Brief aan de Tweede Kamer over Stuurgroep Zalm
Kamerstuk | 06-03-2009
De minister-president heeft de Tweede Kamer het kabinetsstandpunt bij
het rapport van de Stuurgroep herziening stelsel kosten Koninklijk
Huis toegezonden
Op 10 juni 2008 heb ik aan u toegezegd (Tweede Kamer, vergaderjaar
2007-2008, 31200 III, nr. 12) te komen met een nieuwe opzet van
begroting I van de Rijksbegroting, thans genaamd 'Huis der Koningin'
met als doel een beter en meer integraal inzicht te verstrekken in de
uitgaven die samenhangen met de uitoefening van het koningschap.
Bij de totstandkoming van de Technische aanpassing en actualisering
van de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH, Tweede
Kamer, vergaderjaar 2007-2008, 31505) is hierop eveneens ingegaan in
de Memorie van Toelichting, waarin is bepaald dat in begroting I een
begrotingsartikel zou worden opgenomen ter bevordering van de
transparantie in de uitgaven die samenhangen met de uitoefening van
het koningschap. Met ingang van 1 januari 2009 is deze wetswijziging
in werking getreden, zodat thans ook de wettelijk grondslag aanwezig
is om invulling te kunnen geven aan deze toezegging.
Ten behoeve van de voorbereiding van de nieuwe opzet heb ik een
interdepartementale stuurgroep ingesteld en voormalig minister van
Financiën dr. G. Zalm was bereid om als onafhankelijk voorzitter van
deze stuurgroep op te treden.
De taakopdracht van de stuurgroep was om, met inachtneming van artikel
41 van de Grondwet, voorstellen te doen voor een in begroting I te
ramen en te verantwoorden transparant stelsel van uitgaven, die
samenhangen met het koningschap. De voorstellen moeten aansluiten bij
de bestaande begrotings- en verantwoordingssystematiek en mogen niet
leiden tot omvangrijke administratieve processen binnen de
verschillende ministeries.
Het rapport van deze Stuurgroep (bijgevoegd) is op 27 februari aan mij
aangeboden en heb ik ter kennisneming aan u toegezonden.
Het kabinet is voornemens de aanbevelingen die in het rapport zijn
opgenomen integraal over te nemen.
De belangrijkste daarvan zijn:
De naam van begroting I wordt 'de Koning' (huidige naam Huis der
Koningin) en de begroting bevat de uitgaven ten behoeve van de
constitutionele Koning als staatshoofd.
Er komen drie begrotingsartikelen;
* Artikel 1: Uitkeringen krachtens de aangepaste Wet financieel
statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH). Deze systematiek komt
overeen met de huidige begroting;
* Artikel 2: Functionele uitgaven van de Koning. Dit zijn de huidige
declarabele uitgaven, die op declaratiebasis door diverse
ministeries ten laste van hun begroting aan de Dienst Koninklijk
Huis (DKH) vergoed. De bedragen die samenhangen met de huidige
functionele uitgaven staan momenteel op drie begrotingen (BZK, WWI
en V&W) en zullen met ingang van 2010 worden overgeheveld naar
begroting I. Daarnaast zal dit artikel de uitgaven bevatten voor
vliegkosten en voor de Groene Draeck (die worden overgeheveld
vanuit de begroting van V&W en Defensie respectievelijk Defensie);
* Artikel 3: Doorbelaste uitgaven van andere begrotingen. Het gaat
om de uitgaven in het kader van de voorlichting (AZ/RVD), het
Militaire Huis als onderdeel van de Dienst Koninklijk Huis, de
uitgaven van het Kabinet der Koningin en de uitgaven voor de reis-
en verblijfkosten (inclusief de vliegkosten) die samenhangen met
bezoeken aan de Nederlandse Antillen en Aruba.
Als bijlage bij het rapport is een "voorbeeld" begroting gepresenteerd
op basis van de cijfers voor 2009, die mede het vertrekpunt vormt voor
het opstellen van de begroting 2010. De totstandkoming hiervan zal in
de komende maanden zijn beslag krijgen.
Een afschrift van deze brief en bijlagen stuur ik ter informatie aan
de president van de Algemene Rekenkamer.
De minister-president
Minister van Algemene Zaken,
mr.dr. J.P. Balkenende
Zie ook
* Rapport herziening stelsel kosten Koninklijk Huis
Ministerie van Algemene Zaken