1 1
> Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Plesmanweg 1-6
der Staten-Generaal 2597 JG Den Haag
Binnenhof 4 Postbus 20901
2500 EX Den Haag
2513 AA DEN HAAG T 070 351 61 71
F 070 351 78 95
Contactpersoon
---
T -
Ons kenmerk
VENW/DGMo-2009/1331
Uw kenmerk
Datum 12 maart 2009 -
Onderwerp Incident management bij het vervoer van gevaarlijke stoffen Bijlage(n)
---
Geachte voorzitter,
Mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de
Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat informeer ik u over de vorderingen op
het gebied van incidentmanagement bij het vervoer van gevaarlijke stoffen.
Per brief van 25 februari 20081 heb ik u geïnformeerd over de voortgang van
spoor 2 van de Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen (VGS)2: de permanente
verbetering van de veiligheid van het vervoer van gevaarlijke stoffen. In die brief
kwamen onder meer de activiteiten aan de orde voor het verbeteren van het
incident management bij het VGS.
Tijdens het Algemeen Overleg met de vaste commissies voor BZK, VenW en
VROM op 21 mei 20083 heb ik toegezegd aan u verslag te doen over de
vorderingen van de Werkgroep Incident Management VGS. In deze brief vindt u
dat verslag. Ik maak van deze gelegenheid gebruik om u eveneens te informeren
over de activiteiten gericht op het sneller verstrekken van de juiste informatie aan
de hulpverlening bij een ongeval met het wegvervoer van gevaarlijke stoffen. Die
activiteiten vormen de wijze waarop VenW en BZK invulling geven aan de
aanbeveling van de Onderzoeksraad voor Veiligheid om een informatiesysteem tot
stand te brengen dat waarborgt dat de brandweer bij een ongeval zo snel
mogelijk van informatie over lading en voertuig wordt voorzien4. Tot slot wordt
het plan voor het verbeteren van incidentregistratie en evaluatie in grote lijnen
beschreven. Onderdeel hiervan is een vereenvoudiging in de regelgeving voor
melding van incidenten.
1 Kamerstukken 20072008, 30 373, nr. 20, Tweede Kamer
2 Kamerstukken 20052006, 30 373, nr. 2, Tweede Kamer
3 Zie voor het verslag Kamerstuk 2007-2008, 30 373, nr. 25, Tweede Kamer
4 Kamerstukken 2006-2007, 27 801 en 30 800 XI, nr. 52, Tweede Kamer
a
Pagina 1 van 5
Werkgroep Incident Management VGS
Civiele hulpverleningsdiensten, bedrijven en overheden hebben het initiatief
genomen om hun krachten te bundelen in de werkgroep Incident Management Ons kenmerk
VGS (verder: werkgroep). De werkgroep is opgericht in november 2007 en staat VENW/DGMo-2009/1331
onder voorzitterschap van de heer Van Belzen, burgemeester van de gemeente
Barendrecht. Doelstelling van de werkgroep is om incidenten bij het vervoer van
gevaarlijke stoffen te voorkomen, te beperken en effectief te bestrijden door
samenwerking te stimuleren en het delen van kennis te bevorderen. Civiele
hulpverleningsdiensten en bedrijven geven via de werkgroep invulling aan hun
verantwoordelijkheid voor de organisatie van het incident management bij het
vervoer van gevaarlijke stoffen. De ministeries van VenW en BZK participeren in
de werkgroep.
De werkgroep heeft in februari aan mij gerapporteerd over de voortgang.
Hieronder volgt een samenvatting van de rapportage van de werkgroep.
- De werkgroep heeft de samenwerkingsverbanden in kaart gebracht die
gericht zijn op het incidentmanagement voor vervoersongevallen met
gevaarlijke stoffen in Nederland. Daarbij is vooral bekeken hoe
bedrijfsleven en civiele hulpverleningsdiensten samenwerken. Er zijn
verschillende regionale voorbeelden van intensieve samenwerking te
vinden, bijvoorbeeld in het Rijnmondgebied, Zuid-Limburg en Zeeland.
Met behulp van de bevindingen heeft de werkgroep een activiteitenlijst
opgesteld.
- De werkgroep heeft kennis genomen van het rapport van de Inspectie
Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) over de mate waarin de regionale
brandweer is toegerust om een ongeval met gevaarlijke stoffen adequaat
te kunnen bestrijden5. De Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties heeft dat rapport aan uw Kamer aangeboden per brief
van 22 mei 20086. Zij onderschrijft in die brief voor het overgrote deel de
conclusies en aanbevelingen van de IOOV. De werkgroep ziet in het
rapport van de IOOV aanknopingspunten voor het samenwerken en
kennis delen op het gebied van het incidentmanagement VGS en wil
daarom bij de uitwerking van haar eigen werkplan voor 2009 2012
gebruik maken van de conclusies van de IOOV.
- De IOOV concludeert bijvoorbeeld dat er op het gebied van het incident
management bij het vervoer van gevaarlijke stoffen vaak nog geen
sprake is van volledige regionale regie in de veiligheidsregio's. De
werkgroep wil de kracht van de bestaande samenwerkingsverbanden
gebruiken om voor het vervoer door heel Nederland verbeteringen te
bereiken. Dat is maatwerk omdat er tussen de regio's grote verschillen
zijn. Die verschillen betreffen bijvoorbeeld de aard en omvang van
bedrijven waar gevaarlijke stoffen worden geproduceerd of verwerkt.
Daarmee samenhangend zijn er verschillen in de omvang van het vervoer
en het type vervoer. Verschillen in de aanpak van de incidentbestrijding
en de rol van het bedrijfsleven daarin zijn daarvan het gevolg.
5 Inspectie Openbare Orde en Veiligheid: Brandweeroptreden bij ongevallen met gevaarlijke
stoffen. De voorbereiding en bestrijding door de regionale brandweer bij ongevallen met
gevaarlijke stoffen, Den Haag, maart 2008.
6 Kamerstukken 2007-2008, 26 956 en 31 117, nr. 62, Tweede Kamer.
Pagina 2 van 5
- De werkgroep wil leren van de wijze waarop in het buitenland civiele
hulpverleningsdiensten en bedrijven samenwerken bij het management
van vervoersincidenten met gevaarlijke stoffen. Een aantal landen Ons kenmerk
hanteert namelijk geformaliseerde afsprakenstelsels. Eind 2008 is een VENW/DGMo-2009/1331
onderzoek gestart naar de sterke punten van deze afsprakenstelsels en de
mogelijkheden om ze toe te passen in Nederland. Het resultaat van de
studie bestaat uit aanbevelingen om de aanpak van de samenwerking in
Nederland te versterken. Deze aanbevelingen hebben betrekking op de
mogelijkheid van advisering door deskundigen ter plaatse in heel
Nederland en op de inzet van gespecialiseerd personeel en materieel uit
andere veiligheidsregio's of van chemische bedrijven.
Met behulp van de activiteitenlijst van de werkgroep, de conclusies van de IOOV
en de resultaten van het onderzoek naar de mogelijkheden die buitenlandse
samenwerkingsafspraken bieden zal de werkgroep in de eerste helft van 2009
haar werkplan voor 2009 2012 opstellen.
Beschikbaarheid van voertuig- en ladinginformatie bij incidenten
VenW en BZK nemen samen met de werkgroep Incident Management vervoer
gevaarlijke stoffen en met het nationale Platform Incident Management7 actie om
de beschikbaarheid van specifieke informatie over voertuig en lading voor
hulpverleners te verbeteren bij ongevallen met het wegvervoer van gevaarlijke
stoffen.
Met actuele en volledige informatie kunnen hulpverleners snel met de juiste
mensen, materieel en middelen op de juiste wijze het ongeval bestrijden. De
specialisten Gevaarlijke Stoffen van de civiele hulpverleningsdiensten in
Nederland hebben kennis over gevaarlijke stoffen en de bestrijding van
ongevallen met die stoffen. Naast die informatie moet bij een ongeval ook snel
specifieke informatie beschikbaar komen over het voertuig dat bij het ongeval
betrokken is en zijn lading.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft het belang hiervan onderstreept in haar
advies over tankautobranden: "De Ministers van BZK en VenW wordt aanbevolen
om in overleg met de brandweer ... een informatiesysteem tot stand te brengen
dat waarborgt dat de brandweer bij een ongeval zo snel mogelijk van informatie
over lading (onder andere soort stof en hoeveelheid) en voertuig (onder andere
tanktype, aanwezigheid overdrukventiel) wordt voorzien."8 De Minister van VenW
heeft hierop, mede namens de ministers van BZK, VROM en SZW als volgt
gereageerd: "Het tot stand brengen van een informatiesysteem zoals de
Onderzoeksraad bepleit, zal ... kunnen worden bereikt. Daarbij zullen ook de
partijen worden betrokken die de Raad in zijn aanbeveling noemt."9 Voor het
7 Landelijk samenwerkingsverband van overheden, hulpverleningsdiensten en bedrijven,
betrokken bij de afhandeling van incidenten op het (Rijks- en provinciaal) hoofdwegennet.
Doelstelling is ervoor zorgen dat de weg zo snel mogelijk weer volledig voor het verkeer
beschikbaar is na het optreden van een incident. In het verlengde hiervan is binnen
Rijkswaterstaat het Programmabureau IM actief, dat de activiteiten gericht op (verbetering
van) IM proactief coördineert. De hier gepresenteerde activiteiten passen in de ambities van
het Programmabureau.
8 Onderzoeksraad voor veiligheid: Tankautobranden met gevaarlijke stoffen.
Veiligheidsstudie; Den Haag, 17 november 2006, beschikbaar via www.onderzoeksraad.nl.
9 Kamerstukken 2006-2007, 27 801 en 30 800 XI, nr. 52.
Pagina 3 van 5
vervoer per spoor en binnenvaart bestaan al vaste afspraken en methoden om
hiervoor te zorgen. Voor het wegvervoer echter niet.
Ons kenmerk
Uit gesprekken met de sector blijkt dat veel vervoersbedrijven beschikken over VENW/DGMo-2009/1331
eigen systemen waarmee zij hun voertuigen volgen. Deze bestaande systemen
kunnen gebruikt worden om bij een incident de informatie over voertuig en lading
aan de hulpverleningsdiensten te verstrekken. Het project Voertuig- en
Ladinginformatie heeft als doel om deze informatie-uitwisseling sneller te laten
verlopen door vaste afspraken te maken tussen bedrijven en civiele
hulpverleners. In 2009 wordt overlegd met vervoerders en civiele
hulpverleningsdiensten met als doel het ontwerpen van een afsprakenpakket,
aanvankelijk voor toepassing op beperkte schaal.
Verbeteren van incidentregistratie en -evaluatie
De internationale vervoersregelgeving schrijft voor dat een vervoersbedrijf
ongevallen van een bepaalde aard en omvang meldt aan de bevoegde
autoriteit.10 Uit analyse is gebleken dat deze wettelijke incidentregistratie niet
goed wordt nageleefd. In 2008 heeft VenW daarom overlegd met DCMR, KLPD en
Havenpolitie om te kijken hoe de incidentregistratie voor het hoofdwegennet en
hoofdvaarwegennet verbeterd kan worden. Dit heeft geresulteerd in een plan van
aanpak dat als uitgangspunt dient voor de activiteiten op dit gebied in 2009. Dat
plan van aanpak wordt in de komende jaren uitgevoerd.
De overheid zal meer eenduidigheid brengen in de procedure voor registratie en
evaluatie van incidenten op grond van de regelgeving. Daarbij wordt de aandacht
als eerste gericht op vervoersincidenten op het hoofdwegennet en het
hoofdvaarwegennet.
Het is de bedoeling dat deze procedure op hoofdlijnen als volgt zal verlopen:
- Bij een incident waarbij een voertuig of vaartuig met gevaarlijke stoffen
betrokken is informeert personeel van Rijkswaterstaat de bestuurder of
schipper over de wettelijke meldingsplicht.
- Het vervoersbedrijf beoordeelt of het incident valt onder de
meldingsplicht. Indien dit het geval is meldt dat bedrijf het incident via
een formulier op een beveiligde website.
- Rijkswaterstaat registreert alle incidenten in een eigen gegevensbestand
en registreert of bij een incident een voertuig of vaartuig met gevaarlijke
stoffen betrokken was. Rijkswaterstaat verzamelt dus, binnen de grenzen
van de Wet bescherming persoonsgegevens, ook gegevens over
incidenten die niet onder de wettelijke meldingsplicht vallen.
- Rijkswaterstaat legt het eigen registratiebestand naast de meldingen van
de vervoersbedrijven en analyseert beide verzamelingen gegevens.
Hierover wordt jaarlijks gerapporteerd aan de vervoerssector en de
minister van VenW.
Verwacht wordt dat bedrijven de meldingsplicht beter zullen naleven wanneer de
regels en verantwoordelijkheden voor alle betrokkenen duidelijk zijn en er een
rapportage met aanbevelingen volgt.
10 Zie onder meer voor wegvervoer: de artikelen 1.8.5 en hoofdstuk 1.9 uit de ADR.
Pagina 4 van 5
Om het plan uit te kunnen voeren moet de regelgeving voor incidentregistratie
worden aangepast. Die aanpassing wordt eind 2009 meegenomen in de wijziging
van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen ten behoeve van het Basisnet. De datum Ons kenmerk
waarop de hierboven beschreven werkwijze in werking kan treden is mede VENW/DGMo-2009/1331
afhankelijk van die regelgeving.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
Pagina 5 van 5
Ministerie van Verkeer en Waterstaat