4. Meavita Nederland
Meavita Nederland
Kamerstuk, 2 maart 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DMC-CB-U-2915079
2 maart 2009
Geachte voorzitter,
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft mij
verzocht de Tweede Kamer uiterlijk 2 maart 2009 te informeren over de
laatste stand van zaken ten aanzien van Meavita. Met deze brief voldoe
ik aan dit verzoek.
In mijn vorige brief aan uw Kamer (van 17 februari jl.) alsmede in
mijn brief aan Meavita in reactie op een schrijven van Meavita van 22
februari jl., heb ik aangegeven dat - gelet op de ernst van de
problematiek bij Meavita - de nodige voorbereidingen zijn getroffen
voor het geval surseance of faillissement zou worden aangevraagd voor
onderdelen van Meavita. Mijn bemoeienis met deze zaak vloeit voort uit
mijn verantwoordelijkheid - zo heb ik eerder aangegeven - voor de
continuïteit van zorg. Vanuit het oogmerk de continuïteit van zorg,
huishoudelijke hulp, jeugdgezondheidszorg en algemeen maatschappelijk
werk zo goed mogelijk te waarborgen - en daarmee zo veel mogelijk
onrust en onzekerheid weg te nemen - heb ik samen met betrokken
partijen (de NZa, de VNG, de betrokken zorgkantoren en gemeenten) deze
noodzakelijke voorbereidingen getroffen.
De door de gezamenlijke partijen getroffen voorbereidingen bestaan
eruit dat, wanneer sprake is van faillissement en alle andere opties
voor het waarborgen van de continuïteit niet haalbaar zijn gebleken,
er nieuwe rechtspersonen gereed staan die na de faillissementsdatum de
zorg kunnen overnemen die tot nu toe verleend werd door die onderdelen
van Meavita waarvoor faillissement is aangevraagd. In geval van
faillissement zullen deze rechtspersonen aan de curator het aanbod
doen de activiteiten van de betrokken Meavita onderdelen over te
nemen. Het is aan de curator om te beslissen of hij op dit voorstel
van de nieuwe rechtspersonen in wil gaan. Het gaat hier dus
nadrukkelijk om een vangnet, niet om een vooropgezet doel.
Onderstaand geef ik een overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen
die plaats hebben gevonden nadat ik uw Kamer per brief van 17 februari
jl. informeerde.
WMO en Jeugdgezondheidszorg Den Haag
Voor de huishoudelijke hulp in het kader van de Wet Maatschappelijke
Ondersteuning (Wmo) in Den Haag is, op 20 februari jl. door Meavita,
een koper (Thuiszorg Service Nederland Holding B.V.) gevonden. De
bewindvoerders van de Meavita-onderdelen die in surseance verkeren,
dienen nog op korte termijn hun fiat te geven aan de overname door
Thuiszorg Service Nederland Holding B.V.. Op diezelfde dag heeft
Thuiszorg Service Nederland Holding B.V. de voorgenomen overname bij
de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) gemeld. Tevens heeft
Thuiszorg Service Nederland Holding B.V. een verzoek ingediend om
ontheffing te krijgen van het verbod om over te nemen voordat is
gemeld bij de NMa en 4 weken zijn verstreken.
Ik constateer dat de wethouder van de gemeente Den Haag zijn
verantwoordelijkheid genomen heeft, in het bijzonder door de regie in
handen te nemen in een proces, waarbij het zo goed mogelijk waarborgen
van de continuïteit van ondersteuning en werkgelegenheid centrale
uitgangspunten waren.
Meavita meldt in haar persbericht van 24 februari jl. dat het
onderdeel Meavita Opgroeiende Kinderen in Den Haag verzelfstandigd is.
Surseance verleend onderdelen Thuiszorg Groningen en Meavitagroep Den
Haag
Meavita Nederland heeft op 24 februari jl. surseance aangevraagd voor
bedrijfsonderdelen van Meavitagroep Den Haag en Stichting Thuiszorg
Groningen. Het gaat in Den Haag om verpleeg- en verzorgingshuizen en
de medisch geïndiceerde thuiszorg van de Meavitagroep. Voor de Haagse
Meavita-onderdelen die huishoudelijke hulp en jeugdgezondheidszorg
leveren, is - gegeven het bovenstaande - geen sprake van surseance van
betaling. Thuiszorg Groningen levert verschillende thuiszorg diensten,
variërende van huishoudelijke hulp tot verpleegkundige zorg.
De rechtbank heeft twee bewindvoerders aangesteld voor Meavitagroep
Den Haag en twee bewindvoerders voor de Stichting Thuiszorg Groningen.
De bewindvoerders en de Raad van Bestuur besturen in surseance samen
de onderdelen waarvoor surseance is aangevraagd. De bewindvoerders
hebben de rechtbank laten weten het tot hun taak te rekenen de
continuïteit van de door de betrokken Meavita-onderdelen verleende
zorg zoveel als mogelijk te waarborgen. De bewindvoerders hebben oog
voor communicatie richting medewerkers en cliënten. Partijen die
interesse hebben om betrokken onderdelen van Meavita over te nemen,
kunnen zich wenden tot de bewindvoerders. Een overname kan overigens
alleen geëffectueerd worden als is voldaan aan ondermeer de
randvoorwaarden dat (a) voor wat AWBZ-zorg betreft de overnemende
partij beschikt over een toelating op grond van de Wet Toelating
Zorginstellingen (WTZi) en (b) het zorgkantoor en/of gemeenten met
deze partij een overeenkomst aangaan.
Ingeval er geen partijen klaar staan om de activiteiten over te nemen,
staan er nieuwe rechtspersonen gereed die na de faillissementsdatum de
zorg kunnen overnemen die tot nu toe verleend werd door de betrokken
onderdelen van Meavita. In geval van faillissement zullen deze
rechtspersonen aan de curatoren het aanbod doen de activiteiten van de
betrokken Meavita onderdelen over te nemen. Aan de personeelsleden zal
dan door de bestuurder van de nieuwe rechtspersonen het aanbod worden
gedaan in dienst van de nieuwe rechtspersonen te treden. Daarbij
hoeven betrokken medewerkers niet op nieuw te solliciteren.
Naast de reguliere financiering die de onderdelen van Meavita die in
surseance zijn ontvangen (op basis van de geschatte gerealiseerde
productie) van de zorgkantoren is er door de zorgkantoren in een
noodfonds voorzien om de continuïteit van AWBZ-zorg zo goed mogelijk
te waarborgen. Voor kosten die acuut moeten worden voldaan om de
dagelijkse continuïteit van zorg te waarborgen zijn door de
zorgkantoren financiële middelen beschikbaar gesteld. Het gaat dan
bijvoorbeeld om de levering van voedingsmiddelen. Onder strikte
voorwaarden kan hier gebruik van worden gemaakt.
In een brief van 25 februari jl. uitte de Groeps Cliëntenraad
Meavitagroep haar zorgen over de situatie die mogelijk zou ontstaan
wanneer bepaalde leveranciers binnen enkele dagen zouden besluiten om
te stoppen met het leveren van goederen. In reactie op haar schrijven
is het bestaan en de werking van het noodfonds zowel mondeling als in
een brief van 26 februari jl. toegelicht aan de Groeps Cliëntenraad
Meavitagroep.
Situatie Sensire, Vitras/CMD en de Wielborgh
Meavita meldt in haar persbericht van 24 februari jl. dat de
werkmaatschappijen Sensire en Vitras/CMD, als ook de Wielborgh zijn
losgemaakt van Meavita Nederland. Een compleet beeld van de juridische
en financiële consequenties van deze ontvlechting is op dit moment nog
niet aanwezig. Ik heb mij de laatste weken over de situatie aldaar
laten informeren en ben voornemens de komende tijd met betrokken
zorgkantoren en gemeenten de situatie bij Sensire en Vitras/CMD meer
in detail te bekijken.
Personeel
Er is op 23 februari informeel overleg geweest tussen mijn ministerie
en een vertegenwoordiging van de bonden over de stand van zaken bij
Meavita. De vertegenwoordiging van de bonden gaf in desbetreffend
overleg aan afspraken te willen maken over het behoud van
werkgelegenheid en overgang van werknemers van Meavita naar de nieuwe
stichtingen met behoud van alle rechten. Bij dit overleg is aangegeven
dat mijn ministerie niet in de positie verkeert om dergelijke
afspraken te maken of een sociaal plan te ondertekenen. Immers, ik ben
geen direct onderhandelende partij die een contract kan ondertekenen.
Het is nu eerst aan de bewindvoerders de nodige stappen te zetten. Ik
benadruk nogmaals dat de maatregelen die zijn getroffen dienen als
vangnet, voor het geval de continuïteit van zorg niet op andere wijze
geregeld zal worden. In dat geval zullen de genoemde nieuwe
rechtspersonen aan de curator het aanbod doen de activiteiten van de
betrokken Meavita onderdelen over te nemen. Zoals reeds aangegeven zal
dan aan de personeelsleden door de bestuurder van de nieuwe
rechtspersonen het aanbod worden gedaan in dienst van de nieuwe
rechtspersonen te treden. Ik ga ervan uit dat de in de sector gangbare
arbeidsvoorwaarden, met inbegrip van de CAO-afspraken, gerespecteerd
worden.
Ik benadruk nogmaals dat ik thans geen contractuele toezeggingen kan
doen. Echter, gezien het feit dat de werknemers van Meavita het
sociaal kapitaal van de organisatie vertegenwoordigen en hun inzet
noodzakelijk is voor het waarborgen van de continuïteit van zorg heb
ik de bestuurder van de nieuwe stichtingen gevraagd om in zijn
eventuele aanbod richting de curatoren de positie van betrokken
werknemers zo goed mogelijk te waarborgen. De bestuurder van de nieuwe
stichtingen heeft mij ervan verzekerd dat hij, mocht het zover komen,
in overleg treedt met de zorgkantoren en de NZa om de mogelijkheden te
onderzoeken om de positie van het personeel zo goed mogelijk te
waarborgen. Voor wat betreft de Wmo in Groningen heb ik van betrokken
partijen signalen ontvangen dat - bij voortzetting van het huidige
contract - de vigerende tarieven dusdanig zijn dat er geen directe
aanleiding lijkt te zijn om tot sanering over te gaan.
Pas nadat de curatoren na de faillissementsdatum hebben besloten in te
stemmen met het aanbod van de rechtspersonen, is het mogelijk om
werknemers hierover definitief te informeren. Het is in dat geval aan
de curatoren en aan de bestuurder van de nieuwe rechtspersonen om de
werknemers te informeren.
Op 26 februari jl. heb ik een brief ontvangen van de
groepsondernemingsraden van Thuiszorg Groningen en Meavitagroep Den
Haag over de onzekerheid onder medewerkers ten aanzien van hun
toekomstige rechtspositie. Ik heb vertegenwoordigers van deze
ondernemingsraden alsmede de cliëntenraden uitgenodigd voor een
gesprek over de situatie bij Thuiszorg Groningen en Meavitagroep Den
Haag.
Tot slot
De ontstane situatie brengt onrust en onzekerheid met zich mee voor
cliënten en medewerkers. Ik heb dan ook grote bewondering voor de
medewerkers die ondanks deze onzekerheid de noodzakelijke zorg en
ondersteuning bieden aan cliënten. Tot nu toe hebben, naar mijn weten,
alle cliënten van de in surseance zijnde delen van Meavita de zorg en
huishoudelijke hulp ontvangen waar zij recht op hebben. Dat de
continuïteit van zorg en huishoudelijke hulp niet in gevaar is
gebracht is allereerst te danken aan de inspanningen van het personeel
maar ook aan de goede samenwerking tussen de NZa, de betrokken
zorgkantoren en gemeenten en de VNG.
Alle betrokken partijen (de NZa, de betrokken zorgkantoren en
gemeenten, de VNG en mijn ministerie) hebben een begeleidingsgroep
gevormd om de continuïteit van zorg gedurende surseance en
faillissement zo goed mogelijk te waarborgen. Deze begeleidingsgroep
heeft op dagelijkse basis contact met elkaar en met de bewindvoeders
in het kader van de continuïteit van zorg en de positie van het
personeel. Daarnaast onderhouden mijn ambtenaren en ik intensief
contact met de Centrale Cliënten- en Centrale Ondernemingsraad van
Meavita. Ik houd de situatie nauwlettend in de gaten en laat mij
zolang als nodig is dagelijks informeren over de stand van zaken.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
de staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
1 Kamerstukken 2008-2009, 26631, nr. 303
2 Kamerstukken 2008-2009, 26631, nr. 303
3 Stichting Meavita Thuiszorg, de Stichting Meavita Woonzorg, de
Stichting Meavita Flexwerk, de Stichting Meavita Dienstencentrum, de
Stichting Meavitagroep, Meavita Participaties BV en Meavita Support
Services BV.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport