Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport


4. Antwoorden op kamervragen van Agema over het bericht dat de directie van een zorginstelling in Zandvoort een kort geding heeft aangespannen tegen een journalist die artikelen schreef over misstanden op een verpleegafdeling

Antwoorden op kamervragen van Agema over het bericht dat de directie van een zorginstelling in Zandvoort een kort geding heeft aangespannen tegen een journalist die artikelen schreef over misstanden op een verpleegafdeling

Kamerstuk, 12 maart 2009

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

12 maart 2009

DLZ/KZ-U-2911231

Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op de vragen van het Kamerlid Agema (PVV) over het bericht dat de directie van een zorginstelling in Zandvoort een kort geding heeft aangespannen tegen een journalist die artikelen schreef over misstanden op een verpleegafdeling (2009Z01661/2080911590).

Vraag 1

Bent u bekend met de berichten "Zwartboek over misstanden in tehuis"
1) en "Dit zijn uiterst kwalijke zaken" 2)? 3)

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wanneer komt uw reactie op de brief van 28 november 2008 van zes voormalige medewerkers van de afdeling De Branding van Huis in de Duinen te Zandvoort waarin tientallen voorbeelden worden opgesomd van (zware) mishandeling, verwaarlozing, onvakkundige zorg en onheuse bejegening van zeer kwetsbare ouderen, waarop de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport u reeds op 1 december jl. heeft gevraagd een reactie te sturen?

Antwoord 2

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft mij op 18 december 2008 gevraagd een reactie op deze brief te sturen. Aangezien ik uitgebreid informatie over deze zaak wilde hebben, heeft de beantwoording enige tijd in beslag genomen. Ik heb mijn reactie heden aan u toegezonden.

Vraag 3

Wat vindt u ervan dat de directie van Huis in de Duinen een kort geding heeft aangespannen dat 18 februari a.s. tegen journalist O. van M. dient, vanwege de artikelen die hij over Huis in de Duinen recent heeft gepubliceerd, en dat de voorgenomen gang naar de rechter ook nog eens wordt betaald met AWBZ-middelen omdat er niet vanuit moet worden gegaan dat directeur M. dit uit eigen zak betaalt?

Antwoord 3

Als een zorginstelling van mening is dat een journalist onjuiste informatie over de instelling publiceert, staat het de instelling vrij daartegen juridische stappen te ondernemen. Van de zorginstelling heb ik in dit geval begrepen dat er voordat het kort geding diende, overeenstemming is bereikt met de journalist c.q. het weekblad. Het Weekblad Kennemerland Zuid heeft een uitgebreide rectificatie van de berichtgeving geplaatst. Het kort geding is hiermee van de baan.

Vraag 4

Bent u op de hoogte van het feit dat de directie van Huis in de Duinen voormalig medewerker mevrouw M.K. een dwangsom wil opleggen van 13.500 euro voor scholing die zij niet heeft genoten, terwijl zij slechts 13 maanden heeft gewerkt op afdeling De Branding en dus feitelijk veel meer zou moeten gaan betalen dan ze ooit bij deze organisatie heeft verdiend? Deelt u de mening dat het een grove schande is dat zij op deze wijze onder druk worden gezet?

Antwoord 4

Het is gebruikelijk dat werkgevers overeenkomsten sluiten met werknemers inhoudend dat de kosten voor een specifieke opleiding (al dan niet gedeeltelijk) worden terugbetaald als het dienstverband voor een bepaalde datum wordt beëindigd. Ook in dit geval is een dergelijke overeenkomst gesloten.
In dat geval zou de betreffende medewerkster een bedrag van EUR 3.000,-- moeten terugbetalen. Huis in de Duinen ontkent dat een dwangsom is opgelegd.

Vraag 5

Wat vindt u ervan dat een aantal van de door u eerder beantwoorde vragen over Huis in de Duinen onjuist blijken te zijn, omdat ze zijn gebaseerd op opgeschoonde en gefraudeerde dossiers van bewoners? 1) 2) Wat vind u ervan dat op deze wijze wordt getracht een Bronzen Keurmerk in de wacht te slepen?

Antwoord 5

Er is geen sprake van opgeschoonde en gefraudeerde dossiers. De in de artikelen genoemde verantwoordelijke medewerker staat bij de directie bekend als zeer integer. De beschreven handelwijze wordt dan ook ten stelligste ontkend.
Bovendien wordt bij inspectiebezoeken naar meer dan de dossiers gekeken.

Vraag 6

Deelt u de mening dat dossieronderzoek sowieso gebrekkige informatie oplevert, omdat niemand ooit zal rapporteren: "Ik heb mevrouw vandaag geen eten en drinken gegeven" of "Vandaag heb ik meneer zijn incontinentiemateriaal niet verschoond"? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Dossieronderzoek is niet het enige waarop de IGZ zijn oordeel baseert.

Vraag 7

Wie is er verantwoordelijk wanneer er binnen de muren van een zorginstelling strafbare feiten worden gepleegd, zoals (zware) mishandeling? Wie is verantwoordelijk als er door nalatige begeleiding van een locatiemanager onveilige situatie onnodig lang blijft bestaan?

Antwoord 7

Het is aan de strafrechter om te beoordelen of er sprake is van strafbare feiten en wie daarvoor de verantwoordelijkheid draagt. In zijn algemeenheid is het bestuur van een organisatie eindverantwoordelijk voor het handelen van de medewerkers en is het bestuur gehouden verantwoorde zorg te bieden.

Vraag 8

Deelt u de mening dat er serieus onderzoek gedaan moet worden naar de aangegeven misstanden door de voormalige medewerkers, en dat uit het (niet) handelen van directeur M. sinds de eerste meldingen in februari 2008 van onder andere (zware) mishandeling blijkt dat hij daar pertinent geen zin in heeft en derhalve beter kan vertrekken?

Antwoord 8

Ik verwijs hierbij naar mijn antwoorden op de vragen die het lid Agema de afgelopen maanden heeft gesteld (TK 2008-2009, Aanhangsel nr. 699 en nr. 1075) en naar mijn reactie op uw commissiebrief (DLZ/ KZ-U2903711). De Inspectie voor de Volksgezondheid (IGZ) heeft Huis in de Duinen bezocht. De tot op heden getroffen maatregelen en de voortgang daarvan geven de IGZ geen reden tot optreden of nader onderzoek. Ik meen derhalve dat er op basis van de signalen serieus is gekeken naar de situatie bij Huis in de Duinen. Of er sprake zou moeten zijn van consequenties voor de directeur en welke is niet aan mij maar aan de Raad van Toezicht om te beoordelen.

Vraag 9

Begrijpt u dat het de voormalige medewerkers van afdeling De Branding
- die allemaal allang weer elders een mooie dienstbetrekking in hun prachtige vak hebben - te doen is om betere zorg voor de kwetsbare ouderen op deze afdeling omdat geen oudere zo bang hoeft te zijn dat ze 's avonds bang of huilend in slaap vallen?

Antwoord 9

Ik waardeer de inzet en betrokkenheid die veel medewerkers in de zorg voor hun cliënten en voor het vak hebben. Daarbij geldt wel dat er verschillende geluiden zijn vanuit verschillende medewerkers en deze in het bezien van situaties als deze allemaal meegewogen dienen te worden. Die waardering geldt voor voormalige medewerkers van Huis in de Duinen evenals voor de huidige medewerkers van Huis in de Duinen. Deze laatste ervaren op dit moment hinder in hun functioneren door de negatieve publiciteit rondom het huis en hebben sterke behoefte aan rust om hun werk goed te kunnen doen. En dat geldt ook voor veel cliënten. Dit blijkt ook uit de open brief die de medewerkers van De Branding op 19 februari jl. hebben gepubliceerd in de Zandvoortse Courant. Daarin melden zij dat het voor zowel de familieleden van de bewoners als voor de medewerkers van De Branding een moeilijke en vooral emotionele tijd is geweest. Alle negatieve berichtgeving heeft een enorme impact gehad. Ook wijzen zij erop dat het team van De Branding achter de besluiten van de directie van Huis in de Duinen staat. Het Plan van Aanpak voor de afdeling wordt met volledige inzet van allen uitgevoerd. Zij besluiten met duidelijk maken dat zij als team sterker uit deze moeilijke periode zijn gekomen. Zij voelen zich geen slachtoffers, maar zijn juist een hechter team geworden. Wat geweest is, is geweest. Zij gaan zich nu weer met volle aandacht op de zorg richten die zo hard nodig is.


1) Haarlem & omgeving, 24 januari 2009: "Zwartboek over `misstanden' in tehuis"

2) Weekblad Kennemerland Zuid, 12 januari 2009: "Dit zijn uiterst kwalijke zaken"

3) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008-2009, nr. 699 en nr. 1075