Studeren en promoveren met het excellentestudententraject
Rob de Lind van Wijngaarden is nog maar net basisarts, toch is hij al bijna gepromoveerd. Hij is de eerste promovendus van het excellentestudententraject van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), dat het mogelijk maakt om tijdens de bachelor al aan een promotieonderzoek te beginnen.
Rob de Lind van Wijngaarden: 'Het is belangrijk om onderzoek te doen omdat je het leuk vindt, anders houd je het niet vol.'
Iets extra's
Binnen het LUMC zijn er verschillende trajecten die studenten geneeskunde en biomedische wetenschappen de mogelijkheid bieden om iets extras aan hun studie toe te voegen. Het excellentestudententraject is daar één van. Prof.dr. Jan Anthonie Bruijn, voorzitter van het opleidingsbestuur van het LUMC en mentor van een aantal excellente studenten, legt uit: 'Jaarlijks worden er tien studenten voor dit traject geselecteerd. Zij ontvangen een beurs om tijdens hun bachelor gedurende tenminste één jaar intensief kennis te maken met het onderzoek van een afdeling in het LUMC.'
Opleiding verkorten
De excellente studenten zijn te vinden op allerlei verschillende afdelingen verspreid door het LUMC. Dit komt doordat ze de afdeling zelf mogen kiezen, wat belangrijk is omdat ze daar behoorlijk wat tijd door zullen brengen. 'Nadat de student zijn bachelor of master heeft afgerond, kan hij of zij twee jaar worden aangesteld als promovendus om door te gaan met het onderzoek, en een proefschrift te schrijven. Het traject is in het leven geroepen om de opleiding voor onderzoekers en medisch specialisten met een wetenschappelijke belangstelling te verkorten', vertelt Bruijn.
Wie is excellent?
Maar wanneer ben je dan een excellente student? Er wordt geselecteerd op basis van verschillende criteria. Bruijn: 'In de eerste plaats kijken we naar de behaalde cijfers. Alle vakken moeten in één keer zijn gehaald, en het gemiddelde mag niet lager zijn dan een 7,5. Ook kijkt de jury naar onderzoekservaring, motivatie, internationale ervaring en extracurriculaire activiteiten. De studenten die het hoogst scoren op deze vijf punten worden uitgenodigd om zich aan te melden voor het traject. Ik schat dat er ongeveer vijftig studenten worden uitgenodigd, de helft daarvan meldt zich daadwerkelijk aan.'
België
Rob de Lind van Wijngaarden was één van de geneeskunde studenten die zich in 2001 heeft aangemeld voor het traject. Hij deed toen al een tijdje onderzoek op de afdeling pathologie: 'Ik deed het naast mijn studie, als hobby.' Bovendien had hij een jaar in België gestudeerd, zat hij in een groot aantal commissies en zou hij het jaar daarna voorzitter worden van de studievereniging Medische Faculteit der Leidse Studenten. Een echte excellente student dus, die dan ook is aangenomen. 'Dit traject bood mij de mogelijkheid om door te gaan met mijn onderzoek.'
Sociëteit
Volgens De Lind van Wijngaarden is het erg belangrijk om onderzoek te doen omdat je het leuk vindt, want het leven van een excellente student is erg druk: ''s Ochtends ging ik naar college, daarna een paar uurtjes naar het lab, en 's middags aan de studie. Toen ik coassistent was besteedde ik het weekend en mijn vakanties aan het onderzoek. Maar ik deed er ook nog veel leuke dingen naast, ik zat 's avonds bijvoorbeeld vaak op de sociëteit (Minerva, red.).'
Antineutrofiele cytoplasmatische antistoffen (ANCA) zijn antistoffen die zich tegen de eigen witte bloedcellen richten. Ze komen onder andere voor in het bloed van mensen met de ziekte van Wegener.
Nierziekte
De Lind van Wijngaarden verdedigt komende donderdag zijn proefschrift over de ziekte van Wegener. Dit is een auto-immuun ziekte die vooral de nieren aantast. 'De ziekte van Wegener komt niet veel voor. Ik deed dan ook mee aan een grootschalige Europese studie, waarbij genoeg patiënten waren verzameld om onderzoek te kunnen doen. Een patiënt met de ziekte van Wegener kun je behandelen door middel van dialyse, of medicatie die het afweermechanisme onderdrukt. Deze medicatie is vaak effectief in het herstel van de nierfunctie, maar draagt tevens risico's met zich mee. Je kunt ook proberen de nier te herstellen, maar dit is erg risicovol. Ik heb in mijn studie uitgezocht welke factoren je aan het begin van de ziekte kunt identificeren, om daaruit te concluderen of het zin heeft om de patiënt aan de risicovolle behandeling bloot te stellen. Als uit deze factoren blijkt dat de risico's van deze behandeling niet op zullen wegen tegen het verwachte resultaat, kan de patiënt beter op dialyse blijven.'
Chirurgie
In de toekomst wil De Lind van Wijngaarden zich als arts gaan specialiseren in de thoraxchirurgie, een compleet ander vakgebied. Toch vindt hij het niet zonde dat hij onderzoek heeft gedaan naar nierziekten: 'Het is wel goed om ergens anders gekeken te hebben. Uiteindelijk wil ik naast mijn specialisatie onderzoek blijven doen, het liefst binnen de thoraxchirurgie.'
(10 maart 2009/Leonie Hussaarts)
Universiteit Leiden