Raad van State
woensdag 4 maart 2009
Zitting over de vergunning die het college van gedeputeerde staten van
Noord-Holland op grond van de Natuurbeschermingswet heeft verleend aan
Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam voor het storten van
baggerspecie in put 19 in het Gooimeer. Deze put ligt vlakbij het
beschermde natuurgebied Eemmeer & Gooimeer Zuidoever. De stichting
Antislib Platform Gooimeer is tegen de vergunning in beroep gekomen en
verzoekt de Raad van State om de vergunning - in afwachting van de
behandeling van het beroep - te schorsen. Volgens de stichting is er
onvoldoende onderzoek gedaan naar de gevolgen van het storten van de
baggerspecie en is niet zeker of de vergunning wel had kunnen worden
verleend. (zaaknummer 200809149/2)
10.15 uur
Openbaarmaking van de uitspraken in hoofdzaken (bodemprocedures) van
de Afdeling bestuursrechtspraak. Ga naar deze pagina voor een selectie
van de meest in het oog springende uitspraken. Of ga naar deze pagina
voor een volledig overzicht van de uitspraken.
12.00 uur
Zitting over de boetes die de minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid heeft opgelegd op grond van de Wet arbeid
vreemdelingen (Wav) aan Oriëntal Andijk en aan Paradigm Enterprise uit
Polen. De minister heeft de boetes opgelegd omdat bij een controle is
geconstateerd dat er 32 Polen aan het werk waren zonder dat zij in het
bezit waren van een tewerkstellingsvergunning. Paradigm Enterprise
heeft leliebollen opgehaald bij Oriëntal Andijk en vervolgens de Polen
de bollen laten 'schubben'. Volgens de minister treden de Polen
hiermee toe tot de Nederlandse arbeidsmarkt. Beide bedrijven zeggen
dat in dit geval geen tewerkstellingsvergunningen nodig zijn voor de
Poolse werknemers, omdat geen sprake is van grensoverschrijdende
dienstverrichting. Verder betoogt Oriëntal Andijk dat hij geen
werkgever van de Polen is. Daarom had er geen boete aan hem mogen
worden opgelegd, aldus het bedrijf. De rechtbank in Alkmaar heeft in
oktober 2007 een eerder beroep van Oriëntal Andijk ongegrond
verklaard. Het bedrijf komt daartegen in hoger beroep bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het beroep van Paradigm
Enterprise is door de rechtbank in Alkmaar in augustus 2008 gegrond
verklaard, omdat de minister onvoldoende had onderzocht of de Polen na
de dienstverrichting weer terug zouden keren naar Polen. De minister
is het niet met die uitspraak van de rechtbank eens en komt ook in
hoger beroep bij de Raad van State. Beide zaken worden tegelijkertijd
op zitting behandeld. De zitting gaat ook over de weigering door de
Raad van Bestuur van de Centrale Organisatie werk en inkomen om
tewerkstellingsvergunningen te verlenen aan de 32 Polen. Paradigm
Enterprise had zekerheidshalve hierom verzocht. De rechtbank in
Haarlem heeft in oktober van vorig jaar een eerder beroep van Paradigm
Enterprise tegen de weigering gegrond verklaard, vanwege de uitspraak
van de rechtbank in Alkmaar over de boete die was opgelegd aan het
Poolse bedrijf en de vraag of de Polen na de dienstverrichting weer
terug zouden keren naar Polen. De Raad van Bestuur is het niet eens
met deze uitspraak en komt in hoger beroep. (zaaknummers 200708008/1,
200807325/1 en 200807732/1)