Kamerbrief inzake besluit over een Nederlandse militaire eenheid aan de
VN/AU-vredesmissie in Darfur-UNAMID
13-03-2009 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Hierbij informeren wij u, conform artikel 100 lid 1 van de Grondwet en
aan de hand van het Toetsingskader 2001, over het besluit van de
regering geen ondersteunende militaire eenheid bij te dragen aan de
vredesmissie van de Afrikaanse Unie en de Verenigde Naties in Darfur
(UNAMID).
De regering heeft u op 13 juli 2007, een half jaar voor het begin van
de ontplooiing van UNAMID, geïnformeerd over haar voornemen een
onderzoek te beginnen naar de mogelijkheid en wenselijkheid van een
bijdrage aan UNAMID in de vorm van een ondersteunende militaire
eenheid, waarbij met name is gekeken naar een veldhospitaal.
Bij de start van het onderzoek is aan de Verenigde Naties gemeld dat
werd gekeken naar een bijdrage op basis van samenwerking met
Scandinavische landen, die onder meer verantwoordelijk zouden zijn
voor de "force protection". Op deze wijze heeft de regering ernaar
gestreefd om vanaf het begin van het onderzoek een van de centrale
aandachtspunten uit het Toetsingskader 2001 zeker te stellen, te weten
de samenwerking met relevante militaire partners. De VN was zich
steeds bewust van het belang van deze overweging voor de uitkomst van
het Nederlandse onderzoek.
Bij de beslissing over het leveren van een concrete Nederlandse
militaire bijdrage aan een operatie, betrekt de regering telkens de in
het Toetsingskader vermelde factoren, zoals de verdeling van
verantwoordelijkheden, de veiligheidssituatie, de risico's en de
lasten, en de aard en omvang van de bijdragen van relevante landen. De
regering beziet deze factoren uiteraard ook in hun onderlinge
samenhang.
Het Scandinavische troepenaanbod voor UNAMID werd door de Sudanese
autoriteiten afgewezen, waarop de Scandinavische partners op 10
januari 2008 hun aanbod formeel terugtrokken. Sindsdien is er
veelvuldig contact geweest tussen Nederland en de Verenigde Naties om
een alternatieve oplossing te vinden binnen de elementen van het
Toetsingskader. Inmiddels heeft de Verenigde Naties besloten op zoek
te gaan naar een alternatieve bijdrage voor de levering van het
gewenste veldhospitaal (zie bijgevoegde Note Verbale). De regering
heeft om die reden besloten het onderzoek naar de mogelijkheid en
wenselijkheid van een bijdrage door Nederland met een negatief besluit
te beëindigen.
De regering betreurt het dat om verschillende reden, waaronder de
positie van de regering van Sudan het Scandinavische voorstel af te
wijzen ten aanzien van de ontplooiing van UNAMID, niet de
omstandigheden zijn gecreëerd waaronder de regering tot een ander
besluit had kunnen komen over een Nederlandse bijdrage aan deze
vredesoperatie.
In betreffende brief verzoekt de VN om blijvende Nederlandse
betrokkenheid bij Verenigde Naties vredesoperaties in Afrika. De
Nederlandse regering staat positief tegenover dit verzoek, mits dit
past binnen de Nederlandse randvoorwaarden. Zodra de regering mocht
besluiten de mogelijkheid en wenselijkheid hiervan nader te
onderzoeken, zal Uw Kamer hiervan conform gebruik op de hoogte worden
gesteld.
De minister van Buitenlandse Zaken De minister van Defensie
drs. M.J.M. Verhagen E. van Middelkoop
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking
drs. A. G. Koenders
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken