Nederland niet klaar voor verhoogde AOW-leeftijd
12/03/2009 10:13
LifeGuard B.V.
Een derde van de oudere Nederlandse werknemers (50+) is nog niet klaar voor een hogere AOW-leeftijd. Dit blijkt uit de LifeGuard BedrijfsGezondheidsIndex 2008 (BGI). Het onderzoek is afgenomen onder 10.447 werknemers bij 81 bedrijven uit verschillende sectoren. Van de onderzochte werknemers van 50 jaar en ouder heeft 34% een verminderd werkvermogen en is daardoor minder goed in staat om aan de fysieke en mentale eisen van het werk te voldoen. Deze werknemers zijn minder gezond, voelen zich minder productief, verzuimen vaker en zorgen voor meer medische kosten. Doorwerken tot 67 jaar is voor deze groep dan ook een lastige opgave. De gemiddelde BGI voor 2008 is gelijk aan die voor 2007, een 7.2.
Relevantie anno 2008
Binnen het Kabinet is er discussie alom of de huidige financiële situatie het al op korte termijn verhogen van de AOW-leeftijd onontkoombaar maakt. Minister Donner heeft een loonregeling in het leven geroepen waarbij werkgevers worden gestimuleerd om werklozen van 55+ in dienst te nemen. Eventuele langdurige ziektekosten voor deze medewerkers worden door de overheid vergoed. Feit is dat werkgevers ook zonder het aannemen van langdurig werklozen van 55+, gemiddeld steeds meer oudere werknemers in dienst hebben, waarvoor bij langdurige ziekte geen vergoeding van de overheid is gereserveerd. Mede om die reden zullen zij zelf een effectief gezondheidsbeleid moeten voeren om de inzetbaarheid van hun personeel te kunnen garanderen.
Elk jaar belicht LifeGuard een actueel thema binnen de BGI. Dit jaar is gekozen om, naar aanleiding van bovenstaande visie op arbeidsparticipatie, speciale aandacht te besteden aan de 50-plussers voor wie het langer doorwerken het snelst nadert.
De LifeGuard BedrijfsGezondheidsIndex (BGI)
Het doel van de BGI is om inzicht te krijgen in de gezondheid en inzetbaarheid (werkvermogen) van de Nederlandse beroepsbevolking. Gezondheid wordt binnen de BGI opgevat als een toestand van compleet lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden. Naast de gezondheid van werknemers worden ook belangrijke determinanten van gezondheid en werkvermogen meegenomen zoals leefstijl en gedrag (o.a. bewegen, voeding, alcoholgebruik, tabakgebruik en omgaan met stress) en werkbeleving (o.a. werkdruk, samenwerking, leermogelijkheden, zelfstandigheid in het werk). De BGI beschouwt het individu en zijn context. Bij de beroepsbevolking maakt de werkomgeving daar vanzelfsprekend een groot deel van uit.
Bij dit persbericht is een bijlage zichtbaar op www.perssupport.nl
http://www.lifeguard.nl