Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
2009Z02444 / 2080913240
Vragen van het lid Van der Ham (D66) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap en de staatssecretaris van Economische Zaken over het bericht dat een groot
tekort aan leraren Duits dreigt. (Ingezonden 12 februari 2009)
1
Is het bericht waar dat op termijn onvoldoende leraren Duits worden opgeleid om aan de
vraag van het voortgezet onderwijs te kunnen voldoen? 1)
Antwoord:
Duits wordt beschouwd als een tekortvak, dit houdt in dat er te weinig leraren worden
opgeleid om het aantal leraren Duits dat de komende jaren het onderwijs zal verlaten, te
kunnen vervangen. In het actieplan LeerKracht van Nederland en het daarop gebaseerde
Convenant LeerKracht worden ontwikkelingen in gang gezet en zijn afspraken gemaakt die
de aantrekkelijkheid van het beroep, ook van het beroep leraar Duits, moeten verhogen.
Overigens verricht onder meer het Europees platform al enkele jaren inspanningen om native
speakers met een buitenlandse lesbevoegdheid klaar te stomen voor de Nederlandse
onderwijsarbeidsmarkt.
2
Hoe verhoudt het tekort aan leraren in vreemde talen zich tot uw ambities zoals beschreven in
de internationaliseringsagenda middelbaar beroepsonderwijs? Stellen de kwalificatiedossiers
in het mbo ook eisen aan de beheersing van vreemde talen en beschikken mbo-scholen over
voldoende leraren in vreemde talen om leerlingen voor deze eisen klaar te stomen?
Antwoord:
In de Internationaliseringsagenda MBO is aangegeven dat voor opleidingen op niveau mbo-4
minstens één vreemde taal verplicht wordt gesteld. Tegelijk wordt de verplichte beheersing
van twee vreemde talen voor het mbo 'een brug te ver' genoemd, omdat dit ten koste zou gaan
van de gewenste extra aandacht voor de beheersing van de basisvaardigheden Nederlands en
rekenen/wiskunde en natuurlijk de vakbekwaamheid in het beroep. De verplichte taal op
niveau 4 is het Engels, gelet op de doorstroom naar het hbo. Wanneer voor bepaalde
opleidingen - vaak mede ingegeven door de locatie van het regionaal opleidingencentrum
en/of de leerbedrijven waarmee men veel samenwerkt men de behoefte heeft om ook Duits
te onderwijzen, kan men daartoe besluiten.
Overigens is het nu al zo dat bijna 80 procent van de deelnemers in het mbo 1 of meer
moderne vreemde talen dient te beheersen, omdat dat geëist wordt in het beroep. Over het
algemeen wordt daarbij door de branches het Engels als eerste vreemde taal genoemd,
eventueel met het Duits als een tweede taal. In sommige gevallen wordt de keuze voor de
vreemde taal door de branches overgelaten aan de school zelf.
Het beroepsonderwijs is net als het voortgezet onderwijs voor een belangrijk deel afhankelijk
van de uitstroom uit opleidingen tot leraar VO op eerste- en tweedegraadsniveau. Daarnaast
kunnen zij zij-instromers aanstellen.
3
Deelt u de mening dat een goede beheersing van vreemde talen een voorwaarde is voor het
functioneren van afgestudeerden in een internationale werkomgeving en in het bijzonder de
Duitse taal gezien de omvang van de handelsrelaties tussen Nederland en Duitsland?
Antwoord:
Ja, ik deel de mening dat een goede beheersing van vreemde talen een voorwaarde is voor het
goed functioneren van afgestudeerden in een internationale omgeving. Uit onderzoek naar
ruim 140.000 vacatures aan het eind van 2006 bleek dat na Engels Duits verreweg de meest
gevraagde vreemde taal is. Het Engels is als belangrijke voertaal binnen de EU en in den
brede, om die reden op examenniveau verplicht.
Het belang van vreemde talenonderwijs en specifiek Duits voor de internationale
beroepspraktijk en handel wordt ook gepropageerd door de werkgroep Onderwijs van de
Dutch Trade Board, het publiek-private samenwerkingsverband op het gebied van
internationaal ondernemen, dat bijvoorbeeld het initiatief heeft genomen "good practices" op
het gebied van talenonderwijs te signaleren en openbaar te maken zodat tussen
onderwijsinstellingen kennis kan worden gedeeld.
Het door het Ministerie van Economische Zaken en mijn eigen departement in het leven
geroepen en door agentschap EVD Internationaal Ondernemen en Samenwerken uitgevoerde
Programma Internationalisering Beroepsonderwijs subsidieert bovendien projecten waarbij
wordt ingezet op de verbetering van talenkennis bij mbo- en hbo'ers.
Een in dit verband noemenswaardig project is het door de Haagse Hogeschool uitgevoerde
"Zukunft Deutschland", ooit gestart vanwege een teruglopende interesse voor het onderwijs in
de Duitse taal, waarbij via een onderdompeling in de Duitse taal en cultuur Duitsland populair
wordt gemaakt bij studenten zodat zij daar bijvoorbeeld stages lopen en nu en tijdens hun
latere werkende leven kunnen functioneren als ambassadeurs van Duitsland.
4
Wat heeft de regering ondernomen naar aanleiding van het bericht dat Nederland jaarlijks 7,8
miljard euro misloopt door gebrekkige beheersing van de Duitse taal? 2)
Antwoord:
Op het signaal van Fenedex dat extra aandacht voor de Duitse taal noodzakelijk is, wees ik in
2007 al op de volgende maatregelen:
· Vanaf augustus 2007 kreeg in de tweede fase van het vwo de verplichte tweede vreemde
taal meer uren dan voorheen de twee deeltalen bij elkaar. Verder is vanaf 2007 in de
tweede fase havo en vwo de ruimte vergroot om naast het verplichte programma
onderwijs in vreemde talen te kiezen.
· Alle examenprogramma's en examens vreemde talen in het voortgezet onderwijs zijn
gekoppeld aan het Europees referentiekader voor talen, zodat de Nederlandse
doelstellingen en resultaten op internationaal transparante wijze kunnen worden
weergegeven. Voor de implementatie van dit referentiekader is een driejarig Masterplan
ontwikkeld.
· Speciaal ter stimulering van de talen Duits en Frans is in 2006 in het voortgezet onderwijs
het project LinQ gestart (tien scholen voor elke taal). Doel is om hogere resultaten in deze
talen te bereiken. Naast hun gewone diploma kunnen leerlingen nog een examen Duits
afleggen bij het Goethe Institut, of deelnemen aan het Delf Scolaire examen Frans. Ik
verwacht binnenkort een eindverslag en vervolgaanvraag, waarna ik zal beslissen over
voortzetting en uitbreiding ervan.
· In het internationale pilotproject CertiLingua, gestart in 2007, behalen vwo-leerlingen een
aanvullend getuigschrift voor excellente vaardigheden in twee vreemde talen en
internationale oriëntatie. De evaluatie van de tweejarige pilot verwacht ik na de zomer.
5
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de kwaliteit en kwantiteit van de leraren in vreemde talen is
geborgd?
Antwoord:
Ik verwijs u naar mijn antwoord op de vragen 1 en 2. In aanvulling hierop wil ik wijzen op de
Kwaliteitsagenda `Krachtig meesterschap' (september 2008) waarin ik maatregelen heb
genomen om tot meer en beter opgeleide leraren te komen. Enkele maatregelen zijn het
vastleggen van het eindniveau op de lerarenopleidingen, het invoeren van een educatieve
minor en maatregelen om een hoger instroomniveau van studenten te bereiken. Daarnaast is
dankzij subsidie van OCW in 2007 het Expertisecentrum moderne vreemde talen opgericht
dat als doel heeft het inventariseren, ontsluiten en ontwikkelen van expertise op het gebied
van het moderne vreemde talenonderwijs en het overdragen van die expertise aan
taaldocenten, scholen en lerarenopleiders. Het Expertisecentrum moderne vreemde talen
opereert in samenwerking en overleg met de betrokkenen bij het moderne vreemde
talenonderwijs.
1) Trouw, 5 februari 2009: "Wil de laatste leraar Duits het licht uitdoen?"
2) AD, 27 februari 2007: "Gebrekkig Duits kost miljarden"