Universiteit Maastricht
Persbericht
4 maart 2009
Eerste grootschalige onderzoek onder voortijdige schoolverlaters door ROA
Aantal voortijdige schoolverlaters zal afnemen door goede studiekeuzebegeleiding
Nederland kent jaarlijks zo'n 50.000 voortijdige schoolverlaters. Twintig procent hiervan doet dit, omdat ze een foute studiekeuze hebben gemaakt en de opleiding niet aan hun verwachting voldoet. Een kleiner deel van de voortijdige schoolverlaters verlaat het onderwijs direct na het behalen van een VMBO, dan wel een MBO niveau 1 diploma. Van hen wil dertig procent wel een vervolgopleiding doen, maar weet niet welke. Ondersteuning bij het kiezen van de juiste opleiding (zeker in de overgang van VMBO naar MBO) en ondersteuning bij de overstap naar een beter geschikte opleiding, zijn potentieel succesvolle interventiemaatregelen. Dat en meer blijkt uit het rapport 'Zonder diploma: Aanleiding, Kansen en Toekomstintenties' van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht.
Het rapport gaat onder andere in op de oorzaken van voortijdig schoolverlaten en op welke instrumenten inzetbaar zijn om het doel van de regering 'de jaarlijkse uitval tussen 2002 en 2012 met vijftig procent terug te dringen' te bereiken.
Onder voortijdige schoolverlaters worden jongeren verstaan die het onderwijs zonder een startkwalificatie (d.w.z. een HAVO, VWO of MBO niveau 2 diploma of hoger) hebben verlaten en die jonger dan 23 jaar zijn. De resultaten uit het rapport zijn gebaseerd op een enquête onder jongeren die in 2005/2006 hun opleiding zonder diploma hebben verlaten en hierover eind 2007 werden benaderd.
Algemeen blijkt dat jongens relatief vaker voortijdig stoppen met het onderwijs dan meisjes. Hetzelfde geldt ook voor allochtone jongeren in vergelijking met autochtone jongeren
Redenen waarom voortijdige schoolverlaters hun opleidingen zonder diploma verlaten zijn onder meer persoonlijke problemen (23%), foute studiekeuze (20%) en het leuker vinden van werk (16%). Zevenentwintig procent van de autochtone mannelijke voortijdige schoolverlaters zegt te stoppen met de opleiding omdat ze werken leuker vinden, dit wordt bij de allochtone groep door elf procent gezegd.
De persoonlijke problemen worden onderverdeeld in financiële problemen (5%), gezondheidsproblemen (7%), privéproblemen als bijvoorbeeld verslaving (9%) en problemen met zorg/zwangerschap (2%). Stoppen met de opleiding vanwege gezondheidsproblemen komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen en relatief vaker voor bij autochtone vrouwen dan bij allochtone vrouwen (12% autochtone vrouwen tegenover 5% allochtone vrouwen en 5% autochtone mannen tegenover 0% allochtone mannen).
De arbeidsmarktperspectieven voor voortijdige schoolverlaters zijn minder gunstig dan voor jongeren met een startkwalificatie. Na anderhalf jaar is zes procent van de jongeren met een startkwalificatie nog werkeloos, bij voortijdige schoolverlaters is dat gemiddeld elf procent. Ook jaren later zijn voortijdige schoolverlaters minder vaak werkzaam dan mensen met een startkwalificatie. Voortijdige schoolverlaters zijn over het algemeen werkzaam in ongeschoolde banen en hebben vaak geen vaste aanstelling of werken als uitzendkracht. Daarbij is het belangrijk te bedenken dat de waarde van een startkwalificatie conjunctuurgevoelig is. Jongeren zonder startkwalificatie zijn eerder werkeloos bij een neergaande economie en als de economie weer bijdraait profiteren ze daar op een later moment van dan jongeren met een startkwalificatie. De enquête vond plaats vóór de kredietcrisis toen de economie nog goed draaide.