HIV: minder sterfte maar meer bijwerkingen
* Startdatum: 11-03-2009
* Tijd: 15.45
* Locatie: Aula
* Titel: HIV: minder sterfte maar meer bijwerkingen
* Plaats: Aula
* Spreker: M.G.A. van Vonderen
* Promotor: prof.dr. S.A. Danner prof.dr. P. Reiss
* Onderdeel: VU medisch centrum
* Wetenschapsgebied: Medisch
* Evenementtype: Promotie
Marit van Vonderen onderzocht voor haar promotieonderzoek methoden om de bijwerkingen bij de combinatiebehandeling voor HIV-infectie te beperken Zij ontdekte dat er bij de behandeling zonder antivirale middelen (zidovudine/lamivudine ZDV/3TC) geen vetaandoening (lipodystrofie) of te hoog bloedsuikergehalte voorkomt en de botdichtheid minder achteruit gaat. Bij het vervangen van een van de geneesmiddelen in de combinatiebehandeling door het middel atazanavir zag zij een duidelijke afname in het cholesterol- en bloedvetgehalte.
Sinds de combinatiebehandeling voor HIV-infectie beschikbaar is gekomen, is de sterfte onder patiënten met HIV fors gedaald. Helaas worden steeds meer bijwerkingen van de behandeling gezien, zoals veranderingen in lichaamsvetverdeling (lipodystrofie), verminderde gevoeligheid voor het hormoon insuline (insulineresistentie), verhoogd cholesterol- en bloedvetgehalte en botontkalking.
Van Vonderen onderzoekt twee strategieën om deze bijwerkingen te beperken. De eerste is een combinatiebehandeling zonder zidovudine/lamivudine (ZDV/3TC), een van de verdachten voor deze bijwerkingen. Zij deed dit door middel van het MEDICLAS onderzoek (Metabolic effects of different classes of
antiretrovirals/stofwisselingseffecten van verschillende klassen geneesmiddelen tegen HIV). Tijdens twee jaar behandeling zonder ZDV/3TC werd geen lipodystrofie of insulineresistentie gesignaleerd, terwijl patiënten die ZDV/3TC kregen beide bijwerkingen ontwikkelden. Ook de botdichtheid ging minder achteruit zonder ZDV/3TC. Een nadeel van deze laatste behandeling was de grotere toename in het cholesterol- en bloedvetgehalte. Hieruit concludeert Van Vonderen dat ZDV/3TC waar mogelijk niet langer gebruikt moet worden bij patiënten die voor het eerst met de combinatiebehandeling tegen HIV starten.
De tweede onderzochte strategie was het vervangen van een van de geneesmiddelen in de combinatiebehandeling door het middel atazanavir. Bij patiënten die overgingen op atazanavir werd een duidelijke afname gezien in het cholesterol- en bloedvetgehalte. Dit is gunstig bij een verhoogd risico op hart- en vaatziekten.
Het onderzoek van Van Vonderen draagt bij aan een verfijning van de behandeling voor patiënten met HIV-infectie. Deze combinatiebehandeling wordt steeds meer individueel maatwerk, doordat meer anti-HIV middelen beschikbaar komen. Het streven is de lange-termijn bijwerkingen van deze levenslange therapie tot een minimum te beperken.
© Copyright Vrije Universiteit Amsterdam