Ministerie van Buitenlandse Zaken
Beantwoording vragen van de leden Boekestijn en de vragen van het lid Irrgang over de betaalde pensioenpremies aan Herfkens
13-03-2009
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld
door het lid Boekestijn en de vragen van het lid Irrgang over de betaalde
pensioenpremies aan Herfkens. Deze vragen werden ingezonden op 17 februari 2009
met respectievelijk kenmerk 2009Z02742 /2080913660 en 2009Z02744/ 2080913680.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van
Buitenlandse Zaken, op vragen van het
lid Boekestijn (VVD) over
de betaalde pensioenpremies aan voormalig minister
Herfkens.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht "BZ heeft te lang premies Herfkens betaald"? 1)
Antwoord
Ja
Vraag 2
Wat is uw reactie op de bewering in het artikel dat het ministerie van
Buitenlandse Zaken ¤14.000 pensioenpremie teveel heeft betaald aan mevrouw
Herfkens? Hoe heeft dit precies kunnen gebeuren?
Antwoord
De tijdelijke aanstelling bij het ministerie van Buitenlandse Zaken van
mevrouw Herfkens was gekoppeld aan het uitoefenen door haar van de functie van
Executive Coordinator for MDG's Campaign bij UNDP. In dat kader werd door BZ als
werkgever pensioenpremie afgedragen aan het ABP. Er is geen sprake geweest van
betalingen van pensioenpremie aan mevrouw Herfkens.
In maart 2007 informeerde mevrouw Herfkens de personeelsadministratie van het
ministerie dat zij per november 2006 als Executive Coordinator in een andere
contractuele relatie met UNDP was komen te staan (overigens zonder gevolgen voor
de pensioenopbouw). Deze mededeling is niet opgevat als een verzoek tot
beëindiging van het dienstverband.
Begin 2008 heb ik evenwel besloten het arbeidscontract met het Ministerie van
Buitenlandse Zaken met terugwerkende kracht per 1 juli 2007 te beëindigen. Per
die datum bleek namelijk de bestaande arbeidsverhouding met UNDP om te zijn
gezet in een consultantcontract en was er geen sprake meer van pensioenopbouw.
Overleg met het ABP en een schriftelijke verklaring van mevrouw Herfkens dat
zij afzag van aanspraak op pensioenopbouw vanaf 1 juli 2007 hebben ertoe geleid
dat de na haar ontslag aan het ABP betaalde premies voor ouderdoms- en
nabestaandenpensioen zijn gerestitueerd. De premies voor arbeidsongeschiktheid
en FPU zijn door het ABP niet gerestitueerd. Conform de verdeelsleutel in deze
premies naar werkgevers- en werknemersdeel heeft mevrouw Herfkens het
werknemersdeel daarvan voor haar rekening genomen.
Vraag 3
Kunt u aangeven waarom het ABP niet het gehele bedrag terug zal storten?
Antwoord
Het beleid van het ABP inzake de restitutie van pensioenpremies bij ontslag
met terugwerkende kracht luidt als volgt.
De premie arbeidsongeschiktheidspensioen is een premie voor een
risicodekking, te weten de kans om arbeidsongeschikt te worden. Vanwege het
risico dat het ABP loopt/gelopen heeft, is deze premie altijd verschuldigd en
wordt om deze reden niet gerestitueerd bij beëindiging van een dienstverband met
terugwerkende kracht.
De VUT/FPU-regeling zoals die door APG (uitvoerder van de pensioenregeling
van het ABP) namens het VUT-fonds wordt uitgevoerd is gebaseerd op een stelsel
van collectiviteit en solidariteit. Alle overheidswerkgevers en, via
premieverhaal door hun werkgevers ook overheidswerknemers, betalen
VUT/FPU-premie (zogenaamde VUT-fondsbijdragen), die bestemd zijn voor het
collectief van de deelnemers. De financiering van de regeling verloopt voor een
groot deel op omslagbasis: de uitkeringskosten van de werknemers die gebruik
maken van de VUT/FPU worden in hetzelfde jaar opgebracht door de premiebijdrage
van de werkgevers en de actieve werknemers.
Er is geen sprake van betaling van een premie, waar een individuele, met de
inleg onder alle omstandigheden corresponderende bate tegenover staat. In die
zin kan van een onverschuldigd betaalde premie geen sprake zijn. Restitutie van
betaalde premies is dan ook niet aan de orde.
Voor pensioenopbouw van het ouderdomspensioen is relevant of er sprake is van
een deelnemerschap bij ABP. Zolang een deelnemerschap niet wordt beëindigd door
de werkgever richting ABP, loopt de pensioenopbouw van de betreffende deelnemer
onverminderd door. Er kan geen verandering in de pensioenopbouw optreden als met
terugwerkende kracht een dienstverhouding wordt beëindigd. Door verstrijken van
de tijd is de opbouw onherroepelijk geworden. Voor wat betreft de verstreken
periode heeft de deelnemer onherroepelijke rechten opgebouwd. Ook uit een
oogpunt van rechtszekerheid kan hieraan niet zonder meer getornd worden. Dit is
dan ook de reden dat restitutie van deze premie alleen heeft plaatsgevonden
nadat mevrouw Herfkens uitdrukkelijk had verklaard geen aanspraak op opbouw van
pensioen vanaf 1 juli 2007 te maken.
Vraag 4
Was u tijdens de debatten vorig jaar over de huursubsidie van mevrouw Herfkens
al op de hoogte van het feit dat de pensioenpremies ook na het uit functie
treden van mevrouw Herfkens doorbetaald werden? Zo ja, waarom heeft u dit de
Kamer niet meegedeeld? Zo nee, wanneer heeft u vernomen dat er teveel geld was
betaald?
Antwoord
Ten tijde van de verlening van het ontslag met terugwerkende kracht per 1
juli 2007 was het duidelijk wat de consequenties waren ten aanzien van de
doorbetaling van de pensioenpremie over de periode na 1 juli 2007.
In relatie tot hetgeen in de debatten in discussie was detacherinng met
daarbij toekenning van vergoedingen, waaronder die voor pensioen, die mogelijk
strijdig waren met de regels van internationale organisaties hebben wij uw
Kamer geïnformeerd over de wijze waarop het ministerie gedurende buitengewoon
verlof zonder behoud van bezoldiging ingeval van detacheringen naar
internationale organisaties handelt inzake het pensioenverhaal. Wij verwijzen
hiervoor naar de passage in onze brief van 22 februari 2008 (Kamernummer TK,
vergaderjaar 2007-2008, nr. 1500), waarin op dit pensioenverhaal gedurende
detachering wordt ingegaan. Daarbij is tevens aangegeven dat op dit punt geen
strijdigheid met de regels van internationale organisaties bestond. In
diezelfde brief hebben wij u bericht dat het dienstverband met mevrouw Herfkens
met terugwerkende kracht tot 1 juli 2007 was beëindigd. Dit feit achtten wij
relevant om duidelijkheid te geven hoe inmiddels de relatie tussen mevrouw
Herfkens en het ministerie was komen te liggen.
Vraag 5
Welke maatregelen heeft u inmiddels genomen om ervoor te zorgen dat
dergelijke "procedurele fouten" niet meer voor kunnen komen?
Antwoord
Een ontslag met terugwerkende kracht is uitzonderlijk. Daarmee zijn
consequenties als hier aan de orde zeldzaam.
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken, op
vragen van het lid Irrgang (SP) over de betaalde premies aan Herfkens.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht 'BZ heeft te lang premies Herfkens betaald?'
1)
Vraag 2
Kunt u aangeven waarom u in de diverse brieven en debatten over de zaak
Herfkens nooit melding heeft gemaakt van de teveel betaalde pensioenpremies?
Antwoord
Zie antwoord op de vragen van de heer Boekestijn.
Vraag 3
Kunt u uitsluiten dat dergelijke 'procedurele fouten' nu nog steeds
plaatsvinden, bijvoorbeeld bij andere gedetacheerde medewerkers?
Antwoord
Een ontslag met terugwerkende kracht is uitzonderlijk. Daarmee zijn
consequenties als hier aan de orde zeldzaam.
Er is overigens op dit punt geen verband te leggen met andere gedetacheerde
medewerker, die immers na hun detachering terugkeren naar het ministerie.
Vraag 4
Kunt u aangeven of er nog andere premies te lang zijn doorbetaald?
Antwoord
Er zijn ten aanzien van mevrouw Herfkens geen andere premies doorbetaald.
1) NRC Handelsblad, 13 februari 2009
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid
Boekestijn (VVD), ingezonden 17 februari 2009 (vraagnummer 2009Z02742 /
2080913660)
Ministerie van Buitenlandse Zaken