Inbreng wijziging van de Werkloosheidswet
woensdag 04 maart 2009
Inbreng Teun van Dijck tijdens de plenaire behandeling van de
wijziging van de Werkloosheidswet in verband met het vergroten van
kansen op werk voor langdurig werklozen (31767)
Eerste termijn
Vandaag bespreken we 2 wijzigingen van de werkeloosheidswet. Op de 1e
plaats moet UWV langdurige werkelozen concrete banen aan gaan bieden
die met de verruiming van het begrip passende arbeid belemmeringen
voor werkhervatting moeten wegnemen. De 2e wijziging betreft de
invoering van de inkomstenverrekening, waardoor de WW- gerechtigde er
niet in inkomsten op achteruit gaat.
Deze wetswijziging is echter opgesteld ten tijde van een krappe
arbeidsmarkt met veel vacatures en weinig werkelozen, met als
belangrijkste doel de activerende werking van de WW te versterken.
Maar door de economische crisis veranderen de tijden in rap tempo. De
PVV vraagt zich af het doel van deze wet niet is achterhaald.
Het CPB voorspelt dat de werkeloosheid de komende tijd zal oplopen tot
maar liefst 675.000 in 2010 (8,75% vd beroepsbevolking), terwijl het
aantal vacatures daalt (van 250.000 naar 200.000). Hoe denkt de
minister deze werkelozen een passend arbeidsaanbod te doen, bij een
teruglopend aantal vacatures? Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat
bedrijven langdurig werkelozen in dienst gaan nemen boven mensen die
kort of nog niet werkeloos zijn?
Ook maakt de PVV zich zorgen over de verdringing op de arbeidsmarkt
als hoogopgeleide langdurig werkelozen ook de banen voor lager
geschoold personeel moeten accepteren. Kiest een werkgever dan niet
sneller voor een beter opgeleid iemand die 1 jaar of langer werkeloos
is, dan voor een lager opgeleide die nog maar kort werkeloos is. Dit
ook met de mogelijkheid tot het verkrijgen van loonkostensubsidie. Hoe
denkt de minister deze verdringing tegen te gaan in een markt met
massawerkeloosheid en weinig vacatures?
De PVV is ook blij met de ingebouwde inkomstenbescherming voor
langdurig werkelozen doordat verrekening niet meer plaatsvindt op
basis van arbeidsuren, maar op basis van inkomen. Op deze manier gaat
iedereen er op vooruit! De PVV vraagt zich wel af of deze methodiek
van compensatie niet een reden kan zijn voor WW- gerechtigden om
bewust pas na 52 weken een minder betaalde baan te accepteren
(vertragingseffect) in plaats van gelijk.
De PVV vraagt zich verder af hoe het sanctieregime in de praktijk
wordt vormgegeven. Wie bepaalt of een baan passend is en wanneer wordt
iemand op zijn WW uitkering gekort en hoeveel? Wanneer iemand
gedwongen wordt een baan te accepteren, kan hij / zij deze baan zeer
ongemotiveerd uitvoeren, waardoor hij/zij weer binnen 1 maand op
straat staat. Wordt zo iemand dan gekort? Hoe is te bewijzen dat het
ontslag is verleend door gebrek aan motivatie of anderszins. Of als
iemand ongemotiveerd overkomt in een sollicitatiegesprek en dus niet
wordt aangenomen. Wordt zo iemand gekort?
Het wetsvoorstel laat dit helemaal open en de PVV vraagt zich af of
het sanctieregime in de praktijk wel uitvoerbaar is als hier geen
strikte heldere criteria aan verbonden zijn?
In de Memorie van Toelichting staat te lezen dat het kabinet over de
handhaving van het sanctieregime nog afspraken gaat maken met het UWV.
Kan de minister dit toelichten en specificeren?
Tenslotte vraagt de PVV zich af wanneer een weigering wel of niet
wordt gehonoreerd. In de nota van wijziging heeft de minister het
mogelijk gemaakt om een sanctie op te leggen indien een WW gerechtigde
weigert het werk op een andere locatie of bij een andere werkgever
voort te zetten. Maar wat betekent dit voor de reisafstand van een
werkzoekende. Als die andere locatie aan de andere kant van het land
is, wordt de werkzoekende dan ook gedwongen om te verhuizen. Gaarne
een toelichting welke weigeringgronden voor dit wetsvoorstel
acceptabel zijn en welke niet?
Tweede termijn
De PVV vindt het een goede regeling, met name om langdurig werkelozen
te activeren om weer aan de slag te gaan met behoud van de
WW-uitkering. Niemand is gebaat bij thuiszitten!
De PVV heeft nog wel een aantal vragen die in de eerste termijn zijn
blijven liggen. Kan de minister nog ingaan op de verdringing op de
arbeidsmarkt als gevolg van dit wetsvoorstel? In hoeverre kan een WW
gerechtigde worden gedwongen om te verhuizen of een zeer grote
reisafstand te accepteren als gevolg van de nota van
wijziging? Wanneer wordt iemand gekort op zijn uitkering en valt deze
persoon dan automatisch in de WWB? De minister stelt dat slechts 30%
van de groep die niet uit zichzelf een baan vindt na 52 weken, direct
bemiddelbaar is. De andere 70% moet eerst een re-integratietraject
doorlopen. Maar ik kan er toch van uitgaan dat deze groep niet direct
bemiddelbaren toch allang in het 1e jaar een re-integratietraject
aangeboden krijgen en toch niet pas na 52 weken?
Gaarne een reactie.