Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Kwaliteitsprotocol VOND


06 maart 2009 - kamerstuk

Kamerbrief waarin de minister de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, informeert over de opvang van niet-gedomesticeerde inheemse dieren.

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
onderwerp bijlagen

D i rectie Natuur

Geachte Voorzitter,

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft mij per brief van 5 februari 2009 verzocht om de stand van zaken van het kwaliteitsprotocol voor opvang van niet-gedomesticeerde inheemse dieren en de impactanalyse. Hierbij stuur ik u mijn reactie.

Deze reactie sluit aan bij mijn brief aan uw Kamer van 4 december 2008 (TK 2008-2009, 29 446, nr. 61) en de Voortgangsrapportage Nota Dierenwelzijn & Nationale Agenda Diergezondheid 2008, die ik op 4 februari 2009 aan uw Kamer gestuurd heb (TK 2008-2009, 28 286, nr. 259), waarnaar ik kortheidshalve verwijs. Het kwaliteitsprotocol is praktisch gereed. In overleg met de sector en de uitvoerende instanties wordt er nu de laatste hand aan gelegd. Conform mijn brief van 4 december 2008 zal dit voorjaar een beleidsregel worden gepubliceerd, waarmee het protocol per
1 juli 2009 in werking zal treden. Ik licht dit hieronder verder toe.

Stand van zaken
In mijn brief van 4 december 2008 heb ik u gemeld dat het door de Vereniging Opvang Niet-gedomesticeerde Dieren opgeleverde concept-protocol op een aantal aspecten zou worden aangepast, en dat ik zou peilen of het protocol voor voldoende opvangcentra werkbare perspectieven bood. Die aanpassingen hebben plaatsgevonden en inmiddels heb ik gepeild hoe men in de sector over het nieuwe protocol denkt. Het protocol heeft als doel kwaliteitsgaranties te bieden voor de opvang van nietgedomesticeerde beschermde inheemse dieren. Met kwaliteit wordt hier bedoeld dat dierenwelzijn geborgd is, dat de opvang volledig gericht is op revalidatie en terugplaatsing in de natuur, en dat de opvangcentra professioneel en controleerbaar opereren. Daartoe zijn in het protocol de volgende punten als belangrijkste onderdelen opgenomen.
* Waarborging van deskundigheid en dierenwelzijn middels de vereiste van een opleiding tot vakbekwaam dierverzorger. Voor ervaren dierverzorgers in bestaande opvangcentra zal ik nog bezien hoe deze vereiste wordt ingevuld.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
6 maart 2009 DN. 2009/492 2


* Waarborging van kwaliteit van opvang, revalidatie en dierenwelzijn door de vereiste van het schriftelijk vastleggen van alle relevante aspecten van de werkwijze en door het stellen van eisen aan de huisvesting.

* Waarborging van zorgvuldigheid en controleerbaarheid door de vereiste van een administratie waarin alle relevante gegevens per dier moeten worden bijgehouden.
* Waarborging van de doelstelling en de continuïteit van het opvangcentrum middels de vereiste van rechtspersoonlijkheid in de vorm van een stichting of vereniging. Tevens voorkomt dit dat activiteiten met winstoogmerk worden ontplooid. Voor bestaande opvangcentra geldt een overgangstermijn van drie jaar. Zij moeten uiterlijk 1 juli 2012 aan het protocol voldoen.

Peiling in de sector
Een peiling in de sector, middels een brede steekproef onder alle categorieën van opvangcentra, heeft het volgende algemene beeld opgeleverd. Men heeft waardering voor de aanpassingen die hebben plaatsgevonden. Tevens meent men dat het protocol hanteerbaar is, ook voor de kleinere centra, zonder aan de kwaliteitseisen af te doen. Een grote meerderheid verwacht dat het protocol zal leiden tot een verbetering van het opvangwezen. Slechts één opvangcentrum vreest dat het protocol zal leiden tot ongewenste sluitingen. Het totaal van reacties wegend, acht ik het verantwoord en wenselijk met dit kwaliteitsprotocol verder te gaan.
Uit de peiling komen twee aandachtspunten naar voren die breed gedeeld worden.
* Het protocol schrijft voor dat ieder aangebracht dier binnen 24 uur door een dierenarts wordt gezien. Een brede meerderheid acht dit niet nodig. De vakbekwame dierverzorger
- waaraan het protocol eisen stelt - zou voldoende in staat zijn om te beoordelen of een dier door de dierenarts gezien moet worden en op welke termijn.
* Het protocol stelt dat alleen de dierenarts in voorkomende gevallen euthanasie zou mogen plegen. Men vreest dat dat zou kunnen leiden tot onnodig lijden bij de dieren, omdat een dierenarts immers niet altijd direct ter plaatse kan zijn. Ook hier zou de vakbekwame dierverzorger in staat moeten worden geacht in bepaalde gevallen euthanasie te plegen, dan wel te beoordelen of daar een dierenarts voor nodig is. Ik zal voor deze punten nog bezien welke ruimte de wet- en regelgeving biedt.

Vervolg
Na de laatste aanpassingen zal ik, als gezegd, een beleidsregel te publiceren waarmee het protocol per 1 juli 2009 van kracht wordt. Vanaf die datum zullen nieuwe ontheffingsaanvragen voor de opvang van niet-gedomesticeerde beschermde inheemse dieren op de vereisten van het protocol worden beoordeeld. Bestaande ontheffingen zullen, voor zover nodig, worden verlengd tot 1 juli 2012. Uiterlijk per 1 juli 2012 zullen alle opvangcentra aan het protocol moeten voldoen. Dat geldt ook voor opvangcentra die nu een ontheffing tot wederopzegging hebben.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
6 maart 2009 DN. 2009/492 3
Ik zie het vaststellen van het protocol als een belangrijke stap om te komen tot garanties voor goede opvang. Belangrijke stappen hierna zijn de invoering van het protocol in de praktijk en het toezicht op de naleving. Daar wordt in genoemde peiling ook door de sector met nadruk op gewezen.
Voor het invoeren en naleven van het protocol ligt de belangrijkste verantwoordelijkheid bij de sector zelf. Ik wil daarbij helpen met voorlichting en zal in overleg met de sector bezien hoe die het beste kan worden vormgegeven. Verder wil ik bezien hoe ik het opzetten van de vereiste administratie kan faciliteren. Ook bij het toezien op de naleving hebben de organisaties in de sector mijns inziens zelf een belangrijke verantwoordelijkheid, maar uiteraard zullen ook de handhavingsinstanties hier hun rol spelen. Daarbij zal het protocol controle en handhaving aanzienlijk vergemakkelijken ten opzichte van het verleden, omdat helder is hoe de opvang moet worden ingericht en omdat een duidelijke administratie moet worden bijgehouden. Controle en handhaving zullen conform de uitgangspunten van het 'programmatisch handhaven' door de handhavingsinstanties worden uitgevoerd.

Tot slot
Het opstellen van het protocol in samenwerking met de sector heeft langer geduurd dan voorzien. Er is constructief gewerkt, maar de aard en omvang van de opvangcentra varieert sterk. Daardoor was het lastig om één protocol op te stellen dat voor alle opvangcentra de kwaliteit van de opvang garandeert en tevens werkbaar is. Het protocol zal eraan bijdragen dat de kwaliteit van de opvang overal op het gewenste niveau komt. Veel opvangcentra zullen daarvoor niet of nauwelijks aanpassingen hoeven door te voeren. Zij doen het al goed. Daar waar de kwaliteit van de opvang onvoldoende was of onvoldoende geborgd, zullen opvangcentra wel maatregelen moeten treffen. Ik ben verheugd dat er nu een goed kwaliteitsprotocol voor de opvang van nietgedomesticeerde beschermde inheemse dieren ligt dat binnenkort in werking treedt.

Ik verwacht dat de kwaliteit van de opvang hiermee een stevige impuls krijgt. Voorwaarde daarbij is dat alle betrokkenen de handen ineenslaan om de invoering tot een succes te maken.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg