Beantwoording vragen over slechte toestanden in kindertehuizen in Bulgarije
13-03-2009 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid De Roon over Slechte toestanden in kindertehuizen in Bulgarije. Deze vragen werden ingezonden op 6 maart 2009 met kenmerk 2009Z04067.
De Staatssecretaris voor Europese Zaken,
Frans Timmermans
Antwoorden van de heer Timmermans, Staatssecretaris voor Europese Zaken op vragen van het lid De Roon (PVV) over slechte toestanden in kindertehuizen in Bulgarije.
Vraag 1
Kent u de berichtgeving over de voortdurende verwaarlozing van kinderen in Bulgaarse kindertehuizen?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Herinnert u zich nog uw brief van 3 juli 2008 2) waarin u op mijn vragen 3) meedeelde dat de Bulgaarse regering zich serieus inspant om de situatie van kinderen in tehuizen te verbeteren?
Antwoord
Ja.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u dat nu en op grond van welke feitelijke gegevens?
Vraag 4
Deelt u de mening dat Bulgarije hiermee de fundamentele mensenrechten op grove wijze schendt? Gaat u dit nu aan de orde stellen in de Raad van Europa en gaat u zich inzetten om Bulgarije uit de Europese Unie te knikkeren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
In mijn brief van 3 juli 2008 heb ik gesteld dat de Bulgaarse regering zich serieus inspant om de situatie van kinderen in tehuizen te verbeteren. Een duurzame oplossing van deze problemen, die een erfenis zijn van het communistische verleden, tijd vraagt. Dat geldt nog onverkort. Ik baseer mijn oordeel hierover op eigen waarneming, rapportages van de ambassade, informatie van de Bulgaarse overheid en van UNICEF. Op vrijdag 6 maart jl. sprak ik hierover met de Bulgaarse minister voor Europese Zaken Passy. Zij informeerde mij over op handen zijnde wetswijzigingen (o.a. om de bevoegdheden van de Bulgaarse kinderbescherming te verruimen en de rol van gemeenten te versterken) en over het nationale actieplan ter zake.
De situatie van kinderen in tehuizen vraagt onverminderd aandacht. Het beleid van de-institutionalisering en preventie van de Bulgaarse overheid beweegt zich echter in de goede richting en er is verbetering merkbaar, zoals ik tijdens mijn bezoek aan Bulgarije in september 2008 heb kunnen constateren.
In de dialoog met Bulgarije benadrukt Nederland de noodzaak om de VN Conventie voor de Rechten van het Kind ook op dit gebied volledig te implementeren. Nederland steunt Bulgarije, onder meer door steun aan de projecten die ik in de door u aangehaalde brief beschreef.
De situatie van kinderen in tehuizen vormt inderdaad onderwerp van de werkzaamheden in de Raad van Europa. Er is geen enkel Bulgaars kind gebaat bij het 'uit de EU knikkeren van Bulgarije'. Juist omdat wij als EU partners Bulgarije kunnen aanspreken op de situatie, juist door het overnemen van EU normen, juist door economische groei, kunnen wij de situatie van de kinderen verbeteren.
Ministerie van Buitenlandse Zaken