ChristenUnie
Bijdrage Esmé Wiegman aan AO MeaVita
Bijdrage Esmé Wiegman aan AO MeaVita
donderdag 05 maart 2009 11:00
Mevrouw Wiegman-Van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. Na
de debatten over de IJsselmeerziekenhuizen en Philadelphia is het
bijzonder om vandaag bij Meavita stil te staan. Wat betekent het om
als overheid garant te staan voor de continuïteit van zorg? In het
geval van Meavita betekent het dat je je als overheid bezighoudt met
het oprichten van nieuwe stichtingen. Een begrijpelijke keus die de
ChristenUnie steunt met het oog op alle zorgontvangers. Zij moeten
deze zorg blijven ontvangen. Echter, als je het goed op je laat
inwerken, is het eigenlijk een heel vreemde en tegendraadse stap in de
transitie van het zorgstelsel waarin de overheid steeds meer op
afstand komt te staan.
Het grijpen naar dit soort maatregelen toont de
kwetsbaarheid van ons systeem. De ChristenUnie roept het kabinet op om
de uitgangspunten van ons vernieuwde zorgstelsel nog eens goed tegen
het licht te houden. Hebben wij ons niet te veel en te snel ontdaan
van een inhoudelijke en sturende rol? Deze opmerking zou ik in het
algemeen willen maken. Ik kan mij goed voorstellen dat deze vraag ook
beantwoord zal worden in de al toegezegde brief naar aanleiding van
eerdere zorgcasussen.
Nu sta ik even specifiek stil bij Meavita. Het gaat
hierbij om tijdelijke vangnetten die geregeld worden. Ik vraag mij af
wat de gemaakte keuzes voor de langere termijn betekenen. Hoe gaan wij
financieel verder? Je moet niet te lang stilstaan bij de vraag hoeveel
geld er is weggelekt. Daar word je namelijk beroerd van. Valt er nog
wat te verhalen bij iets of iemand?
Meavita doet bij mij ook de vraag opkomen wat er te zeggen
valt over de omvang en de risico's van combinaties. Bij het debat over
Philadelphia heb ik dit punt ook naar voren gebracht. Volgens mij
heeft de staatssecretaris toen toegezegd dit mee te nemen in de brief
die wij van VWS verwachten over de geleerde lessen uit de
verschillende zorgkwesties van de afgelopen tijd. Ik vind het
bijzonder merkwaardig om ondertussen kennis te nemen van de
goedkeuring door minister Klink van de wonderlijke combinatie van een
zorgverzekeraar en een ziekenhuis. De onoverzichtelijke situatie bij
Meavita roept bij mij ook de vraag op of Wmo-zorg en AWBZ-zorg wel
goed te splitsen zijn. Uit het perspectief van de cliënt is een
combinatie vaak fantastisch en overzichtelijk. Ik ben daar erg blij
mee en ik het juich het toe. De koppeling tussen AWBZ en Wmo maakt het
echter ook gemakkelijk om eventuele tekorten op concernniveau te
dekken. In die zin is het voor instellingen ook aantrekkelijk,
misschien wel te aantrekkelijk. Op het moment dat het fout gaat, komt
de vraag boven wat hieronder het meest heeft geleden: de Wmo of de
AWBZ? In wiens voordeel is het geweest in het geval van Meavita? Uit
bestuurlijk oogpunt zou je bijna beter kunnen pleiten voor een strikte
scheiding. Dit had het financiële overzicht bij Meavita ook een stuk
gemakkelijker gemaakt. Welke conclusies trekt de staatssecretaris
hieruit?
Ik vraag verder aandacht voor de acute vragen van vandaag.
Er is immers nog steeds sociale en maatschappelijke onrust onder de
medewerkers. Ik denk dat dit vandaag goed waarneembaar is. Het is
immers nog niet precies duidelijk wat verstaan kan worden onder
hetgeen de staatssecretaris in haar brief opmerkt over het behoud van
rechten. Ik roep de staatssecretaris op, ervoor te zorgen dat die
duidelijkheid snel komt.
Er is nog geen compleet beeld van de juridische en
financiële consequenties van de ontvlechting van de werkmaatschappijen
Sensire, Vitras/CMD en De Wielborgh. Op dat punt wil ik graag een
terugkoppeling van de uitkomsten van het overleg. Een en ander is
immers van grote betekenis voor al die gemeenten die eind 2009 moeten
gaan aanbesteden in het kader van de Wmo.