Intracommunautaire btw-fraude
Aanpak miljardenfraude btw in EU kan veel effectiever, ook
Belastingdienst moet aanpak grondig versterken
Gezamenlijk onderzoek rekenkamers Nederland, Duitsland en België
Het administratief systeem voor gegevensuitwisseling tussen nationale
belastingdiensten binnen de Europese Unie faalt om effectief de
omvangrijke grensoverschrijdende btw-fraude te bestrijden. Nauwere
samenwerking tussen controle- en vervolgingsinstanties in de
EU-lidstaten is nodig voor een beter resultaat. Snelle en precieze
informatie-uitwisseling moet helpen om fraudes eerder te signaleren.
De Belastingdienst kan meer prioriteit geven aan deze vorm van
fraudebestrijding.
Dat stelt de Algemene Rekenkamer in het op 12 maart 2009 gepubliceerde
rapport Intracommunautaire btw-fraude. Samen met de zusterinstellingen
Bundesrechnungshof in Duitsland en het Rekenhof in België publiceert
de Algemene Rekenkamer op 12 maart 2009 ook het overkoepelend rapport
Intra-Community VAT fraud. De drie nationale rekenkamers hebben sinds
maart 2007 gezamenlijk onderzoek verricht naar het hardnekkige
probleem van grensoverschrijdende btw-fraude binnen de EU.
Schatting: EUR 100 miljard per jaar btw-fraude in EU
Sinds 1993 zijn de grenscontroles tussen EU-lidstaten vervallen. Bij
handel tussen bedrijven in verschillende EU-landen (intracommunautair)
is het toegestaan een nultarief voor btw te hanteren. Dit maakt
btw-fraude lucratief voor de handelaar die de goederen ontvangt. De
omvang van btw-fraude wordt de laatste jaren geschat op EUR 100
miljard voor de gehele EU per jaar. Aangenomen wordt dat de
grensoverschrijdende vormen van btw-fraude daarin een belangrijk
aandeel hebben. Hoeveel inkomsten belastingdiensten in Nederland,
Duitsland en België derven door intracommunautaire btw-fraude (ofwel
carrouselfraude) is niet precies bekend. De ministers van Financiën in
de EU hebben in 2006 de Europese Commissie uitgenodigd
Carrouselfraude Bij handel tussen bedrijven in verschillende
EU-lidstaten geldt voor btw (omzetbelasting) het nultarief. Dit
voorkomt dat EU-landen onderling btw moeten verrekenen. Dit systeem is
fraudegevoelig. Hoe werkt dit in eenvoudige vorm? Handelaar A verwerft
tegen nultarief goederen uit een ander EU-land. Hij levert de goederen
in eigen land door en berekent daarbij btw aan afnemer B. A draagt
deze btw niet af. B levert de goederen door en vordert door hem
betaalde btw terug. De goederen kunnen tegen het nultarief weer
terugkeren naar het land van herkomst, zodat de cyclus zich kan
herhalen. Vandaar de naam 'carrouselfraude'. Handelaar A zorgt ervoor
onvindbaar te blijven voor de autoriteiten en wordt daarom wel ploffer
of missing trader genoemd.
een strategie te ontwikkelen tegen misbruik. Vanwege de noodzakelijke
unanimiteit in besluitvorming in de EU is het tot nu toe moeilijk
gebleken overeenstemming te bereiken over herziening van het
btw-stelsel.
Snellere en betere informatie-uitwisseling helpt
Een effectievere aanpak binnen het bestaande btw-stelsel is wel
mogelijk, zo blijkt uit onderzoek van de drie rekenkamers. Preventief
optreden kan meer effect sorteren door sneller informatie
internationaal uit te wisselen. De detectie van fraudegevallen kan
verbeteren als het Europees uitwisselingsysteem van informatie (VIES)
sneller en beter benut kan worden. Idealiter zouden belastingdiensten
online moeten kunnen beschikken over gegevens per transactie in plaats
van de huidige totalen van leveringen per periode. De internationale
gegevensuitwisseling tussen fraude-eenheden kan gestimuleerd worden.
Dit blijkt een effectief middel te zijn, zo bewijst Eurocanet, een
netwerk waar niet alle EU-lidstaten, maar wel België en Nederland
gebruik van maken. Bij opsporing en vervolging is nauwe samenwerking
tussen belastingdienst, rechercheurs en aanklagers nodig om resultaten
te boeken.
Regie Belastingdienst op btw-fraudebestrijding moet versterkt worden
In Nederland bestrijden diverse onderdelen van de Belastingdienst
intracommunautaire btw-fraude. De aanpak in de belastingregio's is
niet eenduidig. Er is geen overkoepelende aansturing en de aandacht
voor btw-carrouselfraude is relatief bescheiden. De Algemene
Rekenkamer beveelt nadrukkelijker regievoering aan, bijvoorbeeld door
concrete afspraken vast te leggen in de stuurcontracten met de
regio's. Belastingregio's krijgen weinig tijd voor preventieve
risicoanalyses, omdat btw-nummers snel verstrekt moeten worden. De
mogelijkheden om een btw-nummer te weigeren vanwege criminele
antecedenten zijn nu beperkt, hoewel bekend is dat sommige criminelen
bij herhaling fraude plegen. Het fraudeverleden moet daarom in de
risicobeoordeling meer nadruk krijgen. Verder moet onderzoek uitwijzen
of het vastleggen van de verificatie van btw-nummers van nut is voor
risicoanalyses.
Positief is de nauwe samenwerking tussen opsporingsorganisatie
FIOD-ECD en de Belastingdienst. Daarentegen is de managementinformatie
over fraudezaken en fraudeomvang gebrekkig. Hoeveel geld de
Belastingdienst misloopt door carrouselfraude is onbekend.
Carrouselfraudezaken maken 6 % uit van het totaal aantal fraudezaken.
Uit processen-verbaal van opgespoorde zaken tussen 2003 en 2007 blijkt
een fiscaal nadeel door carrouselfraude van EUR 654 miljoen, goed voor
driekwart van het totale fiscale nadeel aan door fraude gederfde
btw-inkomsten.
In reactie op dit rapport omarmt de staatssecretaris van Financiën de
aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer. De bewindsman wil ook
aanpassing van EU-wetgeving om fraude effectiever aan te kunnen
pakken. Hij geeft echter niet aan welke concrete initiatieven hij zal
nemen. De Algemene Rekenkamer dringt daarom in het nawoord aan op
verduidelijking.
Persbericht Algemene Rekenkamer, 12 maart 2009
Algemene Rekenkamer