7048/09 (Presse 54) 1
L
RAAD VA
DE EUROPESE UIE
NL
7048/09 (Presse 54)
(OR. en)
PERSMEDEDELIG
2931e zitting van de Raad
Economische en Financile Zaken
Brussel, 10 maart 2009
Voorzitter Miroslav KALOUSEK
minister van Financiën van Tsjechië
10.III.2009
7048/09 (Presse 54) 2
L
Voornaamste resultaten van de Raadszitting
De Raad heeft een politiek akkoord bereikt over de toepassing van verlaagde btw-tarieven in
bepaalde sectoren.
Hij heeft voorwaarden goedgekeurd voor de deelname van de EU aan een bijeenkomst van de
ministers van Financiën en de presidenten van de centrale banken van de G20 op 14 maart ter
voorbereiding van de G20-Top over internationaal financieel bestuur op 2 april in Londen.
Hij heeft een kernpuntennota aangenomen met de voornaamste beleidsdoelstellingen voor 2009
met betrekking tot economische en financiële zaken, alsmede een verslag over de actualisering voor
2009 van de landenspecifieke aanbevelingen aan de lidstaten inzake hun economisch en
werkgelegenheidsbeleid.
De Raad heeft voorts conclusies aangenomen over de internationale financiering van maatregelen
ter bestrijding van klimaatverandering.
Al deze documenten zullen worden voorgelegd aan de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad
op 19 en 20 maart in Brussel.
Daarnaast heeft de Raad een reeks door de lidstaten voorgelegde geactualiseerde stabiliteits- en
convergentieprogramma's beoordeeld en heeft hij prioriteiten voor de EU-begroting voor 2010
bepaald.
10.III.2009
1 . Wanneer de Raad verklaringen, conclusies of resoluties heeft aangenomen, wordt dat in de titel van het
betrokken punt vermeld. De aangenomen teksten staan tussen aanhalingstekens.
. De documenten waarvan het nummer in de tekst wordt genoemd, staan op de internetsite van de Raad
http://www.consilium.europa.eu.
. Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de Raadsnotulen zijn afgelegd die beschikbaar zijn voor
het publiek, zijn aangegeven met een asterisk; de tekst van de verklaringen staat op de bovengenoemde
internetsite van de Raad en is ook verkrijgbaar bij de Persdienst.
7048/09 (Presse 54) 3
L
IHOUD1
DEELEMERS.................................................................................................................................4
BESPROKE PUTE
STABILITEITS- EN GROEIPACT.....................................................................................................6
Jaarlijkse actualiseringen van de stabiliteits- c.q. convergentieprogramma's van de lidstaten ............6
VOORBEREIDING VAN DE VOORJAARSBIJEENKOMST VAN DE EUROPESE RAAD........7
Kernpuntennota over economische en financiële zaken ......................................................................7
Gezamenlijke boodschappen voor de G20-Top ...................................................................................8
Specifieke aanbevelingen per land.......................................................................................................9
Verlaagde btw-tarieven ......................................................................................................................10
Internationale financiering van maatregelen ter bestrijding van de klimaatverandering ...................12
ALGEMENE BEGROTING VAN DE EU........................................................................................15
Prioriteiten van de Raad voor de begroting 2010...............................................................................15
GEBEURTENISSEN IN DE MARGE VAN DE RAAD..................................................................16
ADERE GOEDGEKEURDE PUTE
ECO.OMISCHE E. FI.A.CIËLE AA.GELEGE.HEDE.
Vermindering van de administratieve lasten:.........................................................................................................17
10.III.2009
7048/09 (Presse 54) 4
L
DEELEMERS
De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd:
België:
de heer Didier REYNDERS vice-eersteminister en minister van Financiën
Bulgarije:
de heer Plamen Vassilev ORESHARSKI minister van Financiën
Tsjechië:
de heer Miroslav KALOUSEK minister van Financiën
de heer Peter CHRENKO viceminister van Financiën, sectie belastingen en
douanerechten
Denemarken:
de heer Lars Løkke RASMUSSEN minister van Financiën
Duitsland:
de heer Peer STEINBRÜCK minister van Financiën
de heer Jörg ASMUSSEN staatssecretaris, ministerie van Financiën
Estland:
de heer Raul MÄLK permanent vertegenwoordiger
Ierland:
de heer Bobby MCDONAGH permanent vertegenwoordiger
Griekenland:
de heer Ioannis PAPATHANASIOU minister van Economische Zaken en Financiën
Spanje:
de heer Pedro SOLBES MIRA tweede viceminister-president en minister van
Economische Zaken en Financiën
Frankrijk:
mevrouw Christine LAGARDE minister van Economische Zaken, Industrie en
Werkgelegenheid
Italië:
de heer Giulio TREMONTI minister van Economische Zaken en Financiën
Cyprus:
de heer Charilaos STAVRAKIS minister van Financiën
Letland:
de heer Atis SLAKTERIS minister van Financiën
Litouwen:
de heer Algirdas Gediminas EMETA minister van Financiën
Luxemburg:
de heer Jean-Claude JUNCKER minister-president, minister van staat, minister van
Financiën
De heer Jeannot KRECKÉ minister van Economische Zaken en Buitenlandse Handel,
minister van Sport
Hongarije:
de heer Álmos KOVÁCS staatssecretaris, ministerie van Financiën
Malta:
de heer Tonio FENECH minister van Financiën, Economie en Investeringen
ederland:
de heer Jan Kees de JAGER staatssecretaris van Financiën
Oostenrijk:
de heer Josef PRÖLL vicekanselier en minister van Financiën
Polen:
de heer Jan VINCENT-ROSTOWSKI minister van Financiën
Portugal:
de heer Fernando TEIXEIRA DOS SANTOS minister van staat, minister van Financiën
10.III.2009
7048/09 (Presse 54) 5
L
Roemenië:
de heer Cosmin COMAN staatssecretaris, ministerie van Financiën
Slovenië:
de heer Franc KRIANIC minister van Financiën
Slowakije:
de heer Maro EFCOVIC permanent vertegenwoordiger
Finland:
de heer Jyrki KATAINEN minister van Financiën, viceminister-president
Zweden:
de heer Anders BORG minister van Financiën
Verenigd Koninkrijk:
de heer Alistair DARLING minister van Financiën (Chancellor of the Exchequer)
Commissie:
de heer Joaquín ALMUNIA lid
de heer László KOVÁCS lid
de heer Charlie MCCREEVY lid
Overige deelnemers:
de heer Lucas PAPADEMOS vicepresident van de Europese Centrale Bank
de heer Philippe MAYSTADT president van de Europese Investeringsbank
de heer Thomas WIESER vicevoorzitter van het Economisch en Financieel Comité
de heer Christian KASTROP voorzitter van het Comité voor de economische politiek
10.III.2009
7048/09 (Presse 54) 6
L
BESPROKE PUTE
STABILITEITS- E GROEIPACT
Jaarlijkse actualiseringen van de stabiliteits- c.q. convergentieprogramma's van de lidstaten
De Raad heeft overeenkomstig het stabiliteits- en groeipact van de EU adviezen aangenomen over
een reeks jaarlijkse actualiseringen van de stabiliteits- c.q. convergentieprogramma's van lidstaten.
De ontwerp-adviezen betreffen:
de geactualiseerde stabiliteitsprogramma's die zijn ingediend door Duitsland, Griekenland,
Ierland, Spanje, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Malta, Nederland, Portugal en Finland;
de geactualiseerde convergentieprogramma's die zijn ingediend door Bulgarije, Tsjechië,
Denemarken, Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen, Zweden en het Verenigd
Koninkrijk.
Krachtens het stabiliteits- en groeipact moeten de lidstaten die de euro als munt hebben, stabiliteitsprogramma's
indienen en moeten de lidstaten die de euro niet als munt hebben, convergentieprogramma's
voorleggen. Doel is te zorgen voor deugdelijke openbare financiën als middel om de
voorwaarden voor prijsstabiliteit en voor een tot werkgelegenheidsschepping leidende duurzame
groei te verbeteren.
De adviezen van de Raad staan in de volgende documenten: Bulgarije (7308/09), Tsjechië
(7310/09), Denemarken (7311/09), Duitsland (7315/09), Griekenland (7316/09), Estland (7312/09),
Ierland (7318/09), Spanje (7323/09), Frankrijk (7314/09), Italië (7327/09), Letland (7319/09),
Litouwen (7328/09), Luxemburg (7329/09), Hongarije (7317/09), Nederland (7325/09), Polen
(7322/09), Portugal (7330/09), Finland (7313/09), Zweden (7324/09), Malta (7320/09) en het
Verenigd Koninkrijk (7326/09).
10.III.2009
7048/09 (Presse 54) 7
L
VOORBEREIDIG VA DE VOORJAARSBIJEEKOMST VA DE EUROPESE RAAD
Kernpuntennota over economische en financiële zaken
De Raad heeft een aan de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad (19 en 20 maart) voor te
leggen kernpuntennota aangenomen waarin de voornaamste beleidsdoelstellingen voor 2009 met
betrekking tot economische en financiële zaken (Ecofin) worden geschetst.
De kernpuntennota staat in document 6784/1/09 REV 1.
De kernpuntennota betreft in hoofdzaak de volgende onderwerpen:
de financiële markten: hoe kunnen de markten worden gestabiliseerd, hoe kunnen we ze op
korte termijn weer laten functioneren en hoe kan er op langere termijn mondiaal financieel
bestuur worden ontwikkeld;
het Europees economisch herstelplan: uitvoering van plannen voor fiscale stimuli;
de overheidsfinanciën: de gevolgen van op expansie gericht begrotingsbeleid in de
lidstaten en hoe er kan worden gezorgd voor duurzame budgettaire en macro-economische
beleidsmaatregelen.
Met het oog op de huidige financiële en economische crisis wordt van de Europese Raad verwacht
dat hij:
de balans opmaakt van de vorderingen bij het tot stand brengen van grotere stabiliteit en
beter toezicht en grotere transparantie van de financiële markten, en zo nodig verdere
maatregelen zal overwegen, met name in het licht van de analyse van de Commissie en van
voorstellen op basis van de aanbevelingen van een reflectiegroep op hoog niveau onder
voorzitterschap van Jacques de Larosière 1;
de uitvoering van het in december door hem goedgekeurd Europees economisch
herstelplan evalueert;
nogmaals wijst op de toezegging van de lidstaten om zo spoedig mogelijk terug te keren
naar houdbare begrotingssituaties;
1 Voormalig directeur van het Internationaal Monetair Fonds.
10.III.2009
7048/09 (Presse 54) 8
L
benadrukt dat het van nog groter belang is dat er opnieuw vooruitgang wordt geboekt bij
de uitvoering van de EU-Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid;
de vaste wil van de lidstaten om de beginselen van de interne markt van de EU te onderschrijven,
kracht bijzet;
het EU-standpunt ten aanzien van de G20-Top op 2 april in Londen vaststelt.
De Raad Ecofin is een van meerdere Raadsformaties die kernpuntennota's aan de Europese Raad
voorleggen. Het Comité van permanente vertegenwoordigers zal zich bij het opstellen van de
ontwerp-conclusies voor de Europese Raad op de voornaamste boodschappen uit die nota's baseren.
Gezamenlijke boodschappen voor de G20-Top
De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan de voorwaarden voor de deelname van de EU aan een
bijeenkomst van de ministers van Financiën en de presidenten van de Centrale Banken van de G20
op 14 maart die de G20-Top over de wereldeconomie en internationaal financieel bestuur op 2 april
in Londen zullen voorbereiden.
Op 22 februari heeft er in Berlijn een informele bijeenkomst van de staatshoofden en regeringsleiders
van de G20 plaatsgevonden. De Europese Raad dient op 19 en 20 maart gezamenlijke
boodschappen voor de G20-Top goed te keuren.
Tijdens de Top van Londen zullen de staatshoofden en regeringsleiders van 's werelds ontwikkelde
en opkomende economieën alsmede vertegenwoordigers van de internationale financiële
instellingen (IFI's) bijeenkomen teneinde manieren te vinden om het vertrouwen in de economie en
financiële stabiliteit te herstellen.
Deze Top vormt het vervolg op een Top die op 15 november in Washington heeft plaatsgevonden,
de eerste G20-Top die op het niveau van de staatshoofden en regeringsleiders is gehouden.
Het is de bedoeling overeenstemming te bereiken over gecoördineerde maatregelen om de mondiale
economie te revitaliseren door de financiële stelsels te hervormen en te verbeteren, alsmede over
beginselen voor de hervorming van de IFI's, te weten het Internationaal Monetair Fonds, het Forum
voor financiële stabiliteit en de Wereldbank.
10.III.2009
7048/09 (Presse 54) 9
L
De EU-voorwaarden betreffen onder meer volgende onderwerpen:
nauwere internationale coördinatie van het macro-economisch beleid;
mondiale regulering van de financiële markten op basis van grotere transparantie en een
strengere verantwoordingsplicht;
nauwere samenwerking tussen de financiële instanties op internationaal niveau;
versterking van het Internationaal Monetair Fonds;
de rol van multilaterale ontwikkelingsbanken bij het tegengaan van de gevolgen van de
financiële en economische crisis, met name voor de armste en kwetsbaarste bevolkingsgroepen.
Specifieke aanbevelingen per land
De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan een aan de voorjaarsbijeenkomst van de Europese
Raad (19 en 20 maart) voor te leggen verslag over de actualisering voor 2009 van de landenspecifieke
geïntegreerde aanbevelingen aan de lidstaten inzake hun economisch en werkgelegenheidsbeleid.
Nadat de Europese Raad ze heeft goedgekeurd, zullen de aanbevelingen ter aanneming aan de Raad
worden voorgelegd.
De aanbevelingen staan in document 6638/09.
10.III.2009
7048/09 (Presse 54) 10
L
Verlaagde btw-tarieven
De Europese Raad van december 2008 heeft de Raad (Ecofin) verzocht vóór maart 2009 een
regeling uit te werken opdat "de lidstaten die dat wensen, in bepaalde sectoren verlaagde btwtarieven
kunnen toepassen".
De Raad (ECOFIN) heeft een diepgaand debat gevoerd over het algemene stelsel van verlaagde
btw-tarieven, met het volgende resultaat:
De Raad ERKENT dat verlaagde btw-tarieven, afhankelijk van de omstandigheden,
positieve en negatieve economische effecten kunnen hebben, zodat altijd efficiëntere
alternatieve oplossingen in overweging moeten worden genomen vooraleer een lidstaat
besluit gebruik te maken van de mogelijkheid om verlaagde btw-tarieven toe te passen.
Hij HEEFT POLITIEKE OVEREENSTEMMING BEREIKT
* over het feit dat alle lidstaten, via de wijziging van Richtlijn 2006/112/EG, de mogelijkheid
krijgen om op permanente basis verlaagde btw-tarieven toe te passen op:
(1) onverminderd bijlage III bij Richtlijn 2006/112/EG, de diensten in bijlage IV bij
Richtlijn 2006/112/EG
kleine fietsherstellingen, schoeisel en lederwaren, kleding en huishoudlinnen
(ook herstellen en vermaken);
glazenwassen en schoonmaken van particuliere woningen;
thuiszorg zoals hulp in de huishouding en zorg voor kinderen, ouderen, zieken
of gehandicapten;
kappers;
renovatie en herstel van particuliere woningen, met uitzondering van
materialen die een beduidend deel vertegenwoordigen van de waarde van de
verstrekte diensten;
10.III.2009
7048/09 (Presse 54) 11
L
(2) restaurants;
(3) boeken op alle fysieke dragers;
* over het feit dat Portugal een verlaagd btw-tarief voor tolgelden op het gebruik van
bruggen in het gebied Lissabon mag toepassen en Cyprus een verlaagd btw-tarief op lpg
in flessen
* en over het feit dat alle andere categorieën van het Commissievoorstel van 2008 niet in
aanmerking komen voor een verlaagd btw-tarief.
NEEMT ER, conform het resultaat van desbetreffende economische studies waarin het
effect van een verlaging van de btw-tarieven uit milieuoverwegingen wordt geëvalueerd,
NOTA VAN dat verlaagde btw-tarieven als instrument om milieubeleidsdoelstellingen te
verwezenlijken slechts tot op zekere hoogte van betekenis zijn.
NEEMT NOTA van het voornemen van de Commissie om een voorstel in te dienen om de
afwijking voor het Verenigd Koninkrijk inzake de verleggingsregeling met twee jaar te
verlengen, en SPREEKT ZIJN STEUN uit voor die verlenging.
VERZOEKT de Commissie om, voordat de overgangsperiode van Malta (tot
31 december 2010) voor het behoud van het btw-nultarief in plaats van het verlaagde tarief
van 5% op de leveringen van voedingsmiddelen en farmaceutische producten verstrijkt,
een passend voorstel in te dienen om die bepaling te verlengen totdat de definitieve
regeling bedoeld in artikel 402 van Richtlijn 2006/112/EG is vastgesteld, en SPREEKT
ZIJN STEUN uit voor die verlenging.
10.III.2009
7048/09 (Presse 54) 12
L
Internationale financiering van maatregelen ter bestrijding van de klimaatverandering
Met het oog op de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad op 19 en 20 maart, heeft de Raad
van gedachten gewisseld over de internationale financiering van maatregelen ter bestijding van de
klimaatverandering.
De Raad heeft de onderstaande conclusies aangenomen; deze zullen aan de Europese Raad worden
voorgelegd, met het verzoek de laatste alinea (tussen teksthaken) in overweging te nemen.
"De Raad (ECOFIN) HERINNERT AAN de conclusies van de Europese Raad van 19-20 juni 2008,
waarin is verzocht een algehele strategie te presenteren over de financiële aspecten van de klimaatverandering,
en is ingenomen met de mededeling van de Commissie getiteld: "Naar een uitgebreide
klimaatveranderingsovereenkomst in Kopenhagen".
De Raad (ECOFIN) ONDERSTREEPT OPNIEUW dat de EU vastbesloten is om in december 2009
in Kopenhagen tot een mondiale en brede klimaatovereenkomst te komen. De algemene doelstelling
van die overeenkomst moet erin bestaan de mondiale temperatuurstijging te beperken tot minder
dan 2°C ten opzichte van het pre-industriële niveau. De RAAD (ECOFIN) MEMOREERT dat de
geraamde kosten voor het aanpakken van klimaatverandering middels een gecoördineerde
internationale actie veel lager uitvallen dan de kosten die zich zouden voordoen als géén actie wordt
ondernomen, mits snel wordt gereageerd om gebruik te kunnen maken van de goedkoopste opties
voor emissiereductie die internationaal beschikbaar zijn. De Raad (ECOFIN) BEKLEMTOONT dat
kosteneffectieve maatregelen impliceren dat in alle belangrijke emitterende landen inzake reductiekosten
negatieve opties zullen moeten worden toegepast, hetgeen de op internationaal niveau
vereiste hoeveelheid financiële middelen zal verkleinen.
De Raad (ECOFIN) CONSTATEERT dat er aanzienlijke mogelijkheden zijn die een veelvoud van
voordelen kunnen opleveren indien de huidige mondiale economische crisis, de energiezekerheid en
de klimaatverandering op een gecoördineerde wijze worden aangepakt. De efficiëntie en de
doeltreffendheid van het klimaat- en energiepakket van de EU, en de kosteneffectieve overgang
naar een koolstofluwe economie is dan ook in grote mate afhankelijk van de sluiting van een
ambitieuze en alomvattende wereldwijde overeenkomst.
De Raad (ECOFIN) HERINNERT aan de krachtige mitigatietoezegging en aan de bijdragen tot
klimaatbescherming die de EU reeds heeft gedaan, en wijst erop dat alle ontwikkelde landen
vergelijkbare inspanningen moeten leveren. De Raad (ECOFIN) IS VAN OORDEEL dat, om de
klimaatverandering daadwerkelijk te bestrijden, de ontwikkelde landen een leidende rol moeten
blijven vervullen, maar BEKLEMTOONT dat alle ontwikkelingslanden, met uitzondering van de
minst ontwikkelde landen (LDC's) en de kleine insulaire ontwikkelingslanden (SID's) zich moeten
vastleggen op meetbare, verifieerbare en rapporteerbare mitigatiemaatregelen en de bijbehorende
financiële participatie, en dit op basis van een dynamische beoordeling van hun afzonderlijke
niveaus op het gebied van reductiepotentieel en ontwikkeling.
10.III.2009
7048/09 (Presse 54) 13
L
De Raad (ECOFIN) ONDERSTREEPT dat de internationale financiële bijstand aan ontwikkelingslanden
ter dekking van bijkomende kosten die deze landen niet zelf kunnen dragen, efficiënt moet
zijn en daarom gekoppeld moet zijn aan tastbare resultaten op het gebied van emissiereducties die
voortvloeien uit concrete acties. In dat verband dienen de ontwikkelingslanden, met uitzondering
van de LDC's en de SID's, zich ertoe te engageren om voor alle belangrijke emitterende sectoren
uiterlijk in 2012 over te gaan tot de aanneming of actualisering van koolstofluwe ontwikkelingsstrategieën
die gebaseerd zijn op passende meetbare, verifieerbare en rapporteerbare mitigatiemaatregelen.
De vaststelling van nationale mitigatiemaatregelen in ontwikkelingslanden moet een
randvoorwaarde zijn voor het toekennen van internationale financiële steun uit de publieke sector.
De Raad (ECOFIN) WIJST EROP dat marktconforme instrumenten met een hoge mate van
flexibiliteit, waaronder de handel in toegewezen hoeveelheidseenheden van cruciaal belang zijn
voor een efficiënt en kosteneffectief antwoord op de klimaatverandering. De Raad (ECOFIN)
STEUNT de ontwikkeling van een solide stimulerende mondiale koolstofmarkt, door regelingen
voor emissiehandel met gelijkwaardige ambitieniveaus wereldwijd aan elkaar te koppelen - binnen
de OESO-landen tegen 2015 en uitgebreid tot meer geavanceerde ontwikkelingslanden tegen 2020 -
en door steun te geven aan het ontwerpen en toepassen van nieuwe credit- en handelssystemen;
NEEMT er NOTA VAN dat de economisch meer geavanceerde ontwikkelingslanden een bijdrage
moeten leveren die in verhouding staat tot hun gemeenschappelijke, maar onderscheiden
verantwoordelijkheden en respectieve vermogens.
De Raad (ECOFIN) IS ZICH ERVAN BEWUST dat het mechanisme voor schone ontwikkeling
(CDM) een belangrijke rol speelt en moet blijven spelen om met name ontwikkelingslanden bij de
koolstofmarkt te betrekken, kosteneffectieve mondiale emissiereducties te faciliteren en de
overdracht van schone technologie te financieren. Om de bijdrage van het mechanisme tot duurzame
ontwikkeling te versterken, de milieu-integriteit ervan te garanderen en te waarborgen dat
alleen maatregelen die echte aanvullende emissiereducties opleveren, worden gecrediteerd, moet het
mechanisme verbeterd worden en moeten sectorale en programmatische benaderingen worden
bevorderd, mede om de deelneming van ontwikkelingslanden uit te breiden. De Raad (ECOFIN)
WIJST EROP dat de uitvoering van het klimaat- en energiepakket van de EU aanzienlijke
financieringsstromen van de EU naar de ontwikkelingslanden kan genereren, in het bijzonder via
het CDM.
De Raad (ECOFIN) ONDERSTREEPT dat er voor de financiering van mitigatie- en aanpassingsmaatregelen
passende binnenlandse en externe financieringsbronnen nodig zullen zijn, en
BENADRUKT dat, via geschikte beleidskaders, private middelen het hoofdbestanddeel van de
benodigde investeringen zullen vormen. Voor gebieden die onvoldoende door de particuliere sector
kunnen worden gefinancierd, zal aanvullende financiering uit de publieke sector nodig zijn,
teneinde een hefboomeffect voor particuliere investeringen te creëren en bijkomende inspanningen
te stimuleren.
10.III.2009
7048/09 (Presse 54) 14
L
De Raad (ECOFIN) HERHAALT dat de governance van mechanismen waarmee internationale
steun wordt gekanaliseerd een doeltreffende en efficiënte besluitvorming en een transparante
follow-up mogelijk moet maken. Publieke middelen en internationale financiering moeten
gebaseerd zijn op de beginselen doeltreffendheid, efficiëntie en billijkheid, moeten transparant zijn
en in overeenstemming met de praktijk van goed financieel beheer. De Raad (ECOFIN) IS VAN
OORDEEL dat financiële bijstand moet worden toegekend via mechanismen die de verbanden en
de synergieën met de bestaande ontwikkelingshulp maximaal benutten, voortbouwend op de
ervaring die in de internationale financiering en ontwikkeling is opgedaan en met name op de lering
die uit de doeltreffendheid van ontwikkelingshulp is getrokken.
Zich bewust van de uitdaging die aanpassing voor ontwikkelingslanden vormt, en van de mogelijke
beperkte financiële ruimte die deze landen in de nabije toekomst zullen hebben, WIJST de Raad
(ECOFIN) op de belangrijke rol van bestaande financiële mechanismen en MEENT hij dat bij de
invoering van nieuwe instrumenten met zorg moet worden nagegaan wat de meerwaarde ervan is
voor de bestaande structuren en hoe zij passen binnen een coherente financiële structuur, en dat
deze alleen moeten worden overwogen wanneer daaraan duidelijk behoefte bestaat.
De Raad ONDERKENT dat internationale financiële ondersteuning van cruciaal belang is om in
Kopenhagen tot een ambitieuze overeenkomst te komen. De Raad (ECOFIN) bevestigt dat de EU in
de context van een internationale en brede overeenkomst bereid is een billijke bijdrage te leveren.
De Raad (ECOFIN) HERHAALT dat lidstaten die zulks wensen, bereid zijn om in het kader van
een internationaal akkoord minstens de helft van hun inkomsten uit de veiling van emissierechten te
gebruiken voor klimaatgerelateerde activiteiten, waaronder steun aan ontwikkelingslanden die de
overeenkomst van Kopenhagen bekrachtigd zullen hebben.
[De Raad (ECOFIN) IS BEREID nader uit te werken hoe in de praktijk mitigatie, adaptatie,
technologische ondersteuning en capaciteitsopbouw kunnen worden gefinancierd. Het
noodzakelijke niveau van de publieke financiering zal zorgvuldig worden geëvalueerd, en daarbij
zullen onder meer de implicaties voor de begroting en de macro-economische effecten worden
bezien. Het EFC en het CEP worden, ter voorbereiding van de conferentie van Kopenhagen,
verzocht nieuwe bijdragen te leveren met betrekking tot de financiële structuur en mogelijke
financiële mechanismen voor de periode na 2012, alsmede met betrekking tot daarmee
samenhangende economische aspecten. De Raad (ECOFIN) VERZOEKT de Europese Commissie
de evaluatie van de noodzaak van particuliere investeringen en internationale publieke financiering
voort te zetten.]".
10.III.2009
7048/09 (Presse 54) 15
L
ALGEMEE BEGROTIG VA DE EU
Prioriteiten van de Raad voor de begroting 2010
De Raad heeft conclusies aangenomen die zijn opgenomen in document 6767/1/09 REV 1.
10.III.2009
7048/09 (Presse 54) 16
L
GEBEURTEISSE I DE MARGE VA DE RAAD
In de marge van de Raadszitting vonden de volgende gebeurtenissen plaats:
- Eurogroep
De ministers van de lidstaten die tot de eurozone behoren hebben op 9 maart een bijeenkomst van
de Eurogroep bijgewoond.
- Ontbijtvergadering over de economische situatie
De ministers hebben tijdens een ontbijtvergadering gesproken over de economische situatie. Tevens
werden zij geïnformeerd over de informele bijeenkomst van de staatshoofden en regeringsleiders
van 1 maart en over de vergadering van de eurogroep van 9 maart.
- Overeenkomst inzake gecentraliseerde vrijmaking
De ministers hebben een overeenkomst ondertekend inzake gecentraliseerde vrijmaking,
betreffende de toewijzing van de nationale inningskosten die worden ingehouden wanneer de
traditionele eigen middelen ter beschikking van de EU-begroting worden gesteld (document
5641/09).
Overeenkomstig deze overeenkomst dient de overeenkomstsluitende partij waar de douane-aangifte
wordt ingediend 50% van de ingehouden inningskosten bij wijze van herverdeling te betalen aan de
overeenkomstsluitende partij waar de goederen worden aangeboden. Met de gecentraliseerde
vrijmaking als bedoeld in het gemoderniseerde douanewetboek is de mogelijkheid gecreëerd om
goederen in een lidstaat voor plaatsing in het vrije verkeer aan te geven en die bij de douane in een
andere lidstaat aan te brengen.
10.III.2009
7048/09 (Presse 54) 17
L
ADERE GOEDGEKEURDE PUTE
ECO OMISCHE E FI A CIËLE AA GELEGE HEDE
Vermindering van de administratieve lasten:
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
"De Raad verwijst naar de conclusies van de Europese Raad van 8 en 9 maart 2007, waarin wordt
verzocht jaarlijks de vorderingen betreffende betere regelgeving te toetsen, en is ingenomen met het
verslag van de Commissie "Derde strategische evaluatie van betere regelgeving in de Europese
Unie".
De Raad (ECOFIN) IS VAN OORDEEL dat betere regelgeving, met inbegrip van de vermindering
van de administratieve lasten, een sleutelelement van de hernieuwde Lissabonstrategie vormt.
Verbetering van het regelgevingsklimaat is cruciaal voor de verwezenlijking van het volledig
potentieel van de interne markt, het stimuleren van ondernemerschap en innovatie en het versterken
van het concurrentievermogen. Gezien de beperkte budgettaire speelruimte in de huidige moeilijke
economische situatie zou de vermindering van onnodige administratieve lasten, die de gevolgen van
de economische crisis voor bedrijven op een begrotingsneutrale wijze zou verlichten, bijdragen tot
de prikkels op korte termijn en stroken met de middellange en langetermijndoelstellingen.
Anderzijds zijn de inspanningen ter vermindering van de administratieve lasten niet in strijd met
maatregelen om te zorgen voor integriteit en transparantie van de financiële markten.
De Raad (ECOFIN) SPREEKT ZIJN WAARDERING UIT voor de door de Commissie op dit
gebied verrichte werkzaamheden, vooral de meting van de administratieve lasten voor bedrijven, de
eerste voorstellen voor vermindering van de administratieve lasten (die volgens de Commissie in de
EU mogelijk 30 miljard euro aan besparingen kunnen opleveren) en de voorgestelde uitbreiding van
het actieprogramma zoals dit door de Commissie in haar derde strategische evaluatie betreffende
betere regelgeving wordt gepresenteerd. De Raad (ECOFIN) benadrukt evenwel dat verdere maatregelen
nodig zijn om snel resultaten te behalen. De Raad (ECOFIN) VERZOEKT de Commissie
derhalve onnodige administratieve lasten te blijven schrappen en specifieke verminderingen in kaart
te brengen die op elk van de 13 prioritaire gebieden moeten plaatsvinden en vóór het einde van haar
mandaat uit het huidige actieprogramma voortvloeiende voorstellen aan te nemen.
De communautaire instellingen dienen een gezamenlijke inspanning te leveren om snel vooruitgang
te boeken bij het realiseren van de vermindering met 25% van de administratieve lasten die het
gevolg zijn van de EU-wetgeving, zodat uiterlijk in 2010 aanzienlijke gevolgen voelbaar zijn voor
het bedrijfsleven en uiterlijk in 2012 in alle aangewezen sleutelsectoren. De Raad (ECOFIN)
VERHEUGT ZICH EROVER dat de Commissie op twee gebieden (belastingen en vennootschapsrecht)
sectorale cijfers inzake lastenverlagingen heeft vastgesteld en dat zij voornemens is om vóór
het einde van haar mandaat aan te geven welke bijdrage elke basissector aan de algemene reductiedoelstelling
van 25% zal leveren.
10.III.2009
7048/09 (Presse 54) 18
L
De Raad (ECOFIN) BENADRUKT het belang van een indicatief tijdschema voor het actieprogramma,
degelijk toezicht op de gemaakte vorderingen en jaarlijkse rapportage aan de
voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad over de uitvoering van het actieprogramma en over de
wijzigingen in de administratieve lasten. De vooruitgang bij het verminderen van de administratieve
lasten zou worden ondergraven door extra administratieve kosten die uit nieuwe wetgevingsvoorstellen
voortvloeien. De Raad (ECOFIN) SPOORT de Commissie derhalve AAN de mogelijke
administratieve lasten die het gevolg zijn van nieuwe voorstellen te beoordelen overeenkomstig
haar richtsnoeren voor effectbeoordelingen, teneinde ervoor te zorgen dat de administratiekosten
van nieuwe beleidsinitiatieven tot het noodzakelijke minimum beperkt blijven.
Tegen eind 2008 hadden 21 lidstaten hun nationale streefcijfers betreffende vermindering van de uit
de nationale wetgeving voortvloeiende administratieve lasten vastgesteld, zoals door de voorjaarsbijeenkomst
2007 van de Europese Raad was gevraagd. De Raad (ECOFIN) SPOORT de overige
lidstaten AAN hun nationale streefcijfers met een vergelijkbare ambitie vóór de voorjaarsbijeenkomst
2009 van de Europese Raad vast te stellen en spoort alle lidstaten aan om concrete
maatregelen ter vermindering van onnodige administratieve lasten actief uit te voeren, in overeenstemming
met hun eigen wettelijke en bestuursrechtelijke procedures. De Raad VERZOEKT de
lidstaten hun specifieke nationale nulmeting zo spoedig mogelijk te voltooien, bij voorkeur vóór het
einde van 2010."
Raad van de Europese Unie