Bedrijfsleven eist meer garanties van gerechtsdeurwaarders
11/03/2009 06:00
Creative Venue BV
Controle op beheer derdengelden niet eerder zo expliciet
Bedrijfsleven eist meer garanties van gerechtsdeurwaarders
Rotterdam, 11 maart 2009 - Steeds meer ondernemingen blijken zich af te vragen of de beheerde gelden op derdenrekeningen van deurwaarders of incassokantoren wel veilig geparkeerd staan. In toenemende mate worden daarom aanvullende garanties geëist. Niet eerder signaleerde incasso- en gerechtsdeurwaardersorganisatie Flanderijn, met 13 kantoren in Nederland een van de grotere markpartijen, een dergelijk scherpe garantie-eis vanuit het bedrijfsleven.
Als gevolg van de economische crisis blijken de incasso-portfolio's van gerechtsdeurwaarders en incassokantoren de laatste tijd aanzienlijk op te lopen. Omdat het daarbij om grote hoeveelheden geld gaat, eisen steeds meer opdrachtgevers garanties dat het geïncasseerde geld ook daadwerkelijk en snel aan hen wordt overgeboekt. Vooralsnog lijken alleen deelnemers van het Garantiefonds Gerechtsdeurwaarders die garantie te kunnen geven.
Flanderijn directielid Tom van Eck: "De druk om deze kwaliteitswaarborg af te geven neemt voor alle spelers in de incassobranche toe. En die is bij mijn weten niet eerder zo expliciet geweest. Je kunt je afvragen of incassobureaus en gerechtsdeurwaarders het zich nog wel kunnen permitteren om in het huidige economische tij geen aanvullende garantie af te geven. Daarvoor zijn de belangen en de bedragen te groot."
Derdengelden
Net als notarissen en advocaten ontvangen gerechtsdeurwaarders beroepshalve geld dat van derden is. Deze zogeheten derdengelden zijn bedragen die zijn geïnd voor opdrachtgevers maar nog niet aan hen zijn afgedragen, bijvoorbeeld in zaken waarin een betalingsregeling is getroffen. Het is de bedoeling dat deze bedragen zo spoedig mogelijk naar opdrachtgevers worden doorgestort. Gemiddeld staat het geld van klanten enkele weken op een dergelijke derdenrekening. Zolang dat geld niet is doorgestort loopt de opdrachtgever feitelijk een risico. De Stichting Garantiefonds Gerechtsdeurwaarders ondervangt dit risico door de uitbetaling van de derdengelden veilig te stellen. Op dit moment is circa 40 tot 50% van de incassoportefeuilles bij de gerechtsdeurwaarders gegarandeerd via dit Garantiefonds. De incassobureaus in Nederland beschikken niet over een dergelijk fonds en kunnen dit type garantie niet afgeven.
Volgens Van Eck, die tevens medeoprichter van de Stichting Garantiefonds Gerechtsdeurwaarders is, doen gerechtsdeurwaarders er goed aan zich bij het Garantiefonds aan te sluiten: "We roepen onze collega deurwaarders die nog niet aangesloten zijn dat nu te doen. Niet alleen in het belang van onze opdrachtgevers, maar ook met het oog op de meerwaarde van de beroepsgroep".
Stringente liquiditeits- en solvabiliteitseisen
Voor de handhaving van het verplichte gebruik van derdengeldenrekeningen is bij de totstandkoming van de Gerechtsdeurwaarderswet in 2001 een financieel toezichtregime en tuchtregime ontwikkeld. Het financiële toezicht op gerechtsdeurwaarders is opgedragen aan het Bureau Financieel Toezicht (BFT). Aan de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders is het tuchtregime gedelegeerd.
Het Garantiefonds, opgericht in 1998, vormt een extra waarborg. Het Garantiefonds werkt volgens de Lloyds-constructie: deelnemende deurwaarders staan voor elkaar in. Als de door een deurwaarder geïnde gelden door omstandigheden niet meer (geheel) ter beschikking staan van de opdrachtgever, dekken de deelnemers gezamenlijk het tekort.
Aansluiting bij het Garantiefonds kan overigens alleen als de betreffende kantoren voldoen aan stringente liquiditeits- en solvabiliteitseisen. Zo moet 125% van de derdengelden liquide worden aangehouden en geldt een solvabiliteitseis van 30% van het balanstotaal inclusief derdengelden. Ook geldt dat de aangesloten gerechtsdeurwaarders over een positief privé-vermogen moeten beschikken, een afdoende beroepsaansprakelijkheidsverzekering afgesloten moeten hebben en zich moeten onderwerpen aan periodieke controles van de fondsaccountant. In het verleden is een aantal deurwaarderskantoren het deelnemerschap geweigerd omdat deze niet aan de criteria konden voldoen.
Achtergrond garantiefonds
In het afgelopen decennium is het een aantal malen gebeurd dat een gerechtsdeurwaarder in financiële problemen kwam. Bij een faillissement is de consequentie dat opdrachtgevers vaak met lege handen komen te staan. De inmiddels voor de opdrachtgever geïnde bedragen kunnen niet meer worden afgedragen. Dit is ongewenst, zodat ook de regelgeving in de Gerechtsdeurwaarderswet daar iets aan probeert te doen. De noodzaak daarvan was al eerder ingezien door de deurwaarders zelf.
Oud-Minister en oud-Commissaris van de Koningin in Friesland drs. E.H.T.M. Nijpels is voorzitter van het Fonds. Nijpels is in deurwaarderskringen bekend van zijn motie van 7 februari 1980. Daarin werd de regering gevraagd de positie van de gerechtsdeurwaarder wettelijk te regelen. Met het voorzitterschap van het garantiefonds benadrukt Nijpels zijn interesse en betrokkenheid in de gerechtsdeurwaardersbranche.