Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Uitspraak Europese Hof van Justitie over verspreiding Iers mosselzaad
04 maart 2009 - kamerstuk
Kamerbrief waarin de minister meldt dat er naar aanleiding van de
uitspraak van het Hof voor het uitzaaien en uitzetten van mosselen en
oesters in Nederlandse zeewateren een wijziging wordt voorbereid.
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
onderwerp bijlagen
D i rectie Juridische zaken
Geachte Voorzitter,
Hierbij stuur ik u het antwoord op de vraag van 17 februari 2009 van de vaste commissie
voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit(LNV) inzake de uitspraak C-249/07 van het
Europese Hof van Justitie van 4 december 2008.
De commissie heeft mij verzocht een stand van zaken te geven naar aanleiding van deze
uitspraak en hierbij in te gaan op de stappen die het ministerie van LNV neemt.
In de uitspraak waar de commissie naar verwijst, beoordeelt het Hof het vergunningstelsel
voor het uitzaaien en uitzetten van schelpdieren. Dit vergunningstelsel is gebaseerd op de
Visserijwet 1963. De uitspraak van het Hof heeft geen betrekking op het
Vergunningsregime van de Natuurbeschermingswet.
Het Hof heeft in de uitspraak voor recht verklaard dat "door de invoering van een stelsel
van voorafgaande vergunning voor de uitzaai in de Nederlandse kustwateren van oesters
en mosselen die rechtmatig uit andere lidstaten afkomstig zijn en tot de in Nederland
inheemse soorten behoren, is het Koninkrijk der Nederlanden de krachtens de artikelen 28
EG en 30 EG op hem rustende verplichtingen niet nagekomen."
Hierbij achtte het Hof vooral van belang dat Nederland niet heeft kunnen aantonen dat
het stelsel geschikt was om het doel van de vergunningplicht, de instandhouding van
vissoorten in het belang van de visserij, te verwezenlijken. Ook kon de noodzaak van het
vergunningstelsel volgens het Hof niet worden gerechtvaardigd, op grond van het bestaan
van vrijstellingen waarvan niet is aangetoond dat zij objectief en niet-discriminerend zijn.
Dit betreffen vrijstellingen voor onder meer de uitzaai van mosselzaad in de
Oosterschelde, voor zover dit mosselzaad afkomstig is uit het Nederlandse deel van de
Waddenzee.
Het vergunningstelsel dat het Hof heeft beoordeeld is sinds 1 januari 2009 opgenomen in
de Uitvoeringsregeling visserij (Stcr. 2008, 187). Naar aanleiding van de Hofuitspraak is een
wijziging van deze regeling in voorbereiding, die het uitzaaien en uitzetten van mosselen
en oesters in de Nederlandse visserijzone, het zeegebied en de kustwateren vrijstelt van de
vergunningplicht. Deze vrijstelling maakt geen onderscheid naar de afkomst van mosselen
en oesters en geldt dus ook voor de verspreiding van Iers mosselzaad in de Nederlandse
Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit
Directie Juridische zaken
Bezuidenhousteweg 73
Postadres: 20401
2500 AK Den Haag
Telefoon: 070 378 5364
Telegramadres: Landvis
Web: www.minlnv.nl
de Voorzitter van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 AK DEN HAAG
19 februari 2009 2009Z02855
2009DO7631
TRCJZ/2009/555 4 maart 2009
Uitspraak Europese Hof van Justitie over
verspreiding Iers mosselzaad
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
4 maart 2009 TRCJZ/2009/555 2
wateren. De vergunningsplicht op grond van de Natuurbeschermingswet blijft voor het
uitzaaien en uitzetten van schelpdieren overigens onverkort bestaan.
De wijzigingsregeling zal op korte termijn in werking treden. Ook zal de wijziging van de
regelgeving aan de Europese Commissie worden gemeld. Hiermee is uitvoering gegeven
aan de uitspraak van het Hof.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg