Eerste Kamer aanvaardt aanpassing dualisering
4 maart 2009
Na een kort debat heeft de Eerste Kamer dinsdag 3 maart wijzigingen
aangenomen van de Gemeente- en Provinciewet, die afzwakkingen van de
dualisering inhouden ( 30.902 ). Zo krijgen wethouders en
gedeputeerden de garantie dat zij niet alleen vergaderingen van de
gemeenteraad of provinciale staten mogen bijwonen, maar ook
vergaderingen van commissies van raden en staten. De burgemeester
(commissaris) zal middels informatievoorziening meer betrokken worden
bij de collegevorming na raad(- en staten)verkiezingen.
Staatssecretaris Bijleveld-Schouten van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties kondigde aan dat te gelegener tijd nog enkele
wetswijzigingen zijn te verwachten naar aanleiding van de nota de
Staat van de Dualisering. Daarbij zal overigens niet de wijze van
aanstelling van de burgemeester (benoemd of gekozen) opnieuw ter
discussie komen. Wel was de staatssecretaris het eens met opmerkingen
van de senatoren Engels (D66), Hermans (VVD) en Dölle (CDA) dat
nauwlettend gekeken moet worden naar de legitimiteit van burgemeesters
nu zij steeds meer bevoegdheden op het gebied van openbare orde en
veiligheid toegewezen krijgen.
Senator Hermans (VVD) vroeg in zijn bijdrage aan het debat ook
aandacht voor de geheimhoudingsplicht van ambtenaren die optreden als
adviseur van raadsleden. Dat kan wel eens wringen met hun rol als
adviseur van leden van het college van B en W. Senator Engels sprak
niet alleen namens D66, maar ook namens de fracties van GroenLinks,
Partij voor de Dieren en Onafhankelijke Senaatsfractie steun uit voor
de voorgestelde aanpassing van de dualisering. Hij kondigde aan de
werkdruk van raadsleden en de vergadercultuur in een later debat over
de dualisering te zullen aankaarten.
Senator Vliegenthart (SP) plaatste kritische kanttekeningen. Volgens
hem ervaren veel raadsleden dualisering niet als een zegen, maar als
een zonde. "We hebben te doen met een politiek experiment waarvan de
doelstelling bij lange niet wordt gehaald". De SP-senator doelde op de
nog steeds grote afstand tussen kiezers en gekozenen. Ook was het hem
opgevallen dat er sinds invoering van de dualisering meer in plaats
van minder wordt vergaderd.
Senator Holdijk sprak namens de fracties van SGP en ChristenUnie zijn
steun uit. Dit was gemakkelijker voor deze fracties geworden nadat de
regering de voorgestelde vermindering van het aantal raadsleden uit
het wetsvoorstel had geschrapt. Hij kreeg de toezegging van de
staatssecretaris dat zij niet automatisch alle wijzigingen in de
Gemeentewet ook parallel zal doorvoeren in de Provinciewet.
Senator Dölle van de CDA-fractie plaatste net als D66 kritische
kanttekeningen bij de veronderstelde regierol van de burgemeester bij
collegevorming. Staatssecretaris Bijleveld ontkende overigens dat dit
het geval zal zijn. Wel krijgen de burgemeesters het recht om
geïnformeerd te worden over de collegevorming. De CDA-senator zei ook
te hechten aan de mogelijkheid om raadsleden te blijven benoemen in
commissies die bezwaarschriften behandelen en daarover advies
uitbrengen aan college en/of gemeenteraad. Volgens de staatssecretaris
zou het zuiverder zijn als raadsleden niet in deze commissies zitten,
maar zij vond dat gemeenteraden hierover zelf moeten beslissen.
Senator Dölle herhaalde nog eens dat de CDA-fractie blijft hechten
aan het in de Grondwet verankerde hoofdschap van de gemeenteraad. Zijn
collega Engels wil dit restant van het vroegere monisme wel uit de
Grondwet geschrapt zien, maar ook D66 vindt dat uiteindelijk de
gemeenteraad bij beslissingen het laatste woord moet hebben.
---
stenogram 3 maart 2009
Eerste Kamer der Staten Generaal