Vrijkomen medicijn uit pil gefilmd
gezamenlijk persbericht van NanoNed en de Universiteit Twente
Onderzoekers van de Universiteit Twente zijn er, in een internationale
samenwerking en met financiering vanuit het nationale
onderzoeksprogramma NanoNed, in geslaagd om de verspreiding van
medicijn uit een pil real-time te filmen. De resultaten laten zien dat
er grote verschillen zijn in de verspreiding van het medicijn vanuit
verschillende pillen. Deze gegevens zijn relevant omdat de snelheid
waarmee het medicijn vrijkomt bepaalt hoeveel medicijn er moet worden
gegeven en hoe vaak. Door medicijnen op de juiste manier in een pil te
verwerken kunnen pillen gemaakt worden die zijn toegesneden op een
bepaalde hoeveelheid medicijn. De onderzoekers publiceren hun
resultaten in het maartnummer van het vaktijdschrift Analytical
Chemistry.
Medicijnen die we in de vorm van een pil slikken zitten verpakt in
materiaal (de pil als geheel) dat het medicijn in het lichaam door
diffusie vanuit de pil geleidelijk vrij laat komen. Hoe dat in het
lichaam precies verloopt bepaalt de efficiëntie van de pil. Onder
leiding van Herman Offerhaus hebben de onderzoekers Maike Windbergs
(van de Universität Düsseldorf, Duitsland) en Martin Jurna
(NanoNed/Twente) met behulp van een techniek die CARS-microscopie heet
de verspreiding van theophylline (een medicament tegen astma) uit
verschillende soorten tripalmitin-pillen gefilmd. Met CARS (de
afkorting staat voor Coherent Anti-stokes Raman Scattering) kun je
gericht specifieke moleculen onderscheiden en afbeelden.
De resultaten van het onderzoek laten zien dat er grote verschillen
zijn in de verspreiding van het medicijn vanuit verschillende pillen.
Als de pillen worden gemaakt door de tripalmitin te persen, dan is het
oppervlak van de pillen ruwer dan wanneer ze worden gemaakt door
extrusie, waarbij het oppervlak enigszins smelt en dus relatief glad
wordt. Dat gladdere oppervlak geeft geen mogelijkheid voor het
medicijn dat uit de pil vrijkomt om te hechten op het oppervlak. Bij
de ruwere pillen kan dat wel waarbij zelfs kristallen van het medicijn
in de vorm van lange naalden op het oppervlak groeien. Bij een glad
oppervlak kunnen de medicijnen dus gemakkelijker en sneller in de
omgeving (en daarmee in de bloedbaan) komen dan bij een ruw oppervlak.
Bij een glad piloppervlak (het egale oppervlak links in de opname)
hebben zich ook na 120 seconden nog geen kristallen gevormd, terwijl
bij het ruwe piloppervlak (rechts en uiterst links in de opname) wel
kristallen zijn ontstaan. Opname Maike Windbergs en Martin Jurna
Op weg naar gecontroleerde dosering met pillen
Deze gegevens zijn relevant omdat de snelheid waarmee het medicijn
vrijkomt bepaalt hoeveel medicijn er moet worden gegeven en hoe vaak.
Door medicijnen op de juiste manier in een pil te verwerken kunnen
pillen gemaakt worden die zijn toegesneden op een bepaalde hoeveelheid
medicijn, zoals het bij een infuus mogelijk is om gecontroleerd te
doseren.
Niet alleen de snelheid waarmee het medicijn uit de pil vrijkomt,
bepaalt de dosering, ook andere factoren spelen een rol. In een
vervolg op dit project gaan de onderzoeksgroepen van Clare Strachan
(University of Otago, Nieuw Zeeland), Peter Kleinebudde (Düsseldorf)
en Jennifer Herek (die de Twentse onderzoeksgroep leidt) proberen ook
subtiele veranderingen van de toestand van het medicijn (door
aanhechting van watermoleculen) te meten tijdens de verspreiding.
Drijfveer
De Twentse onderzoeksgroep meet aan pillen omdat de onderzoekers een
industriële toepassing zochten waar label-free meten (dus geen markers
toevoegen) echt belangrijk is; door het toevoegen van markers aan het
medicijn verandert de diffusie ervan en wordt een verkeerde
effectiviteit gemeten. Daarnaast is het een mooi voorbeeld van
chemisch-specifieke detectie waarbij het medicijn en de pil
afzonderlijk kunnen worden gemeten. Het demonstreert dat de
CARS-techniek toepasbaar is in een realistische medische/biologische
omgeving en niet alleen in gasbundels of vaste kristallen. Dit legt de
basis om steeds specifiekere dingen in cellen te kunnen afbeelden en
dat voor steeds specifiekere moleculen (zoals voor detectie van de
ziekte van Alzheimer in bloed).
Het onderzoek maakt deel uit van het flagship Nanophotonics van
NanoNed en is mede mogelijk gemaakt door de bedrijven APE-Berlin en
Coherent.
Universiteit Twente