ChristenUnie
Bijdrage Joël Voordewind aan het plenaire debat inzake weigering Wilders tot
VK
dinsdag 10 maart 2009 15:00
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Voorzitter. Na veel wikken en wegen heeft de ChristenUnie-fractie de
motie-Rutte c.s. gesteund omdat mijn fractie het belang van het
toelaten van parlementariërs tot EU-landen zeer hoog opneemt. Het gaat
immers om het vrij verkeer van personen.
Nu de minister van Buitenlandse Zaken deze motie niet heeft
uitgevoerd, maar de staatssecretaris van Justitie de kwestie wel
impliciet aan de orde heeft gesteld in de JBZ-raad, vraag ik een
verklaring van het kabinet waarom voor deze procedure is gekozen. Is
de enige verklaring dat het meer voor de hand ligt om deze kwestie in
de JBZ-raad in plaats van in de Razeb aan de orde te stellen?
De Kamer heeft een brief ontvangen, met daarin het verslag van de
JBZ-raad. Daarin staat maar één zinnetje dat eventueel zou kunnen
verwijzen naar de kwestie-Wilders, namelijk "De noodzaak voor een
eenduidige interpretatie van de reikwijdte van artikel 27 is weer
gebleken bij de recente toegangsweigering door het Verenigd
Koninkrijk." Is de kwestie dus niet expliciet aan de orde gesteld in
de JBZ-raad? Is er alleen in algemene bewoordingen aangedrongen op
meer duidelijkheid inzake de reikwijdte van artikel 27?
Voor de ChristenUnie-fractie is het van belang dat de EU nu
duidelijkheid geeft over de interpretatie van de reikwijdte van
artikel 27. Ik begrijp dat dit ook de inzet van de staatssecretaris
is. Hopelijk krijgen wij daar bij de JBZ-raad van komende zomer
duidelijkheid over. De ChristenUnie-fractie vindt namelijk nog steeds
dat binnen EU verschillende landen dit artikel niet verschillend mogen
kunnen uitleggen. Wij vragen de staatssecretaris dan ook zich hiervoor
expliciet in te zetten, zodat de situaties die zich nu voordoen, in de
toekomst voorkomen worden. Graag dus verdere druk van de
staatssecretaris in de JBZ-raad. Binnen de EU mogen de verschillende
parlementariërs toch niet door verschillende landen de toegang worden
geweigerd?
De heer Rutte (VVD):
De minister van Buitenlandse Zaken in zijn brief heeft laten weten dat
het kabinet de motie niet uitvoert. Is de ChristenUnie bereid mijn
motie van vandaag te steunen, om het kabinet te vragen de eerdere
motie alsnog uit te voeren?
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Wij hebben de eerdere motie gesteund, omdat het hier om een
parlementariër ging. Ik heb in mijn inbreng ook gezegd dat voor de
ChristenUnie-fractie het belangrijkst is dat er nu een eenduidige
interpretatie van artikel 27 komt. Ik begrijp dat dit de inzet van de
staatssecretaris van Justitie is. Ik vind het wel teleurstellend dat
de kwestie slechts zijdelings aan de orde is geweest in de JBZ-raad,
maar ik begrijp wel dat de staatssecretaris inzet op duidelijkheid,
zodat de situaties die wij nu met de heer Wilders hebben meegemaakt,
in de toekomst worden voorkomen. Voor mij is het het belangrijkste dat
de staatssecretaris inzet op duidelijkheid op dat punt; dat is wat ik
vraag.
De heer Rutte (VVD):
Ik doe toch nog een poging. Uw punt raakt vooral aan de juridische
kant van het vrij verkeer van personen, terwijl natuurlijk in het
debat -- u hebt daar eerder ook aan gerefereerd -- het belang van de
vrijheid van meningsuiting centraal staat. Bent u niet met mij van
mening dat ten eerste de brief van de staatssecretaris in ieder geval
geen inzicht biedt dat het ook nadrukkelijk aan de orde is gesteld en,
zo het aan de orde zou zijn gesteld, het zich al beperkt tot het vrij
verkeer van personen, en dat ten tweede het juist op de weg ligt van
de minister van Buitenlandse Zaken en de premier om dit punt aan de
orde te stellen in hun raden, want dat je dan het thema van de
vrijheid van meningsuiting erbij kunt betrekken?
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Voor zover ik begrijp, zijn de artikelen 35 en 27 allebei in de
JBZ-raad aan de orde geweest. Beide onderwerpen die u nu aanhaalt,
zijn daar dus onderwerp van gesprek. Ik heb nu met name aandacht
gevraagd voor het vrij verkeer van personen, omdat het hier om een
parlementariër, binnen Europa, gaat. Wij moeten nu zo snel mogelijk
duidelijkheid krijgen over de reikwijdte van artikel 27. Nogmaals, het
kan niet zo zijn dat Engeland een parlementariër weigert, die
Nederland wel binnen komt, die vervolgens weer door Duitsland wordt
geweigerd, et cetera. Mijn fractie oefent nu dus druk uit op de
staatssecretaris om die helderheid zo snel mogelijk te krijgen.