4. Antwoorden op kamervragen van Smilde en De Vries inzake deelname
zorgverzekeraar DSW in consortium dat Vlietlandziekenhuis
overneemt
Antwoorden op kamervragen van Smilde en De Vries inzake deelname
zorgverzekeraar DSW in consortium dat Vlietlandziekenhuis overneemt
Kamerstuk, 4 maart 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DMC-K-U-2906171
4 maart 2009
Antwoorden van minister Klink op de vragen van de Kamerleden Smilde en
Jan de Vries (beiden CDA) over deelname van zorgverzekeraar DSW in een
consortium dat het Vlietlandziekenhuis in Schiedam overneemt
(Ingezonden 8 januari 2009).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het bericht dat zorgverzekeraar DSW voor 40%
deelneemt in een consortium dat het Vlietlandziekenhuis te Schiedam
overneemt? 1)
Antwoord 1
Ik heb kennisgenomen van de samenwerkingsplannen van het Vlietland
Ziekenhuis, zorgverzekeraar DSW en andere partijen. Die plannen
behelzen onder andere het omvormen van de huidige Stichting Vlietland
Ziekenhuis tot een BV en het vormen van een coöperatie (zonder
winstoogmerk) die 100% eigenaar en enig aandeelhouder wordt van de
nieuwe BV.
Overigens is mij gebleken dat de verzekeringsmaatschappij DSW niet
zelf gaat participeren, maar een aparte entiteit, Stichting Phoenix,
die door middel van een personele unie met DSW is verbonden. In
onderstaande beantwoording spreek ik daarom van `DSW'.
Vraag 2
Kunt u uiteenzetten wat de gevolgen zijn van deze overname voor de
vrijheid van verzekerden om te kiezen voor zorginstelling en
zorgverzekeraar?
Vraag 3
Kunt u uiteenzetten wat de gevolgen zijn van deze overname voor de
contracten die afgesloten zullen worden tussen het Vlietland
Ziekenhuis en zorgverzekeraars? Is er nog volop vrijheid voor het
Vlietland Ziekenhuis om ook andere zorgverzekeraars te contracteren?
Is dat in de overnameovereenkomst vastgelegd?
Antwoord 2 en 3
De vrijheid van verzekerden om te kiezen voor een zorgverzekeraar zal
niet worden beïnvloed. De waarborgen daarvoor zijn wettelijk verankerd
in de Zorgverzekeringswet (Zvw). De Zvw borgt de vrijheid van
verzekerden om over te stappen naar een andere verzekeraar. Een
verzekerde die van mening is dat de keuzemogelijkheden van zijn polis
te veel worden ingeperkt, kan overstappen. Daarnaast borgt de Zvw dat
verzekerden met een polis met gecontracteerde zorg vrij zijn om zich
tot een niet-gecontracteerde zorgaanbieder van hun keuze te wenden. In
het geval van electieve zorg geldt in die situatie de bepaling dat de
zorgverzekeraar de hoogte van de vergoeding kan bepalen. De hoogte van
die vergoeding mag daarbij geen feitelijke hinderpaal zijn voor het
verkrijgen van zorg. Om verzekerden die keuzes te laten maken die
daadwerkelijk aan hun wensen voldoen, moet de informatieverstrekking
van verzekeraars over hun polisvoorwaarden aan (potentiële)
verzekerden wel transparant zijn (zie ook Nederlandse Zorgautoriteit
(NZa), Richtsnoer informatieverstrekking ziektekostenverzekeraars en
volmachten 2008).
Meer in algemene zin geldt daarnaast dat de Wet marktordening
gezondheidszorg, juist om keuzevrijheid van cliënten te borgen,
voorschrijft dat zorgaanbieders informatie geven over hun
zorgverlening - in ieder geval over hun tarieven en de kwaliteit van
zorg -, en wel op dusdanige wijze dat deze gegevens voor cliënten
makkelijk vergelijkbaar zijn. Om partijen te ondersteunen
vergelijkbare en betrouwbare informatie over de kwaliteit van zorg te
leveren, heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg het programma
Zichtbare Zorg opgericht.
Of, en zo ja in welke mate, de voorgenomen plannen van partijen een
inperking van de vrijheid van verzekerden van andere zorgverzekeraars
betekenen om in dit ziekenhuis behandeld te worden, zal nader
onderzoek door de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) dan wel de
NZa moeten uitwijzen. Dat geldt ook voor de vrijheid van het
ziekenhuis om met andere zorgverzekeraars contracten af te sluiten.
Ook de rol van andere betrokken partijen, waaronder een
huisartsencoöperatie, zal nader moeten worden bezien. Als de uitkomst
is dat die vrijheid teveel kan of zal worden ingeperkt, kunnen
passende maatregelen worden getroffen (zie ook mijn antwoord op vraag
5 van de Kamerleden Smilde en De Vries, ingezonden d.d. 31 oktober
2008, over fusiebesprekingen tussen de Rivas Zorggroep en
zorgverzekeraar Univé).
Overigens merk ik graag op dat partijen in de zorg die binnen de
grenzen van de Mededingingswet en de Wet marktordening gezondheidszorg
met elkaar samenwerken juist ook de keuzemogelijkheden voor cliënten
en de variatie van zorgconcepten kunnen vergroten, bijvoorbeeld door
innovatieve vormen van ketenzorg, ook met aandacht voor preventie, aan
te bieden. De geïntegreerde structuur beoogt prikkels te introduceren
waarbinnen zorgverleners meer oog hebben voor begeleiding en
preventie. In die zin wil het de materiële keuzemogelijkheden voor
patiënten en verzekerden vergroten.
Vraag 4
Deelt u de zorg of de onderscheiden rollen van zorgverzekeraar en
zorginstelling gewaarborgd zijn? Kan de zorgverzekeraar als gevolg van
zijn zorgplicht kwalitatief goede, toegankelijke en betaalbare zorg
waarborgen wanneer zorgverzekeraar en zorginstelling tot dezelfde
onderneming behoren?
Antwoord 4
In algemene zin kan ik opmerken dat een zorgverzekeraar die zelf
betrokken is bij een geval van verticale integratie, door zelf zorg te
verlenen of financieel of bestuurlijk deel te nemen in een
zorgaanbieder, bij uitstek in staat is om zijn zorgplicht inhoud te
geven. Hij kan hierdoor in de kwaliteit van zorg investeren en de
continuïteit van zorg voor zijn verzekerden verbeteren. Dat is ook de
reden waarom hier in de Zvw meer dan in de vroegere Ziekenfondswet
expliciet ruimte voor is gecreëerd, door zorgverzekeraars niet langer
te verbieden zelf zorg aan hun verzekerden te verlenen (vgl. artikel
42 Zfw). De vraag is of er voor andere zorgverzekeraars ook nog genoeg
mogelijkheden zijn om hun zorgplicht na te komen. Zoals in het
antwoord op vraag 2 en 3 is aangegeven is het bij individuele casus
aan de NMa dan wel NZa om aan te geven of dat het geval is. Als dat
niet het geval is, kunnen passende maatregelen worden getroffen.
Vraag 5
In het najaar zijn schriftelijke vragen gesteld over een mogelijke
fusie tussen Rivas en Uvit, wanneer worden deze beantwoord? 2) Kunt u
uiteenzetten hoe u participaties, fusies, overnames, en allianties
tussen zorgverzekeraar en zorginstellingen zo spoedig mogelijk gaat
voorkomen?
Antwoord 5
Tot mijn spijt heb ik u de antwoorden op de schriftelijke vragen over
een mogelijke fusie tussen Rivas en Uvit niet voor het Kerstreces
kunnen sturen. Gegeven de samenhang met uw recente vragen heb ik er
vervolgens voor gekozen de vragen gelijktijdig te beantwoorden. U
treft de antwoorden op de eerdere vragen, inclusief een reactie op de
motie Schippers over het wettelijk verbieden van fusies tussen
zorgverzekeraars en zorgaanbieders, hierbij aan. Uit die reactie volgt
ook dat ik nu geen aanleiding zie om in algemene zin participaties,
fusies, overnames en allianties tussen zorgverzekeraar en
zorginstellingen te voorkomen.
Vanwege het belang van het onderwerp hebben de Staatssecretaris en ik
u onlangs toegezegd om u nog in het voorjaar een brief te doen
toekomen over het onderwerp goed bestuur bij zorgaanbieders. In die
brief zullen we ook nader ingaan op het onderwerp verticale integratie
(zie Aankondiging brief goed bestuur bij zorgaanbieders, d.d. 20
januari, kenmerk MC-U-2907953).
1) ANP, 6 januari 2009
2) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008-2009, nr. 738H
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport