Arabische economieën en westerse intellectuele modes
De Egyptische econoom en schrijver Galal Amin houdt 6 maart de
vierde Snouck Hurgronje lezing, getiteld Fifty Years of
Economic and Intellectual Dependence: Arab Economic Development
and the West: `De economische verworvenheden van de
afhankelijkheid wegen niet op tegen de politieke prijs.'
---
-------------------------
Vierde Snouck Hurgronje lezing door Galal Amin:
`Fifty years of economic and intellectual dependance: Arab
economic development and the West'
Vrijdag 6 maart, 16.00 uur
Plaats: Kamerlingh Onnes Gebouw (KOG), Steenschuur 25, Leiden,
Lorentz Room (eerste verdieping)
Download plattegrond (.pdf)
De zaal is open vanaf 15.30 uur. Na de lezing is er een
receptie. De toegang is gratis.
Aanmelding
E-mail: j.j.witkam@hum.leidenuniv.nl
Meer informatie
Stichting Oosters Instituut - Foundation Oriental Institute
---
-------------------------
`Wat ging er mis met Egypte?' noemde de Caireense econoom Galal
Amin een boek dat razend populair werd in de stad. Want wie je
als buitenlander maar spreekt, hij klaagt dat hij geen
Egyptenaar wil zijn, dat Egyptenaren elkaar onbeschoft
behandelen en dat alleen het geld van Saoedi-Arabië regeert,
via de Moslimbroederschap. In de metro op weg naar de
lommerrijke buitenwijk waar Amin woont, lezen passagiers kleine
brochures, maat bijsluiter. Geen informatie van een apotheek,
maar bladzijden uit de Koran. In de vrouwencoupé draagt bijna
iedereen een hoofddoek, een handvol vrouwen draagt een niqaab,
die alleen de ogen laat zien. De laatste twintig jaar ziet ook
Egypte een opleving van conservatieve vormen van de islam.
`Niet doordat de ideologie van de fundamentalisten zo
aanslaat', zegt Amin, `maar omdat de economische en sociale
problemen steeds erger worden.'
Economische en culturele afhankelijkheid
Amin werkt ondanks zijn leeftijd (73) nog als hoogleraar aan de
American University of Cairo. Naast wetenschappelijk werk
schreef hij de laatste jaren columns en een aantal bundels voor
een breder publiek. Een van zijn thema's is de economische en
culturele afhankelijkheid van Egypte en andere Arabische
landen. Thuis, achter zijn bureau met een foto van George
Orwell, legt hij uit wat er mis gaat.
Financiële crisis
De Egyptische economie voelt sinds begin 2009 de klappen van de
wereldwijde financiële crisis. De twee belangrijkste bronnen
van inkomsten, toerisme en tolheffing in het Suezkanaal,
krimpen dramatisch. `En armoede is koren op de molen van de
fundamentalisten', zegt Amin. `Het geeft arme, gefrustreerde,
kansloze mensen eigenwaarde en een gevoel van superioriteit. De
nachtwaker van mijn buren hoopte 20 jaar geleden dat zijn
kinderen zouden kunnen studeren. Maar ze zijn allemaal ook
nachtwaker of autowasser geworden en wonen met hun tienen in
één kamer. Hun trots is geknakt en de moskee is hun troost. Ze
zouden beter af zijn met onderwijs en beter werk, maar dat is
niet de zorg van deze regering.'
Nouveaux riches
`In theorie zou de huidige crisis goed kunnen zijn. Tijdens de
crisis van de jaren `30 kon Egypte zich geen import meer
veroorloven, en dat stimuleerde onze eigen industrie. Precies
wat we nu ook nodig hebben om miljoenen slumbewoners en arme
boeren in het noorden een beter inkomen te bieden. Maar het is
onwaarschijnlijk dat de regering daarvoor kiest. De politieke
macht ligt bij de nouveaux riches, van wie velen juist van
import leven. Ze zetten nu de regering onder druk om lenen en
importeren goedkoper te maken, juist met de financiële crisis
als excuus.'
Salafisme
Met `nouveaux riches' wordt een klasse aangeduid van miljoenen
mensen die in de jaren '70 als gastarbeider naar Saoedi-Arabië
trokken. Ze kwamen terug met geld, Saoedische conservatieve
ideeën over de Islam, en contacten met Saoedies die veel
investeren in de verspreiding van die ideeën. `Het is een
ernstige vergissing om Salafisme en andere extreem
conservatieve vormen van Islam te zien als bewegingen die
ontstaan zijn bij intellectuelen. Ze zijn ontstaan en verspreid
bij zeer slecht geschoolde mensen. Dankzij het economische
succes van de remigranten vonden hun ideeën ingang bij de
elite. Bovendien kan het uiterlijk vertoon van vroomheid, dat
fundamentalistische prekers zo benadrukken, een dekmantel
bieden voor degenen die op illegale of immorele wijze geld
verdienden.'
Afbeelding: Cairo
Importgoederen
`Armen die eind jaren 70 nog wilden migreren, waren te laat.
Saoedi-Arabië had geen gastarbeiders meer nodig. Het
arbeidstekort dat binnen Egypte had bestaan, werd geleidelijk
opgeheven, doordat de Egyptische industrie van kleding, textiel
en voedingsmiddelen het aflegde tegen importgoederen. De hoop
en sociale aspiraties die in de jaren '70 waren gevoed, werden
in de jaren '80 teniet gedaan.
Modes
`Tegelijk met de import van buitenlandse goederen werden
westerse ideeën van `ontwikkeling' geadopteerd. Opeenvolgende
regeringen volgden klakkeloos alle modes op dat gebied over de
rol van de overheid, basic needs, private investering. Dat
bedoel ik met culturele afhankelijkheid, Zo werden
`consumerism' en de markt helaas ook hier heilig. Sinds 9-11
bepaalt bestrijding van terrorisme het economisch beleid in
Egypte. We ontvangen nu jaarlijks zo'n twee miljard dollar van
de VS, waarvan de helft voor militaire doeleinden is. De
economie zou makkelijk zonder kunnen. Maar de machthebbers
hebben het geld nodig als symbool van de Amerikaanse steun,
waarvan ze bovendien hun veiligheid betalen. En ze blijven het
krijgen, omdat de invloed van islamitisch fundamentalisme in
Egypte - voor een deel opzettelijk - verkeerd wordt begrepen.
Televisie
`Egypte verkeert in een maatschappelijke crisis. Er is een
toename van geweld, corruptie en ongelijkheid. Fundamentalisten
zeggen dat ze daarvoor de oplossing hebben. Maar analisten die
doen alsof de fundamentalistische ideologie an sich
aantrekkelijk zou zijn voor mensen, die maken een ernstige
fout. Een ideologie verdwijnt niet zomaar. De behoefte aan een
uitweg voor frustratie over armoede, corruptie en ongelijkheid
kan wel verdwijnen. Als we de televisie konden gebruiken om
analfabetisme te bestrijden, dan was het probleem van
fundamentalisme in vijf jaar opgelost. Maar wat op televisie
verschijnt, bepaalt de overheid. En die is disloyaal aan het
volk.'
(24 februari 2009/Dorrit van Dalen)
24/2/2009
Universiteit Leiden