Ministerraad
Ministerraad akkoord met wijziging van besluit afbreking zwangerschap
Persbericht | 13-03-2009
De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Bussemaker van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), mede namens minister Hirsch
Ballin van Justitie, ingestemd met een wijziging van het Besluit
Afbreking Zwangerschap. Het Besluit wordt zodanig aangepast dat
klinieken en ziekenhuizen voortaan de duur van de zwangerschap moeten
vaststellen.
De Wet Afbreking Zwangerschap (Waz) heeft termijnen die bepalend zijn
voor de aard van de behandeling, zoals eerste en tweede trimester
abortus met een minimale beraadtermijn van vijf dagen. Bij het
uitblijven van de menstruatie tot en met de zestiende dag, of 44 dagen
vanaf de laatste menstruatie, wordt de zogenaamde overtijdbehandeling
toegepast. Deze behandeling valt thans niet onder de reikwijdte van de
Waz en kent een flexibele beraadtermijn.
Wel is het zo dat de overtijdbehandeling alleen plaats mag hebben in
een kliniek of ziekenhuis met een vergunning op grond van de Waz.
Aangezien een kliniek of een ziekenhuis alleen een vergunning krijgt
als deze voldoet aan de eisen van zorgvuldigheid die gelden binnen de
Waz, gelden de zorgvuldigheidseisen langs die weg materieel ook voor
de overtijdbehandeling.
Met het vaststellen van de duur van de zwangerschap wordt duidelijk
wanneer sprake is van een vroege zwangerschap of een latere en wanneer
er geen sprake is van een zwangerschap. In de ministerraad is
afgesproken dat de huidige praktijk van de flexibele bedenktermijnen
bij de overtijdbehandeling wordt gecontinueerd inclusief de
zorgvuldigheid binnen de hulpverleningspraktijk.
Verder heeft het kabinet een grote ambitie ten aanzien van preventie,
voorlichting en medische en psychische hulpverlening bij ongewenste
zwangerschap. Dit betekent dat het streven naar meer zorgvuldigheid,
betere zorg, en bewuste keuzemogelijkheden in de hulpverlening de
aandacht van het kabinet blijft houden.