4. Notitie toegang tot medisch noodzakelijke zorg voor vreemdelingen
zonder legale verblijfsstatus
Notitie toegang tot medisch noodzakelijke zorg voor vreemdelingen zonder
legale verblijfsstatus
Kamerstuk, 11 maart 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
11 maart 2009
DZ-CB-U-2886536
Geachte voorzitter,
In uw brief van 14 oktober 2008 geeft u aan dat de vaste commissie
voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport graag mijn reactie ontvangt op
de brief van
22 september 2008 van Dokters van de wereld/ Médicins du Monde
(MEDOC).
In die brief wordt ingegaan op mijn brief met betrekking tot de
notitie van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) over de toegang
tot ziekenhuiszorg voor vreemdelingen zonder legale verblijfsstatus
(hierna: illegalen). Hieronder treft u mijn reactie aan.
Blijkens genoemde brief is Dokters van de Wereld van mening dat de
Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) mij onjuist, onzorgvuldig en
onvolledig heeft geïnformeerd en dat ik, op gezag van de IGZ, het
parlement onjuist geïnformeerd heb.
Volgens Dokters van de Wereld spreekt er een hoge mate van
onzorgvuldigheid uit de storende mistypering van Lampion en de
foutieve naamgeving van hun organisatie. Dit was inderdaad niet
correct en de Inspecteur Generaal heeft dit in zijn brief aan de
Stuurgroep Lampion van 7 augustus 2008 ook betreurd.
Voorts is Dokters van de Wereld van mening dat er sprake is van
misleidende onjuistheden in de notitie van de IGZ en dat het aan de
Tweede Kamer toegezegde onderzoek niet is verricht en pleit bij het
toezicht door de IGZ voor kwaliteitseisen aan het onderzoek en
constateert dat aan zulke eisen in het toezicht de afgelopen twee jaar
zeker niet voldaan is.
De IGZ is van oordeel dat er wel degelijk een (oriënterend) onderzoek
heeft plaats gevonden waarover is gerapporteerd in de notitie van de
IGZ aan mij. Hoewel het onderzoek mogelijk niet is verricht op de
wijze die Dokters van de Wereld voorstaat, is het voldoende in relatie
tot het doel van het onderzoek. De conclusie dat er geen structureel
probleem met de toegang voor illegalen tot medisch noodzakelijke zorg,
is mijn ogen nog altijd gerechtvaardigd.
Dokters van de Wereld geeft verder aan dat het onderzoek van het
Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het Ministerie
van Justitie (WODC) van 2008 tot nogal andere bevindingen heeft geleid
dan die van de IGZ in haar notitie. Het WODC concludeert in zijn
onderzoek dat de toegang tot medische zorg wordt belemmerd door
onwetendheid over het recht op zorg en de vergoedingsmogelijkheden
daarvoor bij zowel illegalen zelf als bij artsen, hulp¬verleners en
baliemedewerkers.
Het feit dat er, zoals het WODC aangeeft, signalen zijn dat illegalen
en zorg¬verleners niet op de hoogte zijn van het recht op zorg en de
vergoedings¬mogelijkheden daarvoor, is in mijn ogen niet strijdig met
de conclusie van de IGZ dat er momenteel geen structureel probleem is
met de toegang voor illegalen tot medisch noodzakelijke zorg. De IGZ
ontkent in haar notitie ook niet dat zich incidenten (kunnen) voordoen
met betrekking tot de toegang tot zorg. Wellicht ten overvloede merk
ik nog op dat het onderzoek van de IGZ zich, in aansluiting op de
signalen van destijds alleen heeft gericht op de toegang tot
ziekenhuiszorg.
Ten slotte vraagt Dokters van de Wereld zich af hoe de conclusies van
de IGZ zich verhouden tot het MEDOC-rapport "de stilte doorbreken". De
IGZ heeft het MEDOC-rapport bestudeerd en wijst er op dat dit rapport
betrekking heeft op de toegankelijkheid voor illegalen van de totale
zorg en niet uitsluitend van de ziekenhuiszorg, zoals de notitie van
de IGZ. Er wordt in het MEDOC-rapport gesproken over een aantal
incidenten met betrekking tot ziekenhuizen, maar de inhoud van deze
incidenten wordt niet beschreven zodat een beoordeling niet mogelijk
is. Bij drie casus' die in het rapport worden beschreven is de patiënt
door de arts gezien en deze heeft geoordeeld dat er geen sprake was
van medisch noodzakelijke zorg waarna van behandeling is afgezien
vanwege betalingsonmacht.
Inmiddels is op 1 januari 2009 de wet van 30 oktober 2008, houdende
wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met de verstrekking
van bijdragen aan zorgaanbieders die inkomsten derven ten gevolge van
het verlenen van medisch noodzakelijke zorg aan bepaalde groepen
vreemdelingen en van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten met het
oog op verzekering van bepaalde groepen minderjarige vreemdelingen in
werking getreden. Als gevolg van die wet zijn de
financieringsmogelijkheden voor medisch noodzakelijke zorg verleend
aan in betalingsonmacht verkerende illegalen gestroomlijnd. In het
kader van de inwerkingtreding van genoemde wet heeft het CVZ, om
onwetendheid weg te nemen, alle huisartsen, ziekenhuizen, apotheken,
tandartsen en verloskundigen op de beroepsgroep toegespitste
informatie gestuurd. Voorts heeft het CVZ een voorlichtingsbijeenkomst
georganiseerd voor alle landelijke partijen die betrokken zijn bij de
zorg voor illegalen, zoals koepel- en brancheverenigingen binnen de
zorg en belangenverenigingen voor illegalen. Ik ben van mening dat
hiermee de toegankelijkheid van de zorg voldoende is gewaarborgd.
Terecht geeft Dokters van de Wereld aan dat ik eraan hecht dat de IGZ
blijvend toeziet op meldingen van eventuele problemen met de
toegankelijkheid van zorg voor illegalen. Dat heb ik ook meerdere
malen aangegeven tijdens de parlementaire voorbereiding van
bovengenoemde wet. Verder heb ik verschillende organisaties die
problemen met de toegankelijkheid van de zorg voor illegalen bij mij
signaleerden, gevraagd dit te melden bij de IGZ. U kunt erop
vertrouwen dat de IGZ alle gemelde signalen zal onderzoeken. Uiteraard
accepteer ik graag het aanbod van Dokters van de Wereld om haar
expertise in te zetten en mee te denken over de wijze waarop de
eventuele problematiek van toegang tot zorg op een adequate manier
inzichtelijk kan worden gemaakt. Ik zal de IGZ verzoeken daarover
contact op te nemen met Dokters van de Wereld.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
de minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport