GroenLinks
Bon Futuro gevangenis nog steeds een hel op aarde
Vorige week werd bekend dat er wederom een gevangene in de Bon Futuro gevangenis op Curaçao slachtoffer is geworden van het geweld van medegedetineerden. Een van de gedetineerden is met een mes ernstig mishandeld om hem geld af te persen. Eerder stelde GroenLinks al vragen over een dodelijk schietincident. Naar aanleiding daarvan zouden de veiligheidsmaatregelen worden aangescherpt. Desondanks blijkt dat steekwapens blijkbaar gewoon voor gedetineerden voorhanden zijn.
De ernstig verwonde gedetineerde zit voor zijn eigen veiligheid in een isoleercel. Het gevangenispersoneel kan anders niet voor zijn veiligheid instaan. Die isoleercel voldoet niet aan normale eisen van hygiëne en ook medische zorg blijft uit. Dat is te belachelijk voor woorden en grenst aan inhumane detentie. GroenLinks wil dat de staatssecretaris voor Koninkrijksrelaties en haar collega van Justitie snel maatregelen nemen om deze misstanden aan te pakken. Daarnaast moet nu eindelijk echt serieus werk gemaakt worden van de verbetering van de detentieomstandigheden op de Antillen.
Den Haag, 26 februari 2009
Ineke van Gent, Bas Jan van Bochove en John Leerdam
Schriftelijke vragen van de leden Van Gent (GroenLinks), Van Bochove (CDA) en Leerdam (PvdA) aan de staatssecretaris van Koninkrijksrelaties en van Justitie over de Bon Futuro gevangenis op Curaçao, in aanvulling op eerder gestelde schriftelijke vragen
1. Welke aanvullende maatregelen heeft de Antilliaanse minister van Justitie precies genomen naar aanleiding van de dodelijke schietpartij in de Bon Futuro gevangenis te Curaçao ? Klopt het dat recent een gedetineerde in de Bon Futuro gevangenis te Curaçao ernstig met een mes is mishandeld en afgeperst door medegedetineerden? Moet hieruit afgeleid worden dat ook de aanvullende maatregelen te kort schieten om de veiligheid van gedetineerden in deze gevangenis te garanderen?
2. Kunt u aangeven of in dit recente geval van ernstige mishandeling de betrokken gedetineerde vooraf melding heeft gemaakt van bedreigingen aan zijn adres? Zo ja, welke maatregelen zijn er door het gevangenispersoneel ondernomen om deze gedetineerde hiertegen te beschermen? Bestaat er aanleiding om te veronderstellen dat penitentiair inrichtingwerkers van de Bon Futuro betrokken zijn bij afpersingspraktijken van medegedetineerden?
3. Kunt u aangeven waaruit de bescherming van gedetineerden door het gevangenispersoneel bestaat? Zijn u andere gevallen bekend waarin gedetineerden door mede-gedetineerden zijn bedreigd of mishandeld en waar adequate bescherming door gevangenispersoneel uitbleef?
4. Wordt bijgehouden hoe vaak het voorkomt dat gedetineerden door medegedetineerden worden bedreigd of slachtoffer worden van geweld? Zo ja, hoe vaak doen zich dergelijke incidenten voor en is er sprake van het structureel uitblijven van adequate bescherming van gedetineerden?
5. Klopt het dat adequate medische zorg voor deze betrokken gedetineerde ontbreekt en dat hij in een isoleercel, mogelijk zelfs onder inhumane omstandigheden, is geplaatst omdat er anders niet voor zijn veiligheid kon worden ingestaan? Zo ja, vindt u dan niet met ons dat hier allerminst sprake is van passende detentie en wat doet u precies om ervoor te zorgen dat de minister van Justitie van de Nederlandse Antillen hieraan op de meest korte termijn een einde maakt? Kan deze gedetineerde op zeer korte termijn de medische zorg krijgen die hij nodig heeft?
6. Bent u over dit incident reeds geïnformeerd door de minister van Justitie van de Nederlandse Antillen? Zo ja, kunt u aangeven op welke wijze u de Antilliaanse minister van Justitie op zijn verantwoordelijkheden heeft gewezen en tot welke maatregelen u hem heeft opgeroepen?
7. Bent u bereid om in dit speciale geval, in goed overleg met de minister van Justitie van de Nederlandse Antillen, ervoor te zorgen dat de betreffende gedetineerde zijn straf in Nederland kan uitzitten?
Den Haag, 2 maart 2009