In
EU-verband wordt gewerkt aan een EU-mensenrechtenstrategie voor
Afghanistan. Nederland zet zich er voor in dat de prioriteiten in deze
strategie aansluiten bij de zorgpunten en aanbevelingen van Hoge
Commissaris Pillay.
Nederland onderhoudt nauwe contacten met de Afghaanse Onafhankelijke
Mensenrechtencommissie (AIHRC), diverse NGO's en internationale
organisaties over de
mensenrechtensituatie in Afghanistan. Daarnaast financiert Nederland
projecten op het gebied van onder andere transitional justice en
toegang van Afghaanse vrouwen tot het rechtssysteem. Ook AIHRC krijgt
Nederlandse financiële steun.
De zaak Kambakhsh
Op 23 januari 2008 werd de Afghaanse journalist en student Sayed
Parvez Kambakhsh door de rechtbank in Mazar-e-Sharif ter dood
veroordeeld wegens blasfemie. Het doodvonnis van Kambakhsh werd vorige
maand in hoger beroep omgezet in 20 jaar gevangenisstraf. Deze straf
is vervolgens bevestigd door het Afghaanse Hooggerechtshof te Kaboel.
Zowel SVSG Eide als Speciaal Vertegenwoordiger van de EU Sequi hebben
hun zorgen omtrent deze uitspraak overgebracht aan de Afghaanse
ministers van Buitenlandse Zaken en Justitie en aan de voorzitter van
het Hooggerechtshof. Ook zal op korte termijn president Karzai worden
benaderd met het verzoek om Kambakhsh gratie te verlenen. Nederland
staat in nauw contact met de Europese partners en UNAMA over deze
zaak.
Humanitaire situatie
De humanitaire situatie in Afghanistan blijft zorgelijk, nadat in 2008
de noden waren gestegen door droogte, hoge voedselprijzen,
onveiligheid en gebrekkige toegang tot basisvoorzieningen. De VN
verwachten dat in het kader van het Humanitarian Action Plan (HAP) in
2009 een bedrag van $ 604 miljoen nodig zal zijn voor humanitaire hulp
aan Afghanistan. Het gaat hierbij vooral om hulp aan ontheemden en
teruggekeerde vluchtelingen, aandacht voor internationaal humanitair
recht, voedselhulp, betere voorbereiding op rampen en versterkte
humanitaire coördinatie.
Nederland draagt vooralsnog bij aan het HAP via de volgende
organisaties: EUR 3 miljoen aan WFP om de voedselzekerheid te
vergroten, EUR 2,5 miljoen aan UNHCR voor hulp aan teruggekeerde
vluchtelingen en ontheemden en EUR 1,5 miljoen aan UNICEF om
ondervoeding bij kinderen en zwangere vrouwen te voorkomen, onderwijs
voor kinderen te verzorgen (met extra aandacht voor meisjes) en voor
veilig drinkwater en sanitatie.
De zuidelijke regio
Veiligheid
Gedurende het winterseizoen is het aantal gevechtsacties van
opstandelingen in het zuiden van Afghanistan afgenomen, zij het in
mindere mate dan in voorgaande jaren. Geïmproviseerde explosieven en
zelfmoordaanslagen leiden nog altijd tot dodelijke slachtoffers onder
vooral Afghaanse veiligheidsdiensten en de bevolking, maar ook onder
ISAF-troepen. Daarnaast blijft er een dreiging uitgaan van indirecte
beschietingen op ISAF-locaties. Ook gaat de Taliban door met campagnes
gericht tegen Afghaans overheidspersoneel om de opbouw van het bestuur
in het zuiden van Afghanistan te belemmeren. Dit uit zich onder andere
in aanslagen op hoger geplaatste overheidsfunctionarissen in Zuid
Afghanistan, vooral in Kandahar stad. Daarnaast gebruiken de
opstandelingen methoden als afpersing en intimidatie om hun invloed op
de bevolking te behouden.
Het totale aantal incidenten tegen ISAF en de Afghaanse overheid in de
zuidelijke regio is afgelopen jaar aanzienlijk gestegen in
vergelijking met 2007. Dit is deels toe te schrijven aan de
ontplooiing van meer troepen in de zomer van 2008, hetgeen leidde tot
felle gevechten in het zuiden van Helmand, en aan het gewelddadige
verzet tegen de papaver-eradicatie in de provincie Helmand. Ook in de
provincies Kandahar en Zabul is de veiligheidssituatie het afgelopen
jaar niet verbeterd. Een uitzondering op deze trend was de provincie
Uruzgan, waar het aantal veiligheidsincidenten tegen ISAF en de
Afghaanse overheid niet is gestegen.
Amerikaanse troepenuitbreiding
De afgelopen maanden hebben zich geleidelijk de contouren afgetekend
van de voorgenomen Amerikaanse troepenuitbreiding in het zuiden van
Afghanistan. Daarmee komt president Obama tegemoet aan het verzoek van
de commandant van ISAF om een versterking van de militaire
aanwezigheid. De versterking van ISAF is een welkome aanvulling in een
periode dat de veiligheidssituatie in het zuiden van Afghanistan onder
druk staat. De troepenversterking van de VS bestaat vooralsnog uit een
taakgroep van ongeveer 8000 mariniers, die rond mei 2009 zal worden
ontplooid ter versterking van de ISAF-presentie in Helmand en
Kandahar. Daarnaast zal begin dit jaar een Combat Aviation Brigade,
bestaande uit ruim honderd gevechts- en transporthelikopters, worden
ontplooid op vier locaties in de zuidelijke regio. Later dit jaar zal
een Brigade Combat Team van in totaal ongeveer 4000 militairen worden
ontplooid in de provincie Zabul en in het zuidoosten van Kandahar.
Naast veiligheidstaken zullen de nieuwe eenheden onder meer worden
ingezet voor het trainen en begeleiden van het Afghaanse leger
(Operational Mentoring and Liaison Teams, OMLT's) en de Afghaanse
politie (Police Mentoring Teams, PMT's).
In Uruzgan zullen voorlopig geen additionele Amerikaanse grondtroepen
worden gestationeerd. Wel zal een Combat Aviation bataljon, een
helikoptereenheid met ongeveer 20 helikopters en ongeveer 600
militairen, medio 2009 in Uruzgan worden ontplooid. Dit betekent een
aanzienlijke uitbreiding van Kamp Holland en een verbetering van het
vliegveld van Tarin Kowt, wat toekomstig civiel medegebruik van het
vliegveld dichterbij brengt. De helikoptereenheid krijgt een regionale
taak.
Civiel-militaire samenwerking in Regional Command (South)
Ook op civiel gebied wil de VS de komende periode de inzet in
Afghanistan versterken, zowel bij de ambassade in Kaboel als in de
provincies waar Amerikaanse troepen actief zijn en in provincies waar
nog geen PRT is gevestigd. Onder president Obama wordt nog sterker dan
in het verleden de nadruk gelegd op een juiste verhouding en
coördinatie tussen militaire en civiele middelen. Ten dele geven de VS
hieraan gevolg door de eigen civiele presentie te versterken, maar ten
dele ook door in consultatie met de partners in het zuiden voort te
bouwen op bestaande kennis en ervaring. Zo zal de VS zich in het
zuiden vooral richten op regionale activiteiten die complementair zijn
aan de activiteiten die thans op provinciaal niveau worden uitgevoerd.
Om de militaire en civiele inspanningen op regionaal niveau goed op
elkaar af te stemmen is in het hoofdkwartier van de commandant van
RC-S, generaal De Kruif, een civiel-militaire cel gecreëerd waar ook
Nederland aan zal deelnemen. Ook op nationaal en provinciaal niveau
zal de komende periode intensieve coördinatie en samenwerking nodig
zijn. De samenwerking met de VS op dit terrein verloopt tot op heden
zeer constructief.
Drugs
Volgens het meest recente rapport van de UN Organisation on Drugs and
Crime (UNODC) van januari verwacht de organisatie dat de papaverteelt
en opiumproductie in Afghanistan in 2009 opnieuw zullen dalen. Het
aantal papavervrije provincies zal mogelijk stijgen van 18 naar 22. De
papaverteelt zal zich ook komend jaar in toenemende mate concentreren
in het zuiden van Afghanistan, in gebieden waar ISAF en de Afghaanse
overheid weinig aanwezig zijn. Ook in het zuiden, zelfs in Helmand
waar verreweg de meeste papaver wordt verbouwd, zal naar verwachting
de papaverteelt echter afnemen. Deze reductie is overigens slechts ten
dele toe te schrijven aan het ingrijpen van de overheid. Droogte, de
gedaalde opiumprijzen en de hoge voedselprijzen gedurende het
afgelopen jaar spelen daarbij evenzeer een belangrijke rol. Uit het
UNODC-rapport blijkt opnieuw dat vooral in het zuiden een deel van de
drugsopbrengst uiteindelijk bij de Taliban terechtkomt. Ook lokale
krijgsheren en corrupte overheidsfunctionarissen verdienen vaak een
deel van hun inkomen in de drugshandel.
Aangezien de Afghaanse overheid, vooral in het zuiden, vooralsnog niet
over afdoende middelen beschikt om zelfstandig de drugshandel aan te
pakken, hebben de lidstaten tijdens de ministeriële NAVO-bijeenkomst
in Boedapest in oktober vorig jaar besloten dat ISAF meer aandacht zal
besteden aan de ondersteuning van de Afghaanse autoriteiten bij
drugsbestrijding. Het gaat daarbij om interdictie, de bestrijding van
de handel en de verwerking van illegale drugs, maar niet om de
vernietiging van papavervelden. Lidstaten die daartoe bereid zijn,
kunnen op verzoek van en in samenwerking met de Afghaanse autoriteiten
optreden tegen drugshandelaren of drugslaboratoria die de Taliban
ondersteunen.
Nederland is voorstander van de intensivering van de inspanningen op
het gebied van interdictie. Daarbij zullen Nederlandse ISAF-militairen
te allen tijde optreden in overeenstemming met het toepasselijke
internationale recht, waaronder het beginsel van onderscheid tussen
militaire doelen en civiele objecten uit het humanitair oorlogsrecht.
Als Nederlandse deelname aan operaties aan de orde is, worden deze
juridische voorwaarden altijd getoetst. In het kader van de
intensivering van de interdictie-inspanningen is het van groot belang
beter zicht te krijgen op verbanden tussen de drugshandel en
opstandelingen. Bij het verdiepen van de kennis en inzichten op dit
gebied in Uruzgan speelt een specialist van de Nederlandse politie met
collega's van Australië en binnenkort de VS een belangrijke rol.
Interdictie is slechts een onderdeel van de Afghaanse
drugsbestrijdingstrategie. Nederland blijft inzetten op andere
onderdelen, zoals alternatieve bestaansmogelijkheden, versterking van
de Afghaanse politie en justitie en voorlichting om de illegale
drugsproductie duurzaam terug te dringen.
Uruzgan
Veiligheid
De gebieden waar de TFU actief is, zijn relatief rustig. Deze
relatieve rust gedurende het afgelopen jaar maakte het mogelijk
vooruitgang te boeken met wederopbouw. Ook kon het gebied worden
uitgebreid waar de Afghaanse overheid met ondersteuning van ISAF
actief is. De uitbreiding van de invloed van de TFU biedt ISAF en de
Afghaanse overheid de gelegenheid het initiatief te behouden. De
opstandelingen zijn momenteel nog in staat hun bewegingsvrijheid te
behouden en bij tijd en wijle door middel van zelfmoordaanslagen of
indirect vuur druk op ISAF en de Afghaanse overheid uit te oefenen.
Een dergelijke zelfmoordaanslag vond plaats op 2 februari tijdens een
appèl van de Afghaanse politie even buiten Tarin Kowt. Het dodental
bedroeg 21, inclusief de dader. Alle overige slachtoffers behoorden
tot de ANP. De Nederlandse TFU heeft bijstand geleverd en een deel van
de gewonden is opgenomen in het militaire hospitaal op Kamp Holland.
De Taliban blijven in Uruzgan hun invloed uitoefenen in de gebieden
waar ISAF weinig actief is. Vanuit die gebieden worden
propaganda-activiteiten ontplooid en aanslagen georganiseerd. De
strategie van de Taliban is er op gericht de strijd langere tijd vol
te houden. Er is minder sprake van directe gevechtscontacten met
ISAF-eenheden, omdat deze voor de Taliban een groot risico vormen. Het
optreden van de opstandelingen is nog sterker asymmetrisch van aard
geworden en kenmerkt zich door het gebruik van IED's en het plegen van
andere vormen van aanslagen waarvan vooral Afghanen slachtoffer
worden. De Taliban treden niet grootschalig op, maar beperken zich tot
activiteiten met weinig zichtbaar geweld die zich zoveel mogelijk aan
de waarneming van ISAF onttrekken en waarmee men tracht de steun van
de bevolking voor ISAF en de Afghaanse overheid te ondergraven. Zij
proberen daarbij te profiteren van spanningen tussen bevolkingsgroepen
en lokale machthebbers. Vooral een combinatie van goed bestuur,
economische vooruitgang en het militair terugdringen van de Taliban
kan deze invloed inperken en de perceptie van veiligheid bij de
bevolking verbeteren.
Civilisering
De Nederlandse missie krijgt een meer civiel karakter. Snel zichtbare
projecten maken plaats voor programma's voor de langere termijn, die
met Nederlandse steun in de provincie worden opgezet. Met de plaatsing
van adviseurs en het geven van opleidingen voor overheidspersoneel
neemt de capaciteit van de overheid geleidelijk toe. Het is zaak
hierbij realistische verwachtingen te hebben; het startniveau is zeer
laag en het tempo bescheiden.
Ook is het aantal civiele partners in Uruzgan gegroeid. De laatste
voorbereidingen worden getroffen voor de opening van het UNAMA-kantoor
in Tarin Kowt, dat al binnenkort enkele coördinerende taken in de
provincie van de civiele staf van de TFU zal overnemen. In deze
veranderende context is in Uruzgan op civiel gebied inmiddels meer
mogelijk dan bij het begin van de missie voor mogelijk werd gehouden.
Daarom is besloten de voor augustus dit jaar voorziene overgang naar
een civiele leiding van het PRT te vervroegen. Met het aantreden van
PRT 7 later deze maand neemt civiel vertegenwoordiger Wijnands de
leiding van het PRT op zich, bijgestaan door een civiele
plaatsvervanger en een militaire chef staf. Laatstgenoemde blijft
verantwoordelijk voor de aansturing van de militaire onderdelen van
het PRT.
De TFU wordt gezamenlijk aangestuurd door de commandant,
brigadegeneraal Middendorp, en civiel vertegenwoordiger Wijnands. De
primaire veiligheidstaken zijn daarbij de verantwoordelijkheid van de
commandant van de TFU, evenals de opbouw en mentoring van het
Afghaanse leger. De civiele vertegenwoordiger draagt primair de
verantwoordelijkheid voor wederopbouw en bestuur, politieopbouw en de
CIMIC-activiteiten. Overigens werken militairen en civiele staf al
langer in toenemende mate op geïntegreerde wijze samen.
Een illustratie van deze geïntegreerde werkwijze was de operatie Tura
Ghar die in januari en februari dit jaar werd uitgevoerd. Het doel van
de operatie was de Taliban-presentie in het gebied tussen Tarin Kowt
en Chora terug te dringen en daarmee de bewegingsvrijheid van de
bevolking te vergroten en ontwikkeling in het gebied mogelijk te
maken. De operatie is voorbereid met een geïntegreerde planning
waarbij militairen en politieke, ontwikkelings- en tribale adviseurs
intensief samenwerkten.
Zo werd gekozen om voorafgaand aan de operatie contact te leggen met
tribale leiders onder de lokale bevolking. Zij bleken niet afwijzend
te staan tegenover toenadering tot de Afghaanse overheid, maar voelden
zich bedreigd door de Taliban en vreesden voor represailles als men
zou meewerken met de overheid. Het operatieplan werd daarom uitgebreid
met de bouw van een patrouillebasis om een permanente presentie van
het Afghaanse leger in het gebied mogelijk te maken en daarmee de
veiligheid van de lokale bevolking te garanderen. Daarnaast werden
wederopbouwactiviteiten voorbereid om na de eerste fase van de
operatie snel van start te kunnen gaan. Dit bouwde voort op kleinere
projecten en tribale contacten die al enige tijd gaande waren.
Operatie Tura Ghar verliep vervolgens succesvol, waarbij het Afghaanse
leger een belangrijke rol speelde en de bevolking waardevolle
informatie aandroeg over bermbommen en schuilplaatsen.
De patrouillebasis is inmiddels gereed en wordt door het Afghaanse
leger en de TFU gebruikt om toe te zien op de veiligheid en
opbouwprojecten in het gebied. Shura's zijn gehouden met de Afghaanse
overheid en de lokale vertegenwoordigers om hun wensen en grieven te
bespreken. Het gebied is jarenlang niet toegankelijk geweest voor
NGO's en de overheid. De bevolking moet nog worden overtuigd dat ISAF
haar presentie zal handhaven en dat de verbeterde veiligheidssituatie
blijvend is. De opbouw van vertrouwen en ontplooiing van verdere
activiteiten op het gebied van bestuur en ontwikkeling blijven een
voorzichtig en langzaam proces. Uit naburige gebieden zijn inmiddels
voorzichtige toenaderingspogingen geïnitieerd door de lokale bevolking
omdat men ook daar de voordelen begint te zien van samenwerking met de
Afghaanse overheid en ISAF.
Verzoening
De nazorg van operatie Tura Ghar toont hoe verzoening op lokaal niveau
in de praktijk in zijn werk gaat. Het gaat daarbij niet om
onderhandelingen met Taliban-commandanten, maar om lokale
toenaderingsinitiatieven tussen de Afghaanse overheid en tribale
groepen die als gevolg van intimidatie door de Taliban, tribale
spanningen of oude grieven betrokken zijn geraakt bij het gewelddadig
verzet. Dit is in eerste instantie een Afghaanse zaak, maar de TFU
speelt daarbij een belangrijke, faciliterende rol.
Gouverneur Hamdam ziet verzoening als een belangrijk onderdeel van
zijn werk. Zo organiseerde hij in november 2008 in Tarin Kowt een
'Peace Jirga', waaraan meer dan duizend vertegenwoordigers uit de hele
provincie deelnamen. Hierbij zijn concrete afspraken gemaakt en
problemen besproken die vanuit de bevolking zijn aangedragen. Via
speciale gezanten tracht de gouverneur contact te leggen met groepen
in diverse gebieden in Uruzgan en hen te bewegen tot dialoog. Tijdens
een recente shura in de Baluchivallei na de operatie Tura Ghar,
waaraan ruim 100 lokale vertegenwoordigers deelnamen, deed gouverneur
Hamdam een handreiking naar groepen die voorheen de Afghaanse regering
niet steunden. Met dit soort initiatieven trachten de autoriteiten op
traditionele wijze tot een betere samenwerking tussen de
bevolkingsgroepen in Uruzgan te komen en een grotere betrokkenheid bij
het provinciale bestuur te creëren. Dit is echter een precair en
langzaam proces. Nederland tracht in gesprekken
regeringsvertegenwoordigers tot een actievere opstelling te bewegen,
maar de militaire en civiele capaciteiten hiertoe - ook aan ISAF-zijde
- zijn beperkt.
Kiezersregistratie
De vierde en tevens laatste ronde van de kiezersregistratie die op 21
januari jl. in de zuidelijke provincies van start ging, is tot op
heden relatief rustig verlopen met een opkomst die hoger was dan
verwacht. In Uruzgan konden nieuwe kiezers zich tot begin maart laten
registreren in elf registratiecentra verspreid over de provincie. Ook
boden mobiele teams mensen de gelegenheid zich te registreren. Door
deze teams was het voor vrouwen eenvoudiger om zich als kiezer te
laten registreren. Omdat de start van het registratieproces op sommige
plaatsen door logistieke problemen was vertraagd, blijven enkele
registratiecentra langer open. In Tarin Kowt zal een centrum tot kort
voor de verkiezingen open blijven om mensen die niet zijn bereikt
alsnog de gelegenheid te geven tot registratie.
Hoewel de TFU logistieke ondersteuning heeft geboden, was het
registratieproces een Afghaanse aangelegenheid, waarbij de beveiliging
werd verzorgd door de Afghaanse politie en het leger. Tot op heden
hebben zich slechts enkele veiligheidsincidenten voorgedaan. Officiële
cijfers zijn nog niet bekend, maar de opkomst was redelijk goed, ook
onder potentiële vrouwelijke kiezers.
Opbouw
In het algemeen verlopen de opbouwprogramma's in Uruzgan voorspoedig.
Nu programma's in de onderwijs- en basisgezondheidszorgsector op
schema liggen, vormt economische ontwikkeling in 2009 een belangrijk
thema. Verbetering van de infrastructuur, vergroting van het areaal te
irrigeren land en van productie per hectare, evenals het vermarkten
van geselecteerde producten, vormen de kern van een voor Uruzgan nieuw
programma van het Ministry of Rural Rehabilitation and Development
(MRRD). De diverse activiteiten van de partners van het Dutch
Consortium for Uruzgan (DCU), de microkredietorganisatie WOCCU, de
Food and Agricultural Organisation (FAO) van de VN en de Duitse
organisatie GTZ sluiten goed aan bij dit programma. Een technische
werkgroep is opgericht om samen met FAO zorg te dragen voor
coördinatie tussen de verschillende projecten en initiatieven. Het DCU
beschikt thans over een volledig functionerend gezamenlijk kantoor met
26 stafleden in Tarin Kowt. DCU werkt samen met tien lokale partners,
waarvan er zes recentelijk in de provincie actief zijn geworden.
De capaciteit van het lokale bestuur in Uruzgan blijft bescheiden.
Nederland blijft de noodzaak onderstrepen van een capabel en integer
bestuur om tot duurzame stabiliteit te komen op alle mogelijke
niveau's. Gesteld kan worden dat steun van buitenaf zoals thans door
Nederland verzorgd, onontbeerlijk is om de weg omhoog te kunnen
vasthouden. Ondersteuning van de lokale overheid via onder meer het
Independent Directorate for Local Governance (IDLG), de Asia
Foundation, GTZ en UNDP vergt continue betrokkenheid en coördinatie.
Bij de Nederlandse steun voor lokaal bestuur wordt gestreefd naar een
bundeling van krachten met andere partners in het zuiden van
Afghanistan.
In februari is een energiemissie in Uruzgan geweest om in kaart te
brengen wat in die sector de behoeftes en mogelijkheden zijn.
Momenteel vindt onderzoek plaats naar mogelijkheden voor de
verbetering van het watermanagement in Uruzgan. In annex 1 van deze
brief is gedetailleerde informatie opgenomen over de voortgang van de
Nederlandse activiteiten op het gebied van opbouw en ontwikkeling in
Afghanistan.
Drugsbestrijding
Gouverneur Hamdam heeft een eerste opzet voor een provinciaal
drugsbestrijdingsplan voor Uruzgan laten opstellen en zijn directeuren
opgedragen de diverse aspecten van het plan, waaronder voorzieningen
voor alternatieve bestaansmogelijkheden, op korte termijn nader uit te
werken. Het plan voorziet in een ambitieuze doelstelling van een
vermindering van 2600 hectare papaver ten opzichte van vorig jaar. De
helft hiervan zou op vrijwillige basis tot stand moeten komen, de
andere helft via eradicatie. In 2008 was eradicatie in Uruzgan echter
niet succesvol en werd slechts een fractie van de doelstellingen
gehaald. De TFU zal niet direct betrokken zijn bij de
papaver-eradicatie, maar slechts in extremis ondersteuning leveren.
Politieopbouw
Direct na de zelfmoordaanslag op de Afghaanse politie van 2 februari
jl. heeft minister van Binnenlandse Zaken Atmar een bezoek gebracht
aan Uruzgan om persoonlijk zijn medeleven te betuigen. Hij heeft bij
die gelegenheid een formeel onderzoek aangekondigd naar de toedracht
van de aanslag. Ook bezocht een Afghaanse inspectiecommissie Uruzgan
onder meer om de resterende problemen bij de betaling van
politiesalarissen te onderzoeken.
Nederland heeft gedurende het afgelopen jaar fors geïnvesteerd in de
opbouw en professionalisering van de Afghaanse politie en zal de
ondersteuning het komend jaar nog verder uitbreiden. Sinds december
vorig jaar zijn drie Nederlandse Police Mentoring Teams (PMT's) actief
die de Afghaanse politie-eenheden begeleiden die in oktober en
november vorig jaar het Amerikaanse Focused District Development (FDD)
trainingsprogramma hebben doorlopen. De PMT's bestaan uit
politietrainers van de Koninklijke marechaussee en militaire trainers
van de TFU. Deze teams zijn in drie districten (Tarin Kowt, Chora en
Deh Rawod) ontplooid waar zij de lokale politie in de dagelijkse
bezigheden bijstaan. Niet alleen wordt hiermee verzekerd dat de
politie het geleerde ook in de praktijk brengt, maar ook verbetert het
Nederlandse inzicht in het functioneren van het politiekorps hiermee
aanmerkelijk. Twee aanvullende PMT's zullen dit voorjaar worden
ontplooid.
Het door Nederland gefinancierde Politie Trainingscentrum (PTC) zal
deze maand gereed zijn. Met de VS is overeengekomen dat de volgende
FDD-trainingscyclus voor de politie van het Chora District vanaf eind
maart gezamenlijk zal worden uitgevoerd in het Nederlandse
trainingscentrum. Met de politie wordt overlegd over de aanstelling
van een Afghaanse staf voor het PTC en een zestal Afghaanse trainers
wordt thans opgeleid om in het centrum te werken. Ook EUPOL en
Australië hebben belangstelling getoond om in het PTC met Nederland
samen te werken.
Onlangs is het eerste Police Substation (PSS) dat met Nederlandse
financiering is gebouwd met enig ceremonieel geopend. Een tweede PSS
is al gereed en nog twee andere zijn in aanbouw. Daarnaast wordt
gewerkt aan een nieuw Provinciaal Operationeel Coördinatie Centrum
waar de Afghaanse politie, het leger en de veiligheidsdienst
informatie uitwisselen en hun optreden coördineren. Het huidige
centrum heeft al een coördinerende rol gespeeld bij de beveiliging van
het kiezersregistratieproces. Hoewel de operationele coördinatie en
samenwerking tussen het Afghaanse leger, de politie en de
veiligheidsdienst zich nog in een beginfase bevinden, is hiermee een
belangrijke eerste stap gezet. Met de komst van het nieuwe centrum zal
de Afghaanse personele bezetting van het centrum worden uitgebreid en
kan het beschikken over moderne communicatieapparatuur. Dit is een
belangrijke vervolgstap in de versterking van de coördinatie en
samenwerking op veiligheidsgebied.
Sinds de jaarwisseling zijn de eerste vijf Nederlandse politiemensen
in EUPOL Afghanistan ontplooid. Twee van hen werken in Uruzgan en de
overige drie bij het hoofdkwartier in Kaboel. Met de reeds aanwezige
drie medewerkers van de Koninklijke marechaussee in Uruzgan en een
civiele expert in Kaboel komt de Nederlandse bijdrage aan de missie op
negen personen. Het streven is de missie stapsgewijs te verdubbelen
naar een omvang van 400 internationale medewerkers. Nederland zal
daaraan een evenredige bijdrage leveren.
Leger
De vierde Brigade van het Afghaanse leger in de provincie Uruzgan
heeft zich de laatste tijd verder ontwikkeld. De omvang van de brigade
is stabiel met rond de 1750 ontplooide militairen en de nieuwe
commandant, generaal Hamid, zorgt voor versterking van de discipline
en vermindering van ongeoorloofde afwezigheid. Ook wordt vooruitgang
geboekt in de ontwikkeling van de planningscapaciteiten van het leger.
De samenwerking tussen het Afghaanse leger en de TFU is hecht. De
commandant van de TFU heeft meerdere malen per week contact met de
commandant van het Afghaanse leger. De staf van de TFU en van de
Afghaanse brigade synchroniseren wekelijks hun activiteiten. Vrijwel
alle operaties worden gezamenlijk gepland en uitgevoerd en een deel
van de operaties wordt succesvol door de Afghanen geleid. De
intensieve training en begeleiding door de militaire OMLT's, waarin
ook internationale partners een belangrijke rol vervullen, blijft een
belangrijk onderdeel van de militaire bijdrage aan ISAF. De afgelopen
periode bleken de eenheden van het Afghaanse leger steeds beter in
staat het initiatief te nemen lokale veiligheidsproblemen op te
lossen. Voor het eerst hebben eenheden van de vierde Brigade
zelfstandig acties tot op compagniesniveau gepland en uitgevoerd.
Tijdens een recente operatie hebben het Afghaanse leger en de politie
met ondersteuning van ISAF-troepen een mogelijke zelfmoordenaar nabij
Deh Rawod gearresteerd. Ook is een konvooi van en naar Kandahar
inmiddels door de Afghanen zelf gepland en vervolgens met
ondersteuning van de TFU uitgevoerd.
De brigade is echter tot op heden niet compleet en mist nog een derde
infanteriebataljon (`kandak'). Hierdoor kan de brigade niet volledig
meedraaien in het aanvullende trainingsprogramma voor het leger. De
ondervulling van de brigade gaat ten koste van de operationele inzet.
Tot op het hoogste niveau is bij de Afghaanse regering aangedrongen
het derde kandak zo spoedig mogelijk in Uruzgan te ontplooien. Zo
heeft de minister van Defensie zijn Afghaanse collega onlangs over
deze kwestie aangeschreven.
Ontwikkelingen in de Nederlandse militaire bijdrage
Operationele behoeften en internationale partners
De integratie en samenwerking met de Australische, Franse, Slowaakse,
Tsjechische, en Singaporese eenheden verlopen goed. De eenheden
leveren waardevolle bijdragen aan het gezamenlijke optreden in
Uruzgan. In annex 2 is een overzicht opgenomen van de internationale
partners in Uruzgan. Door de goede resultaten die in 2008 in Uruzgan
konden worden geboekt, is de inktvlek gestaag uitgebreid. Vergeleken
met vorig jaar wordt nu een groter gebied bestreken en slagen we erin
samen met het Afghaanse leger en met behulp van partners, nieuwe
gebieden in te trekken en een steeds groter deel van de bevolking te
bereiken. De Taliban blijven echter actief, waardoor de
veiligheidssituatie ook binnen de inktvlek onverminderd aandacht
blijft vragen. Het Afghaanse leger en de politie boeken zoals gezegd
goede vooruitgang, maar zijn op dit moment nog niet in staat
zelfstandig gebiedsdelen over te nemen. Een aanhoudende, intensieve
begeleiding van het Afghaanse leger en de politie is nodig. Mede
daardoor is een verdere reductie in de Nederlandse troepenaantallen
vooralsnog niet mogelijk.
Daarnaast zijn gedurende de nieuwe missie diverse aanvullende
behoeften ontstaan. Hieronder volgt een kort overzicht van de
behoeften die in diverse brieven of algemene overleggen met de Kamer
zijn gedeeld. Zo worden PMT's ingezet om de opbouw van de Afghaanse
politie te ondersteunen. Deze teams vangen de Afghaanse politieagenten
op na hun initiële opleiding en begeleiden en ondersteunen hen in hun
dagelijkse werkzaamheden. Dit blijkt cruciaal voor de bestendiging van
de opleiding. Bovendien is de logistieke organisatie van de TFU
versterkt en wordt een C-130 transportvliegtuig ingezet voor
strategisch luchttransport. Hoewel door deze inzet meer
defensiepersoneel wordt uitgezonden, zijn de kosten voor dit
luchttransport fors lager dan bij inhuur. Ten slotte wordt een grote
extra inspanning geleverd om de dreiging van IED's het hoofd te
bieden.
De Nederlandse bijdragen aan de ISAF-hoofdkwartieren in Kaboel en in
Kandahar zijn de komende periode tijdelijk hoger. Omdat Nederland de
commandant levert van RC-S in Kandahar worden daar extra militairen
ingezet. In de tweede helft van 2009 zal bovendien een deel van het
NAVO-hoofdkwartier van het Duits-Nederlands Legerkorps uit Münster,
waar Nederlandse militairen integraal deel van uit maken, als
onderdeel van een reguliere rotatie ten behoeve van het hoofdkwartier
van ISAF in Kaboel worden ingezet.
Daarnaast zijn in de afgelopen maanden belangrijke nieuwe behoeften
aan de orde gekomen die nog niet eerder met de Kamer zijn gedeeld. Zo
bestaat dringend behoefte aan de inzet van commando's en mariniers ter
verbetering van de inlichtingenpositie. Eind 2007 is de inzet van
Nederlandse commando's gestopt. Vanaf april zullen wederom Nederlandse
commando's en mariniers, 76 in totaal, in Afghanistan worden ingezet.
Deze inzet is gericht op het uitvoeren van verkenningen, het
verzamelen van inlichtingen en het aangrijpen en arresteren van
Talibanleiders en insurgents die zich bezig houden met het plegen van
aanslagen en het plaatsen van IED's. De militairen zullen door het
hoofdkwartier van ISAF worden aangestuurd. Zij zullen voornamelijk
optreden in Uruzgan, maar kunnen in voorkomend geval ook daarbuiten
worden ingezet. De ontplooiing zal plaatsvinden voorafgaand aan de
Afghaanse verkiezingen. Als gevolg van deze inzet kan een
infanteriepeloton van 30 militairen uit Uruzgan worden teruggetrokken.
Een tweede behoefte betreft een aanvulling op de eerder genoemde
Counter IED maatregelen. Om IED's beter te kunnen ontdekken zullen
Nederlandse F-16's voor een operationele beproeving worden uitgerust
met speciale apparatuur. De F-16's blijven opereren vanaf Kandahar.
Door de diverse additionele behoeften en de deelname aan
hoofdkwartieren ontstaat een piek in het aantal Nederlandse militairen
dat in Afghanistan actief is. Het aantal militairen zal voor enkele
maanden in de buurt van de 2000 komen. Na de tijdelijke Nederlandse
inzet in de ISAF-hoofdkwartieren daalt het aantal militairen naar
ongeveer 1850 in januari. Tijdens het algemeen overleg met de Kamer op
19 oktober 2008 is gevraagd naar de stafcapaciteit van de TFU. De staf
bedraagt 7 procent van de personele sterkte van de TFU. Ruim driekwart
van de TFU komt regelmatig "buiten de poort".
Tijdens het vragenuur van 10 maart jl. hebben de leden Haverkamp en
Eijsink het rapport "Intelligence Operations and Metrics in Iraq and
Afghanistan" van onderzoeksinstituut RAND van eind 2008 aan de orde
gesteld. Hun vragen betroffen in het bijzonder de aanbevelingen op
pagina 81 en 82 in dit rapport. Deze aanbevelingen hebben onder meer
betrekking op methoden en technieken om informatie beter te kunnen
delen en op de bereidheid van de betrokken landen hiertoe. De
samenwerking op het gebied van inlichtingen is sinds het begin van de
missie sterk verbeterd. Zoals uit het rapport blijkt, waren de
uitdagingen op dit gebied in de beginfase van onze missie in Uruzgan
groot. Het rapport geeft duidelijk aan hoe belangrijk een goede
inlichtingenpositie is bij een complexe counter insurgency operatie.
Voor alle partijen is duidelijk dat vergaande samenwerking essentieel
is. Er zijn daarom afspraken gemaakt voor inlichtingenuitwisseling met
partnerdiensten in Zuid-Afghanistan. Bij de ontplooiing van de TFU is
gekozen voor samenwerkende en gezamenlijk gehuisveste
inlichtingenelementen van Nederland en Australië op Kamp Holland.
Inmiddels is sprake van een geïntegreerde Nederlands-Australische
inlichtingencel. Met andere inlichtingenelementen is gekozen voor
periodiek overleg en de uitwisseling van inlichtingenproducten. Deze
maatregelen hebben geresulteerd in een aanzienlijke verbetering van de
inlichtingenpositie van de TFU. Ook is meer dan in het begin sprake
van de in het rapport genoemde need-to-share mentaliteit. Hoewel de
samenwerking op dit moment dus goed verloopt, blijft verdere
verbetering een doelstelling.
De inzet van de Sperwer in Uruzgan heeft een grote meerwaarde voor de
Nederlandse militairen. De inzet van de Sperwer was voorzien tot 1
maart. Zoals onder meer gemeld in de brief van 12 januari 2008
(Kamerstuk 30 806 nr. 8) zal Defensie daarna civiele Unmanned Aerial
Vehicle (UAV)-capaciteit inhuren bij de firma Aeronautics.
Geconstateerd is dat voor de UAV's een kleine afzonderlijke
landingsbaan moet worden aangelegd, waardoor het systeem pas vanaf
eind mei inzetbaar is. Het is mogelijk gebleken om de inzet van de
Sperwer te verlengen tot eind april. Een verdere verlenging van de
Sperwer-inzet is niet mogelijk. In de maand mei zal voor de behoefte
aan luchtgrondwaarnemingscapaciteit moeten worden teruggevallen op
bondgenoten.
Financiën
Om de dreiging van IED's te adresseren is een breed plan van aanpak
Counter IED opgesteld. Voor dit plan van aanpak is op de
defensiebegroting vooralsnog een bedrag van 78,6 miljoen euro
vrijgemaakt. Inmiddels zijn materieel voor onderzoek van voertuigen,
detectiemiddelen en aanvullende uitrusting voor de genie aangeschaft,
waarmee een bedrag van EUR 10,6 miljoen is gemoeid. In het kader van
de inzet van nieuw materieel en nieuwe technieken is EUR 17 miljoen
van de defensiebegroting en EUR 2,7 miljoen van de HGIS-voorziening
voor onderhoud, herstel en transportuitgaven benut. Voor dit bedrag
zijn onder meer negen extra Bushmasters verworven, die worden voorzien
van onderzoeksarmen met sensoren, die bovendien in de grond kunnen
graven. Deze Bushmasters zijn een aanvulling op de eerder verworven 48
stuks. Daarnaast is dit bedrag aangewend voor onder meer de inzet van
honden voor explosievenopruiming, onbemande grondsensoren en een op
afstand bestuurd onderzoeksvoertuig. In totaal is in het kader van het
plan van aanpak Counter IED nu EUR 27,6 miljoen besteed.
Los van de uitgaven in het kader van het plan van aanpak Counter IED
is voor de aanschaf van extra jammers, waarmee radiogolven van op
afstand bestuurde IED's kunnen worden gestoord, een extra bedrag van
EUR 26,7 miljoen van de defensiebegroting en EUR 9,3 miljoen van de
HGIS-voorziening voor onderhoud, herstel en transportuitgaven
aangewend. Om de Fennek-voertuigen beter tegen IED's te beschermen is
een contract getekend voor de levering van beschermingspakketten in de
tweede helft van 2009. Daarmee wordt uitvoering gegeven aan de
motie-Knops c.s. (Kamerstuk 31700 X nr. 43). Om zeker te zijn van
tijdige levering is het contract vóór de voltooiing van de tests
getekend. Hiermee is EUR 3,6 miljoen van de defensiebegroting en EUR
2,6 miljoen van de HGIS-voorziening voor onderhoud, herstel en
transportuitgaven gemoeid.
In de artikel-100 brief over de verlenging (Kamerstuk 27 925, nr. 925)
is gemeld dat de raming voor stage III van ISAF EUR 270 miljoen per
jaar zou bedragen. De totale raming, vanaf de start in augustus 2006
tot het eind in augustus 2010 is vastgesteld op EUR 1.235 miljoen. Dit
is inclusief de raming van EUR 115 miljoen voor de redeployment. Op
basis van de huidige informatie moet de raming voor ISAF III met EUR
76 miljoen worden bijgesteld tot EUR 1.311 miljoen. De overschrijding
wordt mede veroorzaakt door uitgaven die verband houden met de
stijgende personele aantallen, zoals uitzendtoelages en voeding.
Daarnaast stijgen de uitgaven voor het onderhoud aan infrastructuur en
de transportkosten. Met de inhuur van luchtgrondwaarneming is ongeveer
EUR 34 miljoen gemoeid. Het verwachte tekort op de structurele
voorziening `uitvoeren crisisbeheersingsoperaties' HGIS op de
defensiebegroting zal in 2009 EUR 50 miljoen bedragen. Dit tekort zal
bij Voorjaarsnota worden verwerkt.
Annex 1: Wederopbouw en ontwikkeling
Onderstaand overzicht is een vervolg op de bijlage van de stand van
zakenbrief van oktober 2008 (Kamerstuk 27925 nr. 325).
Onderwijs
In het kader van het EQUIP-programma zullen in Uruzgan in totaal 77
scholen worden gebouwd; veertien scholen hiervan zijn nu reeds klaar.
Hiervan zijn 9 scholen in de afgelopen 4 maanden gebouwd. Van 7
scholen is het aanbestedingsproces momenteel gaande.
Via het NGO programma dat zich specifiek richt op het alsnog laten
instromen in het lager onderwijs van kinderen met een leerachterstand
of kinderen die zelfs nog nooit naar school zijn geweest, zijn in de
betreffende periode o.a. de volgende resultaten geboekt:
* 20 lespakketten zijn bezorgd bij 14 scholen in het district Tarin
Kowt en in totaal 6 scholen in het district Chora, waarvan één
school in Chora in de afgelopen vier maanden is toegevoegd.
* Van de nu in totaal 48 radioprogramma's zijn er 14 in de afgelopen
vier maanden geproduceerd door in totaal 180 kinderen van 7
scholen in Uruzgan en uitgezonden in Tarin Kowt.
* 70 accelerated learning classes zijn opgezet, met in totaal 1932
leerlingen, waarvan 261 meisjes en 1671 jongens.
* In Tarin Kowt is een centrum voor straatkinderen en werkende
kinderen opgezet, hierbij zijn 70 jongens en 30 meisjes
ingeschreven.
Gezondheidszorg
Via een Afghaanse NGO wordt het nationale overheidsprogramma Basic
Package of Health Services (BPHS) in Uruzgan geïmplementeerd. In de 10
bestaande gezondheidscentra is hierdoor de dienstverlening verbeterd.
* Met behulp van ondermeer in totaal 73 community health workers,
waarvan 20 zijn gerecruteerd in de 4 afgelopen maanden, wordt ook
basale gezondheidszorg gegarandeerd in afgelegen gebieden. 43 van
de 73 community health workers zijn vrouwen.
* Met Nederlandse financiering worden 12 nieuwe Basis
Gezondheidscentra en Subcentra gebouwd en uitgerust om de
bereikbaarheid van gezondheidsdiensten te vergroten. Eén BHC en
één Sub-Centre van deze 12 zijn inmiddels in gebruik. In het derde
kwartaal van 2008 werden 114.684 patiënten poliklinisch behandeld
waarvan 41% vrouw. 815 patiënten werden opgenomen en 5.944 naar
elders verwezen.
* Andere activiteiten die Nederland binnen dit programma heeft
gefinancierd betreffen ondermeer provinciebrede
vaccinatiecampagnes. Hierdoor kon 67% van de kinderen onder 1 jaar
worden ingeënt tegen kinderziektes, 135.704 kinderen onder 5 jaar
(92%) worden gevaccineerd en 56% van de zwangere vrouwen tegen
tetanus worden ingeënt.
* De beide uitvoerende organisaties op het gebied van geestelijke
gezondheid hebben een MoU ondertekend om hun samenwerking in
Uruzgan te optimaliseren.
* Het voorlichtingsprogramma op het terrein van gezondheid en
hygiëne is nu uitgevoerd via in totaal 160 dorpsgemeenschapwerkers
en 60 religieuze leiders in Uruzgan, waarvan in de afgelopen 4
maanden 41 dorpsgemeenschapwerkers en 15 religieuze leiders aan
het programma zijn toegevoegd.
Watermanagement
Momenteel wordt een onderzoek opgestart dat moet resulteren in een
rapport over het huidige waterbeheer en toekomstige water- management
opties in Uruzgan. Deze studie zal als aanzet dienen voor een
integrated water management plan en is voorzien voor medio 2009.
Private sector ontwikkeling
Het voor Afghanistan beschikbare bedrijfsleveninstrumentarium is bij
het Afghaanse bedrijfsleven en -organisaties geïntroduceerd. Dit
betreft de Match Making Facility, het PSI+ programma en het Fonds
Economische Opbouw Uruzgan (FEOU). Het aantal aanvragen voor deze
programma's is tot nu toe gering. De inzet is het komende jaar een
aantal potentiële aanvragers te identificeren en te stimuleren van
deze mogelijkheden gebruik te maken.
Quick & Visible Projects
Sinds september 2006 zijn in totaal 14 korte en voor de bevolking
zichtbare activiteiten' met Nederlandse financiering uitgevoerd door
een negental Afghaanse NGO's. In meer dan 500 dorpen in alle zes
districten van de provincie Uruzgan zijn naast een grote hoeveelheid
infrastructurele projecten ook in totaal meer dan 400 boomgaarden en
zes kwekerijen voor fruitbomen opgezet, waarvan drie in de afgelopen
vier maanden. In totaal zullen ongeveer 60.000, mensen hiervan gebruik
kunnen maken.
CIMIC
In het kader van CIMIC zijn door het PRT sinds augustus 2006 vele
kleinere projecten uitgevoerd, voornamelijk in gebieden die pas recent
onder controle van ISAF en de Afghaanse veiligheidsdiensten zijn
gebracht. CIMIC-projecten vormen de opmaat voor meer grootschalige
activiteiten door de Afghaanse overheid en nationale en internationale
NGO's.
Resultaten:
* In totaal zijn sinds augustus 2006 ongeveer 740 projecten
uitgevoerd.
* In de periode augustus 2008-maart 2009 betrof het ruim 200
activiteiten.
* Van deze 200 vallen er meer dan 170 onder de component
'Economische en Sociale Ontwikkeling' van het Afghaanse Nationale
Ontwikkelingsplan ANDS.
* Voorbeelden zijn: vele kilometers oeverbescherming ter voorkoming
van schade door overstromingen, tientallen kleine
waterkrachtcentrales (zg. Hydro Electric Power Plants of HEPPs),
tientallen putten voor veilig drinkwater, het opknappen van wegen
in landelijke gebieden, zonnepanelen voor huishoudens.
* Daarnaast is een aantal publieke gebouwen opgeknapt.
Rurale ontwikkeling
MRRD
Sinds medio 2006 voert het ministerie voor Rurale Rehabilitatie en
Ontwikkeling (MRRD) drie programma's uit in de provincie Uruzgan.
Resultaten:
* In totaal zijn 69 projecten van het National Area Based
Development Programme (NABDP) in uitvoering, hiervan zijn 25
projecten inmiddels afgerond, waarvan 10 in de afgelopen vier
maanden. Deze projecten richten zich op duurzame rurale
ontwikkeling en capaciteitsopbouw van het provinciale bestuur. In
totaal zijn 39 van deze 67 projecten bestemd voor Uruzgan,zijn
inmiddels aanbesteed, waarvan 14 in de afgelopen vier maanden.
* Het National Solidarity Programme (NSP) heeft 24 projecten op het
gebied van wegen, oeverbescherming en irrigatie uitgevoerd. In
totaal zijn 10 projecten nog in uitvoering en zullen binnenkort
worden afgerond.
* Het National Rural Access Programme (NRAP) bouwt drie wegen met
een lengte van resp. 8,6 km, 9,5 km en 4,9 km in Uruzgan. Twee
daarvan zijn vrijwel voltooid; de derde zal in de komende maanden
worden afgerond.
GSE
Het tuinbouwbedrijf GSE (Growing Sales Exchange) beheert een aantal
projecten in Uruzgan dat met name is gericht op het gebied van
saffraanteelt en fruitteelt.
Resultaten:
* Met succes is bij in totaal 281 boeren, waarvan 55 in de afgelopen
periode, in Tarin Kowt, Chora en Deh Rawod gedurende twee
seizoenen saffraan geplant. De eerste oogst van het saffraan dat
in 2007/2008 werd geplant betrof 41,5 kg. Dit is een voor de
boeren belangrijke oogst gezien de sterk gestegen prijzen op de
wereldmarkt. Eind augustus 2008 werd opnieuw saffraan geplant (130
ton saffraanbollen) en de eerste oogst wordt eind 2009 verwacht.
* Begin 2008 zijn 100.000 fruitbomen aangeschaft en gedistribueerd
in Tarin Kowt, Chora en Deh Rawod. Eind 2008 zijn er opnieuw
100.000 fruitbomen geleverd, met name amandelbomen, deels voor
zelfvoorziening (20.000 huishoudens) en deels voor de fruitmarkt
(ongeveer duizend kleine ondernemers).
* Vanwege de sterke vraag vanuit andere districten van Uruzgan zijn
nu ook 30.000 fruitbomen ter beschikking gesteld voor 6000
families in het district Khas Uruzgan.
* Naast de projecten met groentezaden en kippen die vooral op
vrouwen zijn gericht, zijn ook aan 4000 huishoudens druivenstekken
verstrekt.
De twee Afghaanse NGO's die financiering ontvangen voor de aankoop en
distributie van fruitbomen, zaad en kunstmest hebben in de afgelopen
drie maanden zes kwekerijen voor fruitbomen in Tarin Kowt, Deh Rawod,
Chora en Khas Uruzgan opgezet.
Fruitteelt
GTZ distribueert 130.000 fruitbomen en andere soorten bomen in het
kader van herbebossing en natuurbehoud. Met de aanplant door NGO's van
50.000 bomen en 230.000 bomen door GSE komt daarmee de aanplant sinds
begin 2008 op meer dan 350.000 bomen. Op de kwekerijen van een
Afghaanse landbouworganisatie worden over de komende 18 maanden bijna
1 miljoen fruitbomen gekweekt.
FAO
Het ambitieuze graanzaadproject van de FAO t.b.v. Uruzgan is eind 2008
deels afgerond en zal naar verwachting een grote impact hebben op de
voedselzekerheid in de komende jaren; de landbouwontwikkeling
stimuleren en bijdragen aan stabiliteit. In het najaar van 2008 is
gecertificeerd en hoogwaardig tarwezaad en kunstmest onder duizenden
families verspreid in alle districten van Uruzgan. Een deel van dit
zaad is als gevolg van de veiligheidssituatie helaas te laat verspreid
om nog in 2008 geplant te kunnen worden. Het zaad kan echter in
oktober 2009 alsnog geplant worden.
GTZ
Naast de aanleg van een provinciale weg tussen Tarin Kowt en Chora,
richten de activiteiten van GtZ zich met name op het gebied van rurale
ontwikkeling en landbouw. Momenteel is een team van vijf buitenlandse
deskundigen en tien Afghanen werkzaam in Uruzgan. Nog deze maand zal
dit aantal worden aangevuld met nog een additionele buitenlandse
deskundige op het gebied van goed bestuur.
Veeteeltontwikkeling
Op het gebied van veeteeltontwikkeling heeft een NGO 10
paraveterinaire trainees en 5 laboranten trainees geselecteerd.
Daarnaast is een analyse gemaakt van de huidige activiteiten op het
gebied van diergezondheid en is een eerste lading veterinaire
medicijnen en vaccinaties naar de provincie gestuurd.
WOCCU
Het programma van WOCCU verloopt voortvarend, de eerste twee
financiële instellingen zijn opgericht.
Resultaten:
* In de zomer van 2008 vond de inauguratie plaats van de eerste
Islamic Investment and Finance Cooperative in de provincie
Uruzgan, een door Nederland en USAID gefinancierde activiteit van
WOCCU in opdracht van MISFA. De eerste IIFC bevindt zich in Tarin
Kowt, in november werd een tweede IIFC opgericht in Deh Rawod,
* Inmiddels zijn in totaal 367 kredieten verstrekt (waarvan 160 in
de afgelopen 4 maanden), waarvan 3 aan vrouwen, met een totaal van
182.500 USD; de coöperatie telt thans 1.065 leden (370 in Deh
Rawod, 695 in Tarin Kowt), waarvan 8 vrouwen. Van deze in totaal
1.065 leden zijn 321 in de afgelopen periode erbij gekomen. De
kredieten zijn hoofdzakelijk gericht op landbouw en handel. WOCCU
ontwikkelt op dit moment plannen voor het verstrekken van
microkrediet t.b.v. gebruik zonne-energie voor verlichting en
irrigatie. Daarnaast probeert men om samen met een coöperatieve
bank verdere diensten te kunnen verlenen aan het MKB.
* De functioneel specialisten (IDEA) zijn betrokken bij het geven
van de ILO training `Start and Improve Your Business'.
Annex 2: Internationale partners
* Australië heeft een Mentoring Reconstruction Task Force (MRTF)
ontplooid in Uruzgan. Deze eenheid bestaat uit een OMLT-, een
beveiligings- en een genie-eenheid. Tevens levert Australië vier
maal een chirurgisch team (elk team 2 maanden) ten behoeve van het
Role-2 ziekenhuis op Tarin Kowt. Het derde chirurgische team is
begin februari 2009 begonnen; het vierde team is voorzien in
augustus 2009. Momenteel zijn onderhandelingen gaande met
betrekking tot een eventueel vijfde team voor het Role-2
ziekenhuis in Tarin Kowt.
* Het uitstel van de ontplooiing van een derde Infanterie Kandak van
januari 2009 tot tweede helft 2009 heeft gevolgen gehad voor de
beoogde Hongaarse bijdrage. Hongarije heeft recent herbevestigd
dat zijn aanbod, te weten een OMLT (voor het derde infanterie
Kandak) en drie stafofficieren, niet is gewijzigd.
* Slowakije zet momenteel 45 militairen in voor kampbewaking in
Tarin Kowt, 2 militairen voor de staf van het PRT en vier
militairen voor het OMLT voor het Combat Service Support Kandak.
In maart 2009 verhoogt Slowakije de kampbewaking voor Tarin Kowt
tot 50 militairen. Bovendien neemt Slowakije deze maand de
kampbewaking in Deh Rawod over van Tsjechië.
* Tsjechië heeft 63 militairen in Deh Rawod ten behoeve van de
kampbewaking. In maart 2009 wordt deze kampbewaking overgenomen
door Slowakije. Tsjechië zal vanaf deze maand geen inspanning meer
verrichten in Uruzgan en zich richten op zijn eigen PRT in de
provincie Loghar.
* Frankrijk levert een OMLT met een geïntegreerde
beveiligingseenheid. Deze bijdrage omvat ongeveer 70 militairen en
opereert vanuit Deh Rawod.
* Singapore levert medische staf ten behoeve van het role 2
ziekenhuis op Kamp Holland. De bijdrage zal in ieder geval tot mei
2009 duren.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken