Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Ministerie van Buitenlandse Zaken
Postbus 16375 Postbus 20061
2500 BJ Den Haag 2500 EB Den Haag
De Voorzitter van de Tweede Kamer
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Den Haag Ons kenmerk Bijlage(n)
11 maart 2009 IB/99622 1
Onderwerp
Culturele samenwerking met Vlaanderen
Op woensdag 19 november jl. is tijdens het Algemeen Overleg over internationaal cultuurbeleid de
samenwerking met Vlaanderen aan de orde geweest. In dit overleg hebben wij toegezegd het
gemeenschappelijke cultuurbeleid met Vlaanderen in kaart te brengen. Deze brief is tevens een reactie
op de motie van Van Vroonhoven-Kok en Leerdam (18 december, 31482 nr. 23, 2008/2009) over het
uitbouwen van de culturele samenwerking onder de paraplu van de Nederlandse Taalunie.
Culturele samenwerking met Vlaanderen
De culturele samenwerking en uitwisseling met Vlaanderen loopt goed. Veel Nederlandse kunstenaars
vinden hun thuis in Vlaanderen, veel Vlaamse kunstenaars werken in Nederland. Onze Dichter des
Vaderlands woont in Antwerpen, waar hij eerder stadsdichter was. Kunstliefhebbers in het zuiden des
lands gaan eerder naar de opera in Antwerpen dan naar de Nederlandse Opera in Amsterdam. Er is
sprake van natuurlijk en vanzelfsprekend cultureel grensverkeer en culturele samenwerking.
De Nederlandse en Vlaamse cultuur zijn nauw verwant omdat wij dezelfde taal spreken. Daarom is en
blijft de Nederlandse Taalunie (NTU), de beleidsorganisatie waarin Nederland, Vlaanderen en
Suriname samenwerken op het gebied van de Nederlandse taal, een belangrijke organisatie in het
gemeenschappelijk cultuurbeleid. Twee andere belangrijke pijlers zijn onze twee cultuurhuizen; de
Brakke Grond in Amsterdam en het Vlaams-Nederlands cultuurhuis deBuren in Brussel. Ten slotte
noemen wij de Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland (CVN), die op 31 januari jl. haar
tienjarig bestaan vierde. De CVN draagt zorg voor de uitvoering van het `Verdrag inzake de
samenwerking op het gebied van cultuur, onderwijs, wetenschappen en welzijn tussen de Vlaamse
Gemeenschap in het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden' en adviseert gevraagd en
ongevraagd beide regeringen over mogelijkheden voor samenwerking en uitwisseling. De CVN
adviseert niet over taal en literatuur, omdat daarvoor de NTU is aangewezen. De cultuurhuizen de
Brakke Grond en deBuren zijn een ontmoetingsplek voor kunstenaars en debat en vervullen meer en
meer de rol van praktische aanjager van culturele samenwerking en uitwisseling. Naast deze vier
organisaties zijn er tal van culturele samenwerkingsverbanden. In de bijlage wordt een aantal
voorbeelden gegeven.
Op dit moment worden deBuren en CVN geëvalueerd, in gezamenlijke opdracht van de Vlaamse en
Nederlandse overheden1. De resultaten van deze evaluatie zijn naar verwachting dit najaar gereed en
worden samen met onze beleidsreactie naar de Kamer gestuurd. Afgezien van het feit dat evaluatie
volgens de beheersconvenanten met beide instellingen nu voorzien was, vonden wij het ook nodig om
te laten onderzoeken of er overlap is tussen de verschillende organisaties.
Motie Van Vroonhoven-Kok en Leerdam
Uw motie behelst twee vragen: kan de samenwerking nog verder worden uitgebouwd? En kan dat onder
de paraplu van de Taalunie?
Zoals hierboven reeds gesteld, verloopt de samenwerking en culturele uitwisseling met Vlaanderen
goed. Bij de vraag of verdergaande samenwerking gewenst is, moet eerst worden bekeken of er een
duidelijke meerwaarde is voor de partijen die samenwerken. Het gaat ons niet om het samenwerken
vanwege het samenwerken. De CVN en de beide cultuurhuizen hebben de afgelopen tien jaar bijkans
alle mogelijkheden verkend en in kaart gebracht. Onze indruk is dat we het optimum zo langzamerhand
benaderen.
De culturele samenwerking heeft naast taal en literatuur ook betrekking op kunsten en cultureel
erfgoed. De expertise op dit gebied ligt niet bij de NTU maar bij andere organisaties (zie hiervoor ook
de bijlage waarin een aantal voorbeelden wordt gegeven). Het lijkt ons dan ook niet raadzaam om alle
culturele samenwerkingsactiviteiten onder de paraplu van de Taalunie te brengen, zoals verzocht in de
motie.
Wij zijn van mening dat we veel delen met Vlaanderen op het terrein van cultuur en hechten veel
waarde aan intensieve culturele samenwerking. Maar er zijn ook verschillen. Wij weten elkaar te
vinden op terreinen waar kansen liggen voor succesvolle gezamenlijke presentaties in het buitenland,
bijvoorbeeld met Codart als het gaat om Vlaams-Nederlandse schilderkunst, met de Taalunie als het
gaat om taal, met de stichting Ons Erfdeel in de Engelstalige publicatie The Low Countries, of in
Boedapest waar we samen het LOW-festival organiseerden; kortom, als een gezamenlijke presentatie
meerwaarde heeft. Maar het is ook normaal dat we niet in alle disciplines of in alle landen gezamenlijk
optrekken.
In het Algemeen Overleg met de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken en de vaste commissie voor
Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen op 19 november 2008 hebben wij gezegd dat niet het
1 De NTU en de Brakke Grond zijn geen onderwerp van evaluatie omdat deze organisaties recentelijk zijn geëvalueerd.
misverstand moet bestaan dat er een culturele unie met Vlaanderen is: het is niet één cultuur.
Vlaanderen en Nederland hebben verschillende culturen, er zijn veel overeenkomsten, wij delen een
taal en het loopt in elkaar over. Wij doen elkaar echter geen plezier met te doen of het één cultuur is.
We denken juist dat we de afgelopen anderhalf jaar de samenwerking in het internationaal
cultuurbeleid tussen Nederland en Vlaanderen hebben geïntensiveerd.
De bekende Vlaamse dichter en denker Jozef Deleu verwoordde het als volgt:
" Onze culturen zijn nauw verwant, omdat we nu eenmaal dezelfde taal spreken. Toch zijn de
verschillen te groot om die realiteit te ontkennen. We moeten samen doen wat we samen kunnen doen,
maar het is normaal dat de wegen soms uiteenlopen (...). Binnen één en hetzelfde taalgebied heeft
Nederland Vlaanderen als het dichtstbijzijnde buitenland en Vlaanderen Nederland als het
dichtstbijzijnde buitenland."2
Wij willen blijven investeren in de bestaande bilaterale samenwerking op het gebied van cultuur,
omdat wij elkaar op dit gebied kunnen versterken. De betrokken organisaties ervaren de samenwerking
met de Vlaamse partners als nuttig en waardevol. Veel van de samenwerking ontstaat in het veld,
zonder tussenkomst van de overheden. Wij kunnen als overheden de samenwerking soms
vergemakkelijken door praktische obstakels weg te nemen of partijen met elkaar in contact te
brengen, maar uiteindelijk moet de samenwerking van de professionals zelf komen. Dat moet naar
onze overtuiging de basis zijn voor iedere samenwerking.
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de staatssecretaris voor Europese Zaken,
dr. Ronald H.A. Plasterk drs. F.C.G.M. Timmermans
2 Monologen met Jozef Deleu, uitgeverij Kritak, 1993.
Bijlage
Culturele samenwerkingsverbanden tussen Nederland en Vlaanderen
De culturele samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen krijgt op verschillende wijzen gestalte, wij
noemen hier enkele: bilaterale culturele organisaties, samenwerking tussen veldinstellingen en
samenwerking tussen de overheden.
Met onderstaande uiteenzetting wordt niet gepoogd een uitputtend overzicht te geven. Deze
beschrijving geeft een indicatie van de veelheid aan organisaties die zich bezighouden met culturele
samenwerking. Op regionaal niveau bestaan bijvoorbeeld eveneens tal van samenwerkingsverbanden,
die niet in bijgaand overzicht zijn meegenomen.
Bilaterale culturele organisaties
Nederlandse Taalunie
Het verdrag tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden over de Nederlandse
Taalunie (NTU) is op 9 september 1980 ondertekend in Brussel. Sinds 2004 is ook Suriname
geassocieerd lid van de Nederlandse Taalunie. Met de Nederlandse Antillen is in 2007 een
raamwerkovereenkomst getekend, met als doel meer te gaan samenwerken. De NTU is actief op
verschillende gebieden. Als eerste fungeert zij als hoeder van de Nederlandse taal, zo is de NTU
verantwoordelijk voor de samenstelling van de Woordenlijst Nederlandse Taal waarin de schrijfwijze
van het Nederlands is vastgelegd. Daarnaast heeft de NTU een aanvullend beleid voor het onderwijs in
en van het Nederlands, en ondersteunt en stimuleert zij het onderwijs van het Nederlands in het
buitenland. Tenslotte ontplooit de NTU activiteiten op het terrein van literatuur en lezen.
Een meer uitgebreide beschrijving van de Taalunie op het gebied van de letteren, is na te lezen bij het
hoofdstuk letteren, verderop in deze bijlage.
De Brakke Grond
In 1980 opende de Belgische overheid het Vlaams Cultuurhuis De Brakke Grond in Amsterdam. De
Brakke Grond is een presentatieplek voor kunstenaars uit Vlaanderen en een oord voor reflectie en
onderzoek. De Brakke Grond focust op de kenmerkende ontwikkelingen in hedendaagse
kunstdisciplines en culturele fenomenen en is dus artistiek/cultureel `cutting edge', en bekijkt deze
ontwikkelingen in internationaal perspectief. Een voorbeeld van deze laatste doelstelling is het project
'Nieuw zicht op gastateliers'. Zowel in Vlaanderen als in Nederland is het aanbod van internationale
gastateliers de afgelopen jaren flink gegroeid, van 41 in 2005 naar 56 in 2007. Ondanks de nabijheid is
het zicht op wie aan de andere kant van de landsgrens wat doet, waar, waarom en hoe, beperkt te
noemen. Zicht daarop is van belang voor de gastateliers: om van elkaars situatie, visie en aanpak te
leren, om mogelijke samenwerking te verkennen en om te inventariseren welke uitdagingen er liggen.
De Brakke Grond is dus niet een Vlaams eiland in Amsterdam. Het Vlaams Cultuurhuis neemt actief
deel aan, de VSCD, de Vereniging voor Schouwburg- en Concertgebouwdirecties en het VVT, het
Nederlandse Vlakkevloertheateroverleg, neemt of nam het voorzitterschap van het MOAT, het
Amsterdams Marketing Overleg Theaters en van de Happy Nes, de ondernemersvereniging en netwerk
van de theaters in de Nes
Vlaams-Nederlands Huis deBuren
De Vlaamse en Nederlandse regeringen hebben samen het initiatief genomen om het Vlaams-
Nederlands Huis deBuren op te richten als cultureel instituut en als een plek voor debat en reflectie.
deBuren biedt in Brussel een forum voor kunst, cultuur, samenleving en politiek van de Lage Landen én
Europa. De drie kerntaken van deBuren zijn:
1. Het Huis is een platform voor het debat over Europa en ontmoetingen tussen wetenschappers,
journalisten, kunstenaars, beleidsmakers en politici.
2. Het Huis heeft een presenterende en informatieve taak waarbij onder andere moet worden
gedacht aan presentaties van literatuur, lezingen van en vraaggesprekken met kunstenaars en
wetenschappers uit Nederland en Vlaanderen.
3. Het Huis heeft een (digitale) informatie- en documentatievoorziening in
samenspraak met andere organisaties en instellingen.
Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland
Het Cultureel Verdrag Vlaanderen Nederland werd in 1995 ondertekend en op basis daarvan werd een
commissie ingesteld (CVN). Deze commissie heeft tot taak de Nederlandse en Vlaamse regeringen te
adviseren, gevraagd of op eigen initiatief. In 1999 organiseerde de CVN een conferentie die als basis
zou dienen voor de werkzaamheden in de navolgende jaren. De voornaamste onderwerpen waarop de
CVN zich gedurende de afgelopen jaren heeft gericht zijn: podiumkunsten,(digitaliseren) erfgoed,
media, taal en letteren, onderwijs, toerisme, sociale zaken, grensoverschrijdende (o.a. gemeentelijke)
samenwerking, arbeidsmarkt, creatieve industrie. De CVN brengt partijen uit de sectoren bij elkaar en
doet aanbevelingen voor samenwerking.
Zo werd op 25 november jl. nog een themadag creatieve industrie georganiseerd en op 26 november
een themadag over hoger onderwijs en arbeidsmarkt. De CVN zal op 31 januari a.s. haar tienjarig
bestaan vieren met een conferentie over creativiteit en innovatie.
Samenwerking tussen (veld)organisaties
Verschillende Nederlandse instellingen werken intensief samen met Vlaanderen. Hieronder volgt een
overzicht van samenwerking op het terrein van letteren, podiumkunsten,film, beeldende kunst,
erfgoed en media.
Letteren
Op het terrein van de letteren zijn er naar aanleiding van het Verdrag inzake de Nederlandse Taalunie
uit 1980 de volgende doelstellingen geformuleerd: integratie van Nederland en de Nederlandse
gemeenschap in België op het gebied van de letteren, gemeenschappelijke bevordering van de
Nederlandse taal en letteren in de ruimste zin en gemeenschappelijke bevordering van de studie en
verspreiding van de Nederlandse letteren in het buitenland. Over de invulling van het
gemeenschappelijk beleid is de laatste jaren binnen het Comité van Ministers veel gesproken, daarbij
geadviseerd door de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren. Terugblikkend op de laatste vijftien
jaar blijkt dat de Nederlandse en Vlaamse literaire fondsen en instellingen elkaar gestaag beter hebben
leren kennen en in toenemende mate samenwerken. Uitgangspunt bij deze samenwerking is dat het
voor beide partijen een duidelijke meerwaarde oplevert.
Letterenfondsen
Nederlandse en Vlaamse auteurs en vertalers kunnen zowel bij het Nederlandse als het Vlaamse Fonds
voor de Letteren een aanvraag voor een werkbeurs indienen. Om de toekenning van dubbele beurzen te
voorkomen, wordt een cofinancieringsregeling toegepast die door de fondsen onderling wordt
verrekend. Ook stimuleringsregelingen voor beginnende auteurs en vertalers en de subsidiëring van
biografieprojecten worden gezamenlijk uitgevoerd. Het Nederlandse Literair Productie- en
Vertalingenfonds en het Vlaamse Fonds voor de Letteren werken goed samen bij gezamenlijke
optredens in het buitenland.
Instellingen
`Natuurlijke' samenwerkingspartners aan Nederlandse respectievelijk Vlaamse zijde zijn onder meer
het Nederlands Letterkundig Museum en het AMVC-Letterenhuis. Ook de Nederlandse Stichting Lezen
en de Stichting Lezen Vlaanderen hebben gezamenlijke initiatieven ontplooid met steun van de
Taalunie. Een goed voorbeeld daarvan is het project Boekenzoeker. Gebruikers in de leeftijd van 8-18
jaar kunnen hierdoor snel naar voor hen geschikte boeken zoeken en leestips op maat krijgen via
www.boekenzoeker.org. Daarnaast zijn er tal van incidentele manifestaties en projecten waaraan
Nederlandse en Vlaamse auteurs deelnemen, zoals de Dag van de Jonge Jury en Gedichtendag.
Nederlandse Taalunie
Het Expertise Centrum Literair Vertalen wordt gefinancierd door de Taalunie. De taken worden
uitgevoerd in nauwe samenwerking met de letterenfondsen in beide landen. Prioriteit voor de komende
jaren is een intensivering van de ondersteuning van het literair vertalen. Aanleiding hiervoor is het
Vlaams-Nederlandse pleidooi "Overigens schitterend vertaald. Voor het behoud van een bloeiende
vertaalcultuur" dat in maart 2008 aan het Comité van Ministers van de Taalunie is aangeboden. Het
comité heeft daarop besloten het budget voor het Expertisecentrum Literair Vertalen te verhogen.
Verder zal, in samenspraak met vertegenwoordigers van Nederlandse en Vlaamse universiteiten, de
mogelijkheid van een specifieke masteropleiding worden onderzocht.
De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL) verzamelt en ontsluit literaire teksten en
informatie over literatuur via internet (www.dbnl.org). De DBNL digitaliseert niet alleen romans,
toneelstukken en gedichten, maar verzamelt ook zoveel mogelijk andere relevante informatie. De
digitale bibliotheek bevat onder meer artikelen, naslagwerken, besprekingen, biografieën, portretten,
audio- en videofragmenten. Andere aansprekende activiteiten van de Taalunie zijn de organisatie van
de Taalunie Toneelschrijfprijs en de organisatie van de Prijs der Nederlandse Letteren.
De Taalunie wordt terzijde gestaan door de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren, die op alle
werkterreinen van de Taalunie gevraagd en ongevraagd advies uitbrengt. Daarnaast is er ook een
Platform Literatuur en Lezen waarin vertegenwoordigers van Vlaamse en Nederlandse fondsen en
andere partijen in vertegenwoordigd zijn. Het platform fungeert als klankbord bij het ontwikkelen en
uitvoeren van letterenbeleid.
Stichting Ons Erfdeel
Stichting Ons Erfdeel is een Vlaams-Nederlandse organisatie die de culturele samenwerking tussen
Nederlandssprekenden wil bevorderen en de cultuur van Vlaanderen en Nederland in het buitenland
bekend wil maken. Hiervoor brengt Ons Erfdeel een aantal publicaties uit. De publicaties worden door
een divers publiek en in verschillende landen afgenomen. Een voorbeeld van een publicatie die
periodiek door deze stichting wordt uitgebracht is Ons Erfdeel. Dit tijdschrift bevat, naast
beschouwingen over literatuur, beeldende kunsten, muziek, theater en film, ook artikelen over
uiteenlopende maatschappelijke verschijnselen in Vlaanderen en Nederland. Het blad besteedt
eveneens aandacht aan taal- en cultuurpolitieke activiteiten.
Podiumkunsten
Theater Instituut Nederland en Muziekcentrum Nederland werken nauw samen met hun Vlaamse
collega-organisaties, het Vlaams Theater Instituut (VTI) en Muziekcentrum Vlaanderen. De bilaterale
samenwerking tussen deze organisaties wordt op buitenlandse podia uitgedragen. Het Theater
Instituut Nederland organiseert in samenwerking met Vlaanderen in China residenties voor
Nederlandse en Vlaamse podiumkunstenaars. Deze samenwerking tussen deze Nederlands-Vlaamse
professionals met hun collega's in China wordt ondersteund door middel van een website
(www.theatreinmotion.org/hub). Een ander voorbeeld van bilaterale samenwerking in het buitenland is
de samenwerking tussen Muziekcentrum Nederland en Muziekcentrum Vlaanderen. Zij hadden in april
2009 voor het eerst een gezamenlijke stand op de Jazz Ahead Beurs in Bremen om hun aanbod aan
musici en ensembles gezamenlijk te presenteren. In EU-verband trekken Nederlandse en Vlaamse
instellingen eveneens met elkaar op. Het Theater Instituut Nederland zit samen met het Vlaams
Theater Instituut en een aantal andere Europese organisaties in het programma Stimulation of
Performing Arts Circulation in Europe (SPACE): een programma dat de mobiliteit van de
podiumkunsten in Europa wil bevorderen. Het Theater Instituut Nederland heeft hiervoor Europese
subsidie gekregen.
Film
Het regionale filmfonds in Vlaanderen (VAF) en het nationale in Nederland (Filmfonds) werken sinds
vijf jaar intensief en succesvol samen in het steunen en stimuleren van elkaars coproducties.
Beide fondsen geven realiseringsbijdragen aan de films van de producenten uit het andere land. Drie
speelfilms, drie animatiefilms en drie bioscoopdocumentaires uit ieder land krijgen een vast bedrag van
het fonds uit het land van de coproducent. Voor lange speelfilms is dat 200.000 euro, voor
documentaires 50.000 en voor (korte) animatiefilms 30.000 per film. Er worden voorwaarden gesteld
aan de staat van dienst van de producent en de manier waarop de coproductiebijdrage in het land van
de coproducent moet worden besteed. Een voordeel van deze samenwerking is dat het de distributie-
en vertoningsmogelijkheden in beide landen bevordert. Verder vergroot het de mogelijkheden op
aanvullende financiering bij het Europese coproductiefonds Eurimages. Onder producenten van
speelfilms is dit inmiddels een veel gebruikt financieringstraject geworden, de vraag naar
coproductionele ondersteuning is veel groter dan budgettair mogelijk is. Sinds 2005 zijn twaalf
Nederlands en twaalf Vlaamse speelfilms in coproductie tussen beide landen gemaakt.
Beeldende kunst
De Mondriaan Stichting, (inter)nationaal stimuleringsfonds voor onder andere beeldende kunst, heeft
verschillende samenwerkingsprojecten met Vlaanderen. Via het bezoekersprogramma, nodigt de
Mondriaan Stichting jaarlijks twintig buitenlandse gasten uit om zich te oriënteren op de actuele
ontwikkelingen in de kunst in Nederland. Voor een aantal gasten per jaar werkt zij samen met het
Instituut voor Beeldende, Audiovisuele en Mediakunst BAM-Art (Vlaanderen). Deze gasten krijgen een
programma voor zowel Nederland als Vlaanderen. Verder organiseren de Mondriaan Stichting en het
Prins Claus Fonds in samenwerking met BAM-Art uit Vlaanderen jaarlijks een reis met curatoren,
museumdirecteuren en critici naar een deel van de wereld dat minder bekend is. Jaarlijks maken drie
Vlaamse gasten onderdeel uit van het reisgezelschap. Daarnaast is de Mondriaan Stichting ook actief
bezig om kunst en vormgeving uit Nederland in Vlaanderen te promoten. De belangrijkste
presentatieplekken zijn MukHa (Antwerpen) en SMAK (Gent). Daarnaast is in 2008 de Nederlandse
aanwezigheid op de Biënnale van Brussel gefinancierd. De Mondriaan Stichting is in overleg over de
Nederlandse betrokkenheid bij de volgende editie van de Biënnale. Tenslotte draagt de Mondriaan
Stichting bij aan de startkosten van het Comité van Roosendaal. Dit comité is een netwerk van de
directeuren van belangwekkende hedendaagse beeldende kunstorganisaties in de Eurocore Regio
(Nederland, Vlaanderen en het westen van Duitsland). Het netwerk wil samenwerking tussen de leden
bevorderen door informatie uit te wisselen en gezamenlijk projecten te ontwikkelen.
Erfgoed
Erfgoed Nederland en FARO, het Vlaamse steunpunt voor cultureel erfgoed, hebben het voornemen
structureel samen te werken op terreinen waar zij elkaar kunnen versterken, zoals digitaliseren van
erfgoed, interculturele dialoog en erfgoededucatie. CODART stimuleert wereldwijde kennisuitwisseling
over oude Nederlandse en Vlaamse kunst, door een netwerk van museumconservatoren. Het wordt
vanuit beide landen moreel en financieel gesteund. Vlaanderen (FARO) en Nederland (Landelijk
Contact van Museumconsulenten) hebben gezamenlijk Spectrum, een standaard voor het
professionaliseren van de museale bedrijfsvoering, vertaald uit het Engels en werken aan
implementatie van deze standaard. Tussen de Nederlandse en Vlaamse museumconsulenten vindt
regulier contact plaats. Enkele projecten die gezamenlijk worden uitgevoerd zijn: het publiceren van
het tijdschrift Museumpeil en het samen verder ontwikkelen en beschikbaar maken van de
Nederlandstalige Art and Architecture thesaurus.
De Nederlandse erfgoeddiensten (Nationaal Archief, Rijksdienst Archeologie, Cultuurlandschap en
Monumenten en Instituut Collectie Nederland) werken samen met Vlaamse zusterorganisaties en
universiteiten door uitwisseling van kennis en expertise op ad hoc basis en meer structureel.
Bijvoorbeeld de conservering van archieven en het beheer van digitale archieven. Voor onderzoek en
restauratie op het gebied van moderne kunst werkt het ICN samen met SMAK (Stedelijk Museum voor
Actuele Kunst) en de Universiteit in Gent, het Koninklijk Instituut Kunstpatrimonium is een
partnerinstituut. Op het gebied van het religieus erfgoed heeft de RACM een samenwerkingsverband
met de Vrije Universiteit Brussel. Maritiem archeologen van de RACM zijn in contact met het Vlaams
Instituut voor Onroerend Erfgoed en het Vlaams Instituut voor de Zee. In het voorjaar wordt een
Belgisch-Nederlands archeologencongres georganiseerd. Naast bilaterale samenwerking trekken
Nederland en Vlaanderen ook regelmatig samen op in internationaal/Europees verband, bijvoorbeeld
binnen de Europese Unie in verband met de collectiemobiliteit en het maritiem erfgoed.
Media
Op mediaterrein werken de Nederlandse Publieke Omroep, de Wereldomroep en de VRT samen in BVN.
BVN staat voor `het beste van Vlaanderen en Nederland'. Deze publieke televisiezender richt zich op
Vlamingen en Nederlanders in het buitenland. BVN bestaat inmiddels tien jaar. De samenwerking met
Vlaanderen komt tot uitdrukking in tal van projecten. Zo zijn er bijvoorbeeld projecten die een
uitvloeisel zijn van de samenwerking tussen het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele
Omroepproducties (Stifo) en het Vlaams-Nederlands Huis deBuren. Door deze organisaties worden
bijeenkomsten georganiseerd tussen Vlaamse en Nederlandse programmamakers, producenten en
omroepvertegenwoordigers. Een ander voorbeeld is het project KORT! dat jonge en gevestigde
regisseurs en scenarioschrijvers uit Nederland en Vlaanderen de kans biedt om korte fictiefilms te
maken. KORT! biedt een realiseringsbijdrage. Dit project wordt ondersteund door de Nederlandse
Publieke Omroep, het Nederlands Fonds voor de Film en het het Stifo.
Samenwerking tussen overheden
Cultuureducatie
Op het terrein van cultuureducatie vindt een bloeiende samenwerking plaats tussen het Nederlandse
ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het Vlaamse ministerie van Cultuur én het
Vlaamse ministerie van Onderwijs. De overeenkomsten tussen de programma's Cultuur en School
(Nederland) en de Vlaamse Canon Cultuurcel zijn groot. Dit maakt de uitwisseling van ervaringen en
het vergelijken van elkaars aanpak waardevol, onder meer als het gaat om concrete activiteiten die
plaatsvinden op instellingsniveau.
Sinds 2002 vinden uitwisselingen plaats tussen het Vlaamse Deeltijdskunstonderwijs (DKO) en de
Nederlandse centra voor de kunsten en muziekscholen. Dit heeft geleid tot een aantal
partnerschappen op instellingniveau en, bijvoorbeeld, tot een gezamenlijke cd-opname van twee
muziekscholen. Samen met Oostenrijk en Frankrijk zijn Vlaanderen en Nederland de oprichters van
een door de Europese Commissie formeel erkend netwerk van beleidsmakers op het terrein van
cultuureducatie. In het kader van het jaar van Creativiteit & Innovatie, organiseren Vlaanderen en
Nederland op 12 en 13 maart 2009 een internationale conferentie over cultuureducatie in Brussel. Het
doel van deze conferentie is om best practices op het gebied van cultuureducatie vanuit heel Europa te
presenteren.
Gezamenlijk optreden in het buitenland
De Nederlandse en Vlaamse overheid dragen de culturele samenwerking die in de loop der jaren is
ontstaan ook gezamenlijk uit in het buitenland. In 2008 werd op initiatief van de Nederlandse
ambassade en de Vlaamse vertegenwoordiging in Hongarije (met Boedapest als zwaartepunt) voor het
eerst het LOW Festival georganiseerd. Van 15 februari tot en met 12 maart 2008 waren dagelijks
gemiddeld tien evenementen (o.a. tentoonstellingen, muziekoptredens, theatervoorstellingen en
lezingen) te bezoeken. Over een vervolg wordt thans gesproken. Plannen voor een mogelijke
Nederlands-Vlaamse samenwerking in Zuid-Afrika zijn in ontwikkeling. Ook wordt gekeken naar
samenwerking in de Verenigde Staten (New York).
Naast samenwerking in het buitenland, spelen de Nederlandse ambassade in Brussel en de Vlaamse
vertegenwoordiging in Den Haag ook op andere terreinen een belangrijke rol in de Nederlands-Vlaamse
samenwerking. De Nederlandse ambassade ondersteunt bijvoorbeeld de Dutch Design Days, en de
Nederlands-Vlaamse journalistenuitwisseling.