De Nederlandse Bank
Speech directeur Kellermann 'Het belang van compliance, juist nu'
Speech
Datum 09 maart 2009
Tijd 00:00 uur
Lokatie Seminar Deloitte - Vrije Universiteit
Spreker Mr. A.J. Kellermann, directeur van de Nederlandsche Bank
Tijdens zijn presidentschap in de jaren dertig van de vorige eeuw
hield Franklin Delano Roosevelt regelmatig een radiopraatje voor het
Amerikaanse volk. Een 'fireside chat' heette dat. Zijn eerste praatje
hield hij op 12 maart 1933. Het onderwerp was, hoe kon het ook anders,
de bankencrisis. Hij legde uit hoe een bank werkt, wat er mis was
gegaan en hoe de regering dat probeerde op te lossen. Hij eindigde
zijn praatje met een oproep tot vertrouwen: 'There is an element in
the readjustment of our financial system more important than currency,
more important than gold, and that is the confidence of the people.'
Inderdaad: vertrouwen was toen, en is nu nog steeds de 'gouden
standaard' van het bankwezen. Wat de gevolgen zijn als we onze greep
op deze standaard verliezen, zagen we 80 jaar geleden en zien we nu
weer: een financiële crisis die met enorme kracht door bankenland en
vervolgens door onze economie raast. Een financiële crisis die niet
alleen vraagt om onorthodoxe economische maatregelen, maar ook om
herstel van vertrouwen door herijking van de morele standaard. Ere wie
ere toekomt - Premier Balkenende hamert al veel langer op dit thema.
En zo ook twee weken geleden na de EU-top in Berlijn:'We moeten kiezen
voor een markteconomie met moraliteit, een sociale markteconomie. We
moeten niet alleen kiezen voor regulering, maar ook voor gedrag en
mentaliteit.'
Om dat morele kader vorm te geven binnen de cultuur van een
onderneming, daar zie ik, daar ziet DNB, kansen liggen voor het
vakgebied compliance: governance systemen op peil houden, risico's
beheersen, het vertrouwen terugwinnen. Wat dat betreft is de crisis
ook een nieuwe kans. Een kans om duurzaamheidseisen te stellen aan ons
financiële systeem. Een kans om meer inhoud en vorm te geven aan de
nutsfunctie van banken. Want we mogen niet vergeten dat financiële
stabiliteit een publiek goed is. Niet voor niets is het de overheid
die met publieke middelen instellingen heeft gered. Dat heeft
consequenties, economisch en maatschappelijk.
Consequenties die ook verder strekken dan onze landsgrenzen. Want, ook
al mogen we aanschuiven bij de G20, Nederland is uiteindelijk maar een
kleine speler op het financieel-economische wereldtoneel. Als het gaat
om de nutsfunctie van banken moeten we er ons daarom van bewust zijn
dat die nutsfunctie in Nederland misschien zonder slag of stoot wordt
erkend, maar dat dat in andere landen misschien anders ligt. En ook op
andere punten zijn er verschillen in organisatie en aanpak waar we
rekening mee moeten houden. Zeker als we duurzaam willen zorgen dat er
een maatschappelijk draagvlak is en blijft om financiële instellingen
te helpen en de financiële stabiliteit willen waarborgen.
Hoe we dat gaan doen?
De laatste tijd wordt wel gesuggereerd om terug te gaan naar de basis
van het bankieren: sparen en investeren. Ook denken sommige banken
over het verminderen van de complexiteit van de organisatie. Dit zou
er voor kunnen zorgen dat de zaken minder complex en dus beter
beheersbaar worden. Maar, dat haalt natuurlijk niet alle risico's weg.
Of we echt terug naar de basis moeten, zeg maar 'saai bankieren',
betwijfel ik, want ook aan dat bedrijfsmodel zitten economische
nadelen èn risico's. Denk maar aan alle hypotheekbanken die Nederland
vroeger rijk was. Wat wèl zeker is, is dat we terug moeten naar het
basisconcept: 'verdienen voor de klant' in plaats van 'verdienen aan
de klant'. Met andere woorden: terug naar banken met een gezonde en
verantwoorde risicobereidheid en bijbehorende transparantie. We willen
het niet per se over een andere boeg gooien, want het financiële
systeem heeft ons veel gebracht, maar we willen wel extra zeilen
bijzetten op gedrag.
Hoe kunnen instellingen dit aanpakken? Of beter: hoe kan een
instelling integriteit en integer gedrag verankeren in de
bedrijfscultuur?
Volgens het Basel Committee on Banking Supervision begint compliance
'at the top'. Ik citeer uit het Rapport van het Comité over Compliance
uit 2005: 'Compliance will be most effective in a corporate culture
that emphasises standards of honesty and integrity and in which the
board of directors and senior management lead by example. A bank
should hold itself to high standards when carrying on business, and at
all times strive to observe the spirit as well as the letter of the
law.'
Niet meer alleen regels dus, maar ook de 'spirit of the law'. Het gaat
dan over cultuur, over bedrijfscultuur. Dat is waar we in het
vakgebied compliance de komende tijd mee aan de slag moeten. Dat is
overigens niet nieuw. Ook bij de totstandkoming van de Wet op het
financieel toezicht heeft de wetgever gesteld dat cultuur een
belangrijke omgevingsfactor is voor integer handelen. De toelichting
op artikel 10 van het Besluit Prudentiële Regels verwoordt het zo:
'Verder is het van belang dat het beleid en de procedures en
maatregelen ten aanzien van integriteit geïntegreerd worden in de
bedrijfsprocessen en op die manier bijdragen aan een
integriteitsbewuste bedrijfscultuur. Deze procedures en maatregelen
dragen bij aan de vorming van een bedrijfscultuur van de onderneming.
De bedrijfscultuur is een belangrijke interne omgevingsfactor ter
inbedding van integer handelen'.
Aan wat voor bedrijfscultuur kunt u dan denken? Aan een
bedrijfscultuur waar alle belangen worden meegewogen, waar op
transparante wijze wordt gecommuniceerd over doelstellingen, waar
realistische targets worden gesteld zonder perverse prikkels, waar
verantwoordelijkheid wordt genomen en verantwoording wordt afgelegd.
Leidende begrippen zijn: belangenafweging en transparantie,
uitvoerbaarheid en bespreekbaarheid, handhaving en voorbeeldgedrag.
Bestaan er bedrijven met zo'n cultuur?
Ik geef u een voorbeeld van een bedrijf dat sinds 1965 jaarlijks
gemiddeld ruim 20% rendement heeft geleverd en over 2008 toch nog
bijna 5 miljard aan winst heeft gemaakt. Ik citeer uit het jaarverslag
over 2008: 'That's the good news. But there's another less pleasant
reality: During 2008 I did some dumb things in investments. I made at
least one major mistake of commission and several lesser ones that
also hurt. I will tell you more about these later. Furthermore, I made
some errors of omission, sucking my thumb when new facts came in that
should have caused me to re-examine my thinking and promptly take
action'.
Herkend? Het orakel van Omaha, Warren Buffett, schrijft ieder jaar een
brief aan de beleggers in Berkshire Hathaway. In zijn bedrijf heerst
die cultuur al sinds 1965, onafgebroken. Gewone bedrijven hebben
helaas geen Warren Buffett in huis. Zij zullen het moeten hebben van
de compliance officer en de risk manager; zij zijn cruciaal in deze
cultuuromslag. Hun functies zijn de laatste tijd enigszins op de
achtergrond geraakt, maar juist nu moeten zij beter gepositioneerd
worden, vooral ten opzichte van de raad van bestuur. Alleen zo kunnen
zij inspringen op nieuwe producten, strategieën en risico's. Alleen zo
kunnen zij beïnvloeden dat er meer focus komt op gedrag en cultuur in
een onderneming. De onderliggende principes zijn simpel: je voert geen
producten die je zelf niet begrijpt, je verkoopt niets wat je zelf ook
niet zou kopen, en je kent je klanten en je werknemers goed. Het is de
rol van de compliance officer en risk manager om hier richting aan te
geven en om te zorgen dat een organisatie 'integriteit' ademt.
Daarom is het ook van groot belang dat ondernemingen niet, zeker niet
nu, bezuinigen op compliance. Diverse buitenlandse toezichthouders
hebben onlangs nog benadrukt dat bij bezuinigingen de
compliancefunctie gespaard moet worden. In het FD stond terecht laatst
een oproep van Rens Rozekrans van KPMG om de compliance ten tijde van
een crisis op peil te houden en zo nodig te intensiveren. Ik
onderschrijf dit van harte!
Het is overigens nu al duidelijk dat de verslechterde economische
omstandigheden het voor een organisatie moeilijker maken om
financieel-economische criminaliteit buiten de deur te houden. Op de
verschillende terreinen van integriteit is meer druk te verwachten als
gevolg van de crisis.
Bijvoorbeeld.
De ongewenste prikkels om targets te halen, zoals excessieve bonussen,
zijn mede een oorzaak geweest voor de huidige crisis. Nu is die druk
om targets te halen mogelijk opnieuw een aanleiding om interne normen
te overtreden. Alleen, het uiteindelijke doel is nu anders. Het gaat
niet meer om het behalen van een bonus, maar om het vasthouden van een
baan, of om de onderneming te 'helpen' om te overleven. Daarbij moeten
we in gedachten houden dat onevenwichtige werknemers vaker targets
zijn van criminelen.
Maar er is ook meer aandacht nodig voor de vraag: met wie doet mijn
instelling zaken? Door de vertrouwenscrisis op de geldmarkt zijn er
allerlei nieuwe geldstromen op gang gekomen. Cliënten gaan vaker op
zoek naar een andere bank. Wegens gebrek aan vertrouwen in hun 'eigen'
bank, of om hun spaargeld te spreiden, of omdat, zoals de Icesave
klanten overkwam, hun oude bank failliet is gegaan. En banken gaan op
zoek naar nieuwe, andere klanten wegens beperkte of dure faciliteiten
op de interbancaire geldmarkt. Hierdoor ontstaat druk om klanten
eerder, eerder dan misschien wenselijk is, te accepteren.
Het hoort ook bij een crisis dat fraudes dan aan het licht komen; als
het waterpeil daalt komen alle lekken naar boven. In de jaren dertig
was het Richard Whitney, een beroemde handelaar en jarenlang
voorzitter van de beurs van New York, die een oplichter bleek te zijn.
Nu hebben we er al twee: Bernard Madoff en Sir Allen Stanford. Maar
ook dichter bij huis en bij minder miljoenen is er sprake van fraude:
de AFM krijgt fors meer tips over fraudezaken. De les die we hieruit
kunnen trekken leerden we al van 'tennisbaan'-fraudeur René van den
Berg: ook al is iemand een gerespecteerd lid van de gemeenschap, blijf
op je hoede. De term 'witteboordencriminaliteit' bestaat niet voor
niets.
Oplettendheid dus, maar ook duidelijkheid en transparantie. Niet
alleen over doelstellingen maar zeker ook over verantwoordelijkheden.
Wie is wanneer waarvoor verantwoordelijk. Dat duidelijk maken en
houden is één van de taken voor de compliance functie. Zeker in deze
tijden waar meer verloop en ontslag van personeel verwacht wordt,
waardoor kennis wegvloeit, en er ook minder middelen beschikbaar
zullen zijn voor technische ontwikkelingen.
Het is duidelijk dat de taken van de compliance officer door de jaren
zijn veranderd en blijven veranderen, of beter gezegd: mee veranderen
met de ontwikkelingen in omgeving en regelgeving, cultuur en bestuur.
Eén verschuiving is nu in een versnelling gekomen: de shift van pure
naleving van wet- en regelgeving naar 'recht doen aan het recht', naar
aandacht voor maatschappelijke ontwikkelingen en - heel tastbaar -
naar door ondernemingen zelf opgestelde normenkaders. Het gaat bij
veel instellingen nu minder om 'dit moet van de toezichthouder of
wetgever', maar meer om eigen verantwoordelijkheid. Het gaat niet meer
alleen over regulering, maar over gedrag en mentaliteit, niet meer
alleen over compliance, maar over compliance en integriteit. Dat is de
nieuwe duurzame bedrijfscultuur die nodig is om het vertrouwen in de
financiële sector terug te winnen.
Het is de taak en verantwoordelijkheid van de compliance officer om de
brug te slaan tussen wetgeving en de cultuur. DNB zal, dat beloof ik
u, de komende periode meer, nog meer, aandacht besteden aan de
integere bedrijfscultuur van financiële ondernemingen, natuurlijk in
samenwerking met deze ondernemingen.
Traditioneel heeft DNB, als prudentiële toezichthouder, een
terughoudende rol. Deze terughoudendheid zullen we op sommige
onderwerpen de komende tijd wat laten varen, zodat we meer dan
voorheen kunnen bijdragen aan het debat over de invulling van normen
en doelstellingen. Het is misschien ook nodig om onder ogen te zien
dat een principles based benadering niet bij bepaalde onderwerpen
past; maar natuurlijk zijn gedetailleerde regels niet automatisch het
alternatief.
We zijn allemaal wel bekend met gevallen waarin het - naar de letter -
volgen van wet- en regelgeving kan leiden tot een in de kern onjuiste
beslissing. Daarom lijkt het mij goed om in bepaalde situaties het
debat aan te gaan over de ethiek van beslissingen. Dus kijken naar het
idee achter de regel, de context achter de tekst; the spirit of the
law! Zijn alle relevante belangen wel afgewogen, of is alleen naar de
commerciële kant gekeken? Welke prikkels, zoals beloningen, druk,
status, hebben een rol gespeeld in de besluitvorming? Zien we
inconsistenties in de gestelde doelstellingen en de daarbij behorende
bedrijfsbeslissingen?
Werk aan de winkel dus. Voor de financiële instellingen, maar zeker
voor de compliance officer binnen die instellingen. Kijk naar de
uitnodiging voor vandaag - mieren! Veel werk aan de winkel, maar
ondanks de maatschappelijke druk en economische urgentie, moeten we
daarbij niet ondoordacht en overhaast te werk gaan. Wat we precies
moeten en kunnen doen, hoever we willen en kunnen gaan, daar moeten we
over in debat. Binnen en buiten DNB, binnen en buiten de financiële
sector, met u en met elkaar. Het symposium van vandaag biedt daarvoor
een uitgelezen kans, en ik hoop dat de complianceprofessie deze kans
grijpt, door zich wat minder dan in het verleden dienstbaar op te
stellen, door leadership te tonen en door te kiezen voor een integere
bedrijfscultuur, die bestand is tegen de 21e eeuw.
---