ChristenUnie
Bijdrage Esmé Wiegman aan het spoeddebat overname NUON/Essent
Bijdrage Esmé Wiegman aan het spoeddebat overname NUON/Essent
woensdag 11 maart 2009 19:00
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Voorzitter. In Europa is het vrijemarktdenken tot belangrijk ideaal
verheven. Behalve Nederland hanteren de EU-lidstaten wel een
selectieve vrijemarktvisie. Zij menen namelijk dat een vrije markt
vooral handig is wanneer een lucratieve deal in een ander land kan
worden gesloten. Zodra enige vorm van protectionisme van pas komt,
zijn de Europese concurrentieregels voor sommige lidstaten even wat
minder belangrijk. Aan dit selectieve vrijemarktdenken doet Nederland
keurig niet mee en dat lijkt ons een beetje op te breken.
Met het Europese langetermijnperspectief zal een markt ontstaan met
een klein aantal energiereuzen. Ik ben bang dat wanneer eenmaal echt
sprake is van een open markt, Nederland daaraan niet meer deelneemt.
De discussie over de Splitsingwet wil ik vandaag niet herhalen, maar
de opvatting die de ChristenUnie in 2006 had, blijft gelden: loop niet
vooruit op de andere Noordwest-Europese landen. Dat idee was destijds
voor ons reden om tegen aanneming van de Splitsingwet te zijn.
De heer Samsom (PvdA):
Voorzitter. Nu wordt er wel een zeer karikaturaal Calimerobeeld van
Nederland geschetst. Mevrouw Wiegman weet dat ons staatsbedrijf
GTS/Gasunie onlangs ongeveer een derde van het Duitse gasnetwerk heeft
gekocht. De Zweden strekken hun hand richting Nederland uit om
elektriciteit te kunnen leveren, maar wij doen dat richting Duitsland.
Een internationale taakverdeling op een internationaal schaakbord kan
echt anders zijn dan mevrouw Wiegman doet veronderstellen. Wij zijn
geen Calimero. Wij zijn gekke Henkie niet. Wij spelen ons spel.
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Dat begrijp ik ook wel. Ik zal niet betogen dat wij ons achter onze
waterlinies moeten verschuilen. Helemaal niet, maar ik herhaal onze
bezwaren die wij hadden bij de behandeling van de Splitsingswet. Ik
zeg weer: loop op dit dossier niet voor de troepen uit. Doe dat dus
niet als het echt om energie gaat. Met deze ontwikkelingen worden onze
zorgen bewaarheid.
Voorzitter. Dan wil ik iets zeggen over de brief van de minister van 6
maart. Begrijp ik dat er bij het bepalen van de keus voor een
potentiële koper expliciet wordt gelet op de publieke belangen voor
zowel Nuon als Essent? De minister noemt de garanties die in de
verkoopovereenkomst zijn opgenomen, zoals investeren in duurzaam
vermogen. De werkgelegenheid wordt voor vijf jaar gegarandeerd.
Bovendien zal de onafhankelijke stichting bij de verkoop van Nuon acht
jaar blijven bestaan. Hoe zit het echter met deze publieke belangen na
deze periode? Natuurlijk begrijp ik dat de minister geen garanties
voor de eeuwigheid kan geven, maar ook acht jaar is in wezen een
beperkte tijd bij dit type overnames.
De aandeelhouders van Nuon hebben meerdere malen gewezen op het belang
van een partner met een sterke positie op het gebied van gas, zodat
men in de toekomst problemen met de gasleverantie uit Rusland kan
voorkomen. Vattenfall is een sterke speler, maar niet zozeer op het
gebied van gas. Is de positie daarop nu minder relevant?
De minister hecht veel waarde aan het publieke belang van de
kerncentrale in Borssele. Dat begrijp ik. Ik maak hieruit op dat de
kerncentrale in publieke handen blijft. Graag krijg ik hierop een
duidelijke en harde toezegging van de minister.
Zij noemt in haar brief de vangnetconstructie. Die treedt in werking
als er onvoldoende financiële middelen zijn om aan de publieke taken
te voldoen. De netbeheerder wordt verplicht om dan bij te springen.
Met andere woorden: de risico's die een beursgenoteerd bedrijf loopt,
zouden gedekt moeten worden met belastinggeld. Dit klinkt misschien
wat negatief, maar zijn de lusten voor de aandeelhouders en de lasten
voor de belastingbetaler? Of begrijp ik dit helemaal verkeerd? Als dat
zo is, hoor ik dat graag.
Ik wil vervolgens een vraag uit het vorige spoeddebat herhalen. Die
vraag betreft de beschermingsclausule in de EU-richtlijn. Die stelt
lidstaten in staat om overnames te toetsen en om die bij risico's voor
het openbaar belang te blokkeren. De minister verklaarde toen in het
debat weinig te kunnen afdwingen, bijvoorbeeld op het gebied van
duurzaamheid. Ook vanavond geldt de vraag: wat is de waarde van deze
beschermingsclausule?
Tot slot wil ik graag onderstrepen wat wordt gevraagd met de motie van
ex-collega Hessels.