1 1
> Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Plesmanweg 1-6
der Staten-Generaal 2597 JG Den Haag
Binnenhof 4 Postbus 20901
2500 EX Den Haag
2513 AA DEN HAAG T 070 351 61 71
F 070 351 78 95
Contactpersoon
---
T -
Ons kenmerk
VENW/DGMO-2009/206
Uw kenmerk
Datum 13 maart 2009 -
Onderwerp Kamervragen van mevrouw Roefs over de startnotitie Ring Utrecht Bijlage(n)
---
Geachte voorzitter,
Bijgaand doe ik u, mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer de antwoorden toekomen op de vragen gesteld door het
kamerlid Roefs over de startnotitie Ring Utrecht. De vragen zijn gesteld tijdens
het MIRT-overleg van 15 december 2008.
Voordat ik in detail op de vragen inga die hieronder verwoord zijn wil ik met
nadruk stellen dat de startnotitie die 5 december 2008 voor inspraak is
vrijgegeven, juist in goede samenwerking met de regio Utrecht tot stand is
gekomen. Deze planstudie Ring Utrecht maakt onderdeel uit van een integrale en
gebiedsgerichte benadering, we trekken gezamenlijk op en we zien nu de eerste
concrete resultaten.
Aan de basis van de planstudie staat een verkenning, die door regio en rijk is
uitgevoerd, van de bereikbaarheidsproblemen in de regio Midden-Nederland en
Amersfoort uit 2006. Deze verkenning heeft het karakter van een
netwerkanalyse. Dit houdt in dat het hele mobiliteitssysteem onderwerp van
studie was, en niet alleen de hoofdwegen. In samenhang met de uitbreiding van
de wegcapaciteit worden daarom ook andere oplossingsrichtingen beschouwd,
zoals openbaar vervoer, mobiliteitsmanagement en de fiets.
De conclusie, die uit de verkenning voortkwam, en door alle betrokkenen wordt
onderschreven, is immers dat er in de regio Utrecht sprake is van een hardnekkig
bereikbaarheidsprobleem.
Oplossingsrichtingen zoals alleen maar meer en verbeterd openbaar vervoer,
mobiliteitsmanagement of alleen uitbreiding van de weginfrastructuur blijken elk
op zich geen afdoende oplossing te bieden. De problematiek in de regio Utrecht
vereist dat op alle fronten wordt ingezet.
In het kader van de pakketstudies Utrecht en het samenwerkingsprogramma
VERDER wordt daarom een integraal maatregelpakket ontwikkeld om de
bereikbaarheid van de regio Utrecht te verbeteren.
a
Pagina 1 van 5
Een belangrijk onderdeel van de pakketstudies is de planstudie Ring Utrecht. De
startnotitie is de eerste stap in de planstudie waarin bekend wordt gemaakt welke
alternatieve oplossingen worden onderzocht en welke aspecten hierbij worden Ons kenmerk
bekeken. De bekendmaking van dit document is de eerste stap in de Tracéwet VENW/DGMO-2009/206
procedure. Dit is de geëigende procedure die gevolgd wordt als het gaat om
aanpassingen in de weginfrastructuur.
Op dit moment zijn vijf alternatieven op hoofdlijnen in studie genomen (inclusief
het nulalternatief), deze zijn weergegeven in de startnotitie Ring Utrecht. Ik
begrijp de belangen die spelen. Ik benadruk dat om alle belangen zorgvuldig af te
wegen en iedereen gelijk te behandelen alle mogelijke oplossingen op dit moment
in kaart gebracht zijn.
Belangrijk gegeven bij de Ring Utrecht is namelijk dat juist vanwege al die
belangen en de complexiteit het niet mogelijk is om nu meteen één
voorkeursoplossing aan te geven. Er is nog geen keuze gemaakt en ook de
inspraakreacties zullen mede bepalend zijn in de keuze van een
voorkeursalternatief.
Het voorkeursalternatief wordt naar verwachting opgebouwd uit de meest
kansrijke onderdelen van de alternatieven die zijn opgenomen in de startnotitie.
Dit alternatief dient in voldoende mate een oplossing te bieden voor de
bereikbaarheidsproblematiek en te voldoen aan wet- en regelgeving (onder
andere luchtkwaliteit en geluidsbelasting), heeft goede aandacht voor inpassing,
is uitvoerbaar en maakbaar is en moet passen binnen het beschikbare budget.
Juist om alle belangen goed in kaart te kunnen brengen is de startnotitie Ring
Utrecht voor inspraak vrijgegeven. De inspraakperiode liep aanvankelijk van
5 december 2008 tot 16 januari 2009. Om nog beter recht te doen aan de
inspraak is de termijn van reactie tot 30 januari 2009 verlengd. Dit is de
afgelopen tijd gecommuniceerd via de diverse relevante websites en tijdens de
inspraakavonden die hebben plaatsgehad. Ik kan hierbij aangeven dat er 3039
inspraakreacties zijn binnengekomen, waarvan 2100 unieke.
Specifieke vragen naar aanleiding van het debat van 15 december 2008
Welke partijen zijn betrokken bij de totstandkoming van de startnotitie Ring
Utrecht
De startnotitie Ring Utrecht is een gezamenlijk product van de ministers van
VROM en VenW, de provincie Utrecht en de gemeente Utrecht. De startnotitie is
diverse malen besproken in het UVVB (het Utrechts Verkeer en Vervoer Beraad),
dat is het bestuurlijk overleg orgaan in de regio Utrecht, waar alle regiopartijen in
vertegenwoordigd zijn.
De startnotitie is in nauwe samenwerking met het programma VERDER ontwikkeld
waarbij medewerkers van alle gemeenten, het BRU en de provincie zijn
betrokken.
Er is voorafgaand aan het uitbrengen van de startnotitie een oproep voor ideeën
geplaatst in het kader van Inspraak Nieuwe Stijl (INS). Veel ideeën zijn verwerkt
in de startnotitie. De alternatieven zijn tevens een aantal keren besproken met
diverse maatschappelijke organisaties. De startnotitie is ook op de agenda
geweest van een overleg met bewonersorganisaties. Tenslotte heeft een
burgerpanel meegedacht bij de ontwikkeling van de alternatieven.
Pagina 2 van 5
Hoe integraal/gebiedsgericht is de startnotitie Ring Utrecht nu werkelijk
Deze planstudie Ring Utrecht, maar ook de planstudies knooppunt Hoevelaken, de Ons kenmerk
A27/A1 Utrecht-knooppunt Eemnes-Amersfoort en de A28 Utrecht-Amersfoort, VENW/DGMO-2009/206
zijn onderdeel van de pakketstudies Utrecht en het programma VERDER.
Het scala aan opties en mogelijke oplossingsrichtingen vanuit de diverse
modaliteiten, wordt op een gebiedsgerichte wijze aangepakt. De opties en
mogelijkheden van VERDER zijn in de startnotitie opgenomen en worden onder de
naam "niet verbreden alternatief" onderzocht. Hierin wordt gekeken naar de
mogelijkheden die bestaan die niet gericht zijn op het aanpassen van het hoofd-
en onderliggend wegennet. Hierbij kan worden gedacht aan maatregelen op het
gebied van openbaar vervoer, fiets en mobiliteitsmanagement.
Ook is er een sterke samenhang met de ruimtelijke ontwikkelingen. De A12 zone,
ontsluitingsmogelijkheden voor Rijnenburg en de ontwikkelingen van Almere zijn
nadrukkelijk een belangrijk punt van aandacht in de studie.
Wordt ook gekeken naar Openbaar Vervoer
Ja, er wordt ook gekeken naar Openbaar Vervoer. Er wordt gekeken of het
mogelijk is de problemen op te lossen via Openbaar Vervoer, fiets,
mobiliteitsmanagement of andere maatregelen anders dan het verbreden van de
weg. Ook worden de gevolgen van de extra investeringen in het Utrechtse als
gevolg van het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) in de planstudie Ring
meegenomen, evenals de voltooiing van mogelijke uitbreiding van Randstadspoor
(RSS). Daarnaast worden in het kader van het programma VERDER een groot
aantal maatregelen vanuit de andere modaliteiten (niet zijnde weg) ontwikkeld.
Elke maatregel doorloopt echter zijn eigen pad van procedures en besluitvorming.
Zo volgen aanpassingen aan het hoofdwegennet de Tracéwetprocedure.
Is wel voldoende rekening gehouden met ideeën over mogelijke oplossingen en is
het speelveld aan oplossingen wel volledig en goed in kaart gebracht
We hebben de mogelijke oplossingsrichtingen in kaart gebracht door de inhoud
van de startnotitie met alle betrokkenen en relevante partijen te bespreken
(waaronder de oproep voor ideeën in het kader van Inspraak Nieuwe Stijl). Eén
van de belangrijkste vragen van de startnotitie is de vraag of we alle mogelijke
oplossingen in beeld hebben gebracht. In de inspraak kunnen verdere opties
worden voorgesteld. Mede op basis van die inspraakreacties zal de commissie
MER ook nog een advies geven.
Hoe is de omgeving betrokken en hoe is de inspraak vormgegeven
Er is voorafgaand aan het uitbrengen van de startnotitie een oproep voor ideeën
geplaatst. Veel ideeën zijn verwerkt in de startnotitie. Een goed voorbeeld is het
alternatief "sorteren" dat vaak als oplossing is genoemd via de oproep van
ideeën. Ook is er een burgerpanel geweest die hebben meegedacht.
De omgeving in de vorm van overheden is zeer actief betrokken geweest. Ook
heeft een belangenpanel, waaraan diverse belangengroepen hebben
deelgenomen, formeel advies uitgebracht aan het UVVB.
Pagina 3 van 5
De inspraak gaat volgens de Tracéwetprocedure, de inspraakperiode is verlengd
tot 30 januari 2009 om eenieder de kans te geven om mee te denken. Er zijn
tijdens de inspraakperiode zes informatiebijeenkomsten en één hoorzitting voor Ons kenmerk
het publiek georganiseerd. Tevens zijn presentaties gegeven aan nagenoeg alle VENW/DGMO-2009/206
relevante gemeenten en Provinciale Staten. Ook in het proces richting
voorkeursalternatieven blijven we in gesprek met bewoners- en belangengroepen.
Dit betekent overigens niet dat iedere suggestie kan worden meegenomen, onder
andere vanwege het gegeven dat adviezen van de verschillende partijen veelal
tegenstrijdig zijn.
Wordt rekening gehouden met woningbouwplannen
Ja. Alle bekende plannen zijn als autonome ontwikkeling meegenomen. De
ontwikkelingen van Almere, A12 zone en Rijnenburg zijn een integraal onderdeel
van het onderzoek naar de alternatieven. In het Bestuurlijk Overleg MIRT van
28 oktober 2008 is daarnaast het volgende afgesproken:
"Besloten is dat de regio, met betrokkenheid van het Rijk, een verkenning start
van de verstedelijkingskansen van de A12-zone. Deze verkenning wordt voor de
zomer 2009 afgerond. Binnen de planstudie Ring worden, bij het opstellen van
een voorkeursvariant, de als kansrijk aangemerkte verkende
verstedelijkingskansen van de A12 zone niet onmogelijk gemaakt. De
afgesproken planning van besluitvorming van de startnotitie Ring blijft leidend."
Waarom zijn in de startnotitie Ring Utrecht eerder afgekeurde alternatieven
opgenomen
In het kader van de verkenning en een aanvullende verkenning is onderzoek
gedaan naar een A2½, een studie naar een nieuwe wegverbinding tussen
Breukelen en Lexmond (parallel aan de A2). De analyse gaf aan dat deze weg
slechts een beperkt voordeel oplevert voor de knelpunten op de Ring Utrecht,
terwijl wel het Groene Hart wordt doorsneden. Ik heb daarom besloten dit
alternatief juist NIET mee te nemen in de planstudie.
Waarom wordt de weg Amelisweerd als alternatief meegenomen
Er zijn geen eenvoudige oplossingen voor de ring Utrecht te bedenken. Alle
alternatieven raken veel mensen of belangrijke natuur- en landschapsgebieden.
Daarom wordt nadrukkelijk gekeken naar alle mogelijke oplossingsrichtingen. Op
die manier worden echt alle alternatieven voorzien van voor- en nadelen en wordt
duidelijk dat het voorkeursalternatief, in ieder geval het beste alternatief is
vergeleken met de andere alternatieven.
In de bak Amelisweerd (A27) is geen ruimte voor het toevoegen van een
parallelbaan. Bij het alternatief Verbreden van de Halve Ring wordt onder andere
ook een mogelijke verbreding van de bestaande bak Amelisweerd onderzocht.
Hierbij wordt gekeken naar wat een verbreding van de bak aan kansen en
bedreigingen oplevert. Er wordt dus ook gekeken naar hoe deze uitbreiding
uitgevoerd zou kunnen worden. Maar daarnaast wordt ook gekeken naar
alternatieven die de bak Amelisweerd kunnen ontlasten. Ook hier geldt; we willen
alle plussen en minnen goed op een rij krijgen om uiteindelijk tot een gewogen
oordeel te kunnen komen.
Pagina 4 van 5
De inspraak heeft duidelijk gemaakt dat er veel weerstand is tegen alternatieven
die een aantasting betekenen voor het natuurgebied Amelisweerd. Ik begrijp ook
de emoties die spelen. Ik benadruk daarom dat de inspraakreacties mede Ons kenmerk
bepalend zullen zijn voor de uiteindelijke keuze van een voorkeursalternatief. VENW/DGMO-2009/206
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
Pagina 5 van 5
Ministerie van Verkeer en Waterstaat