ChristenUnie
Bijdrage Ed Anker aan het plenaire debat over collegegeld
verhoging
Bijdrage Ed Anker aan het plenaire debat over collegegeld verhoging
donderdag 12 maart 2009 15:00
De heer Anker (ChristenUnie):
Mevrouw de voorzitter. De wetsvoorstellen die wij nu behandelen,
vormen de weerslag van een aantal onderwerpen dat wij de afgelopen
maanden hebben besproken onder meer in het kader van de strategische
agenda hoger onderwijs. Mijn fractie is blij dat er nu concrete
afspraken worden gemaakt over de plannen die destijds zijn gesmeed.
Deze behandeling vormt dan ook het begin van een reeks behandelingen.
Een strategie uitzetten is goed, maar die moet ook praktijk worden. Ik
ben blij dat wij eindelijk weer eens in de plenaire zaal spreken over
het hoger onderwijs, want dit onderwerp kwam de laatste tijd toch
vooral in algemeen overleg en wetgevingsoverleg aan de orde.
Het heetste hangijzer is ongetwijfeld de verhoging van het collegegeld
met EUR22. Deze verhoging dient om het actieplan LeerKracht te
bekostigen. De ChristenUnie vindt dat we terughoudend moeten zijn met
de verhoging van de collegegelden. In dit geval kunnen wij echter
leven met de verhoging, omdat het in feite een herverdeling is van
lasten binnen de onderwijsketen. Met name studenten profiteren van de
kwaliteitsverbeteringen als gevolg van het actieplan: zij zullen
uiteindelijk beter voorbereid aan de studie beginnen. Het is goed dat
tegelijk met de verhoging de leenfaciliteiten zijn verbeterd.
De nota van wijziging -- de vierde of de eerste, ik ben de tel een
beetje kwijtgeraakt -- doet recht aan de al langer levende onvrede
over de inkomensgrens bij de studiefinanciering. Eén euro
overschrijding levert direct forse problemen op voor de student. Een
compliment voor de minister, maar vooral ook voor collega Besselink
die dit probleem heeft aangekaart, en blijkbaar met succes.
Na onze aanvankelijke scepsis zijn wij uiteindelijk blij met deze
verbetering van de terugbetalingssystematiek. Onnodig ingewikkelde
elementen zijn geschrapt en het gezonde verstand is overgebleven. Het
wordt eenvoudiger om de studieschuld terug te betalen en tegelijk is
er meer ruimte voor individuele omstandigheden. De
terugbetalingstermijn van vijftien jaar is een goede keus. Ook wij
zijn bekend met het meningsverschil hierover tussen de
studentenorganisaties, maar wij kiezen er echt niet voor dat mensen op
hun vijftigste nog bezig zijn met het afbetalen van hun studieschuld;
op dat tijdstip moeten alleen nog maar een diploma en vooral veel
sterke verhalen over de studententijd als herinnering overblijven.
De Kamer is benaderd door expertisecentrum handicap + studie om met
dit wetsvoorstel te regelen dat het beter mogelijk wordt voor
gehandicapten en chronisch zieke studenten om af te studeren. Daartoe
heb ik, samen met de collega's Van Dijk en Besselink, een amendement
ingediend, waarover uitgebreid is gesproken. In het verslag stelde de
minister dat hij deze kwestie eventueel bij een ander wetsvoorstel wil
regelen, maar dat is voor ons te vrijblijvend. Wij willen snel een
concrete oplossing voor dit probleem. Daarbij is een concrete
oplossingsrichting voor dit probleem van belang. In zijn antwoorden
legt de minister deze zaak neer bij de instellingen, maar daarmee heb
ik geen goede ervaringen: ik doel hiermee op de kennisbeurzen, of de
bekostiging van studenten buiten de Europese Economische Ruimte. Wij
moeten deze zaak dus concreet regelen en niet doorschuiven. Graag een
reactie van de minister op dit voorstel.