1 1
> Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Plesmanweg 1-6
der Staten-Generaal 2594 JG Den Haag
Binnenhof 4 Postbus 20901
2500 EX Den Haag
2513 AA DEN HAAG T 070 351 61 71
F 070 351 78 95
Contactpersoon
---
T -
Ons kenmerk
VENW/DGMO-2009/1776
Uw kenmerk
Datum 10 maart 2009 2009ZO2648
Onderwerp Kamervragen Bijlage(n)
---
Geachte voorzitter,
Hiermee beantwoord ik de vragen die de leden Biskop en Van Heugten hebben
gesteld over de bijscholing van beroepschauffeurs.
1. Bent u bekend met de Richtlijn Vakbekwaamheid voor beroepschauffeurs die
inhoudt dat beroepschauffeurs iedere 5 jaar 35 uur bijscholing moeten volgen?
1. Ja
2. Is het waar dat de eisen die in Nederland aan de nascholing verbonden zijn,
rechtstreeks zijn afgeleid van de genoemde Europese richtlijn? Houdt dit in dat
soortgelijke eisen ook in de ons omringende landen op soortgelijke wijze worden
omgezet in nationale regelgeving? Zo nee, wat zijn dan de overwegingen om
extra of andere eisen op te leggen?
2. Ja, conform een van de uitgangspunten van het kabinetsbeleid ten aanzien van
de implementatie van EU-richtlijnen, is de richtlijn in principe een-op-een in
Nederlandse wet- en regelgeving omgezet. De richtlijn stelt globale
minimumeisen aan zowel de inhoud als de wijze van certificering van
nascholingscursussen. Lidstaten beschikken over de vrijheid om de globale eisen
verder uit te werken en nadere voorschriften te verbinden aan het
opleidingsprogramma of de kwalificaties van werkterreinen en instructeurs.
Specifieke omstandigheden in lidstaten, zoals reeds bestaande cursussen en de
eisen die daaraan worden gesteld, kunnen daarbij aanleiding vormen om verdere
invulling te geven aan nascholingscursussen. In Nederland is in dat kader in
overleg met opleiders en de sociale partners in het beroepsgoederenvervoer een
set aan minimumeisen geformuleerd waaraan nascholingscursussen dienen te
voldoen.
a
agina 1 van 2
---
3. Klopt de stelling op de website van het CBR/CVV dat een beroepschauffeur "de
Datum
nascholing alleen in het buitenland (EU land) volgen als deze in dit land
woont of in dienst is van een werkgever die in dit land is gevestigd."?1 Ons kenmerk
VENW/DGMO-2009/1776
3. Ja, dat klopt. Conform de richtlijn mogen chauffeurs de nascholing volgen in de
lidstaat waar zij hun gewone verblijfplaats hebben of in de lidstaat waar zij
werken.
4. Zijn er inhoudelijke gronden om aan te nemen dat bijscholing in het
buitenland, in het bijzonder in Vlaanderen, niet tegemoetkomt aan de eisen uit de
betreffende Europese richtlijn? Zo nee, wat is dan de reden voor het feit dat
Nederlandse beroepschauffeurs bijscholing gevolgd in het buitenland niet mogen
meetellen bij hun vakbekwaamheid?
4. Nee, ik heb geen aanleiding om aan de juistheid van implementatie van de
richtlijn in andere lidstaten, zoals België, te twijfelen. Nederlandse
beroepschauffeurs die in andere lidstaten nascholing volgen omdat zij daar wonen
of werken, mogen de gevolgde uren uitsluitend meetellen als de betreffende
cursus ook daadwerkelijk door de bevoegde instantie in de andere lidstaat is
gecertificeerd als een cursus in het kader van de richtlijn vakbekwaamheid.
5. Bent u bereid te bewerkstelligen dat nascholing die in andere Europese landen
gecertificeerd is voor de Richtlijn Vakbekwaamheid, in Nederland ook als geldige
bijscholing gaat gelden?
5. Dit is reeds mogelijk. Nederlandse chauffeurs die een dergelijke cursus hebben
gevolgd, kunnen zich met een door de bevoegde instantie afgegeven bewijs van
deelname bij de divisie CCV van het CBR melden. CCV zal deze uren vervolgens,
na verificatie, bijschrijven in de database waarin de gevolgde nascholing voor alle
Nederlandse beroepschauffeurs wordt bijgehouden. De chauffeur kan vervolgens
een nieuw rijbewijs aanvragen, waarop de RDW een nieuwe code 95 plaatst.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
1 Antwoord op Veelgestelde Vragen door Beroepschauffeurs,
http://www.cbr.nl/faq.pp?categoryid=24
Pagina 2 van 2
Ministerie van Verkeer en Waterstaat