4. Antwoorden op kamervragen van Leijten over Meavita
Antwoorden op kamervragen van Leijten over Meavita
Kamerstuk, 2 maart 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
MC-K-U-2915855
2 maart 2009
Geachte voorzitter,
Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op de vragen van het
Kamerlid Leijten (SP) over Meavita (ingezonden 25 februari 2009).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht van Meavita dat zij geen
schriftelijke bevestiging hebben ontvangen dat het personeel van de
onder surseance verkerende delen in Groningen en Den Haag wordt
overgenomen en hun rechten behouden? 1)
Vraag 2
Is het waar dat u geen afspraken heeft bedongen over het overnemen van
personeel, met behoud van opgebouwde rechten, vakantiedagen en
salaris?
Antwoord 1 en 2
Ik verwijs u voor de beantwoording van de vragen 1 en 2 naar mijn
brief aan de Tweede Kamer over Meavita van 2 maart 2009.
Vraag 3
Bent u van mening dat op deze wijze `de onzekerheid voor cliënten en
het personeel' 2) weggenomen is? Zo ja, bent u van mening dat een
ontslaggolf zekerheid biedt voor mensen die zorg krijgen? Zo nee,
waarom laat u de onzekerheid voortbestaan, terwijl u beloofde die weg
te nemen?
Antwoord 3
Ik heb steeds aangegeven dat de periode van surseance en
faillissement, als gevolg van grote financiële problemen bij Meavita,
helaas onvermijdelijke onzekerheden met zich mee brengt voor cliënten
en personeel. De betrokken gemeenten en zorgkantoren, de VNG, de NZa
en ik hebben, mede om deze reden, maatregelen voorbereid om de
continuïteit van zorg en huishoudelijke hulp zo goed mogelijk te
waarborgen. De maatregelen zijn ook voorbereid om zo veel mogelijk
onrust en onzekerheid weg te nemen.
Vraag 4
Hecht u belang aan zo min mogelijk schokken voor de mensen die zorg
krijgen? Zo ja, bent u bereid de garantie af te geven dat zij hun
vaste mensen zullen blijven zien? Zo nee, hoe verhoudt uw antwoord
zich tot de `continuïteit van zorg'?
Antwoord 4
De inzet van alle partijen (betrokken zorgkantoren, de NZa, de
betrokken gemeenten, de VNG en ikzelf) is er op gericht de
continuïteit van zorg en ondersteuning volledig te waarborgen. Zoals
ik d.d. 19 februari jl. in de beantwoording van uw schriftelijke
vragen aangaf, moeten mensen die afhankelijk zijn van zorg,
bijvoorbeeld in een intramurale setting, deze zorg hoe dan ook blijven
krijgen. Het kan niet zo zijn dat mensen door de problemen van Meavita
in levensbedreigende situaties terecht komen. Er valt niet uit te
sluiten dat sommige cliënten tijdelijk worden geconfronteerd met zorg
of ondersteuning op bijvoorbeeld een later tijdstip dan zij gewend
zijn of met zorgverlening of hulp in de huishouding door iemand anders
dan waarvan zij normaliter zorg of hulp ontvangen. Het is uiteraard in
de eerste plaats aan Meavita zelf om er zorg voor te dragen dat
eventuele knelpunten in de zorgverlening als gevolg van
overgangssituaties tot het minimum beperkt blijven. Ik verwijs u
tevens naar mijn brief aan de Tweede Kamer over Meavita van 2 maart
2009.
Vraag 5
Deelt u de mening dat de goede zorg die verleend is bij Meavita
voornamelijk komt door de inzet en kunde van het personeel? Zo ja,
waarom staan zij nu in de kou? Zo nee, kunt u dat uitleggen?
Antwoord 5
De inzet van de medewerkers is noodzakelijke om de continuïteit van
zorg, huishoudelijke hulp, jeugdgezondheidszorg en algemeen
maatschappelijk werk voor cliënten zo goed mogelijk te kunnen
waarborgen. Voor de antwoorden op de hiervoor gestelde vraag verwijs
ik u voorts naar mijn tevens vandaag verzonden brief aan de Tweede
Kamer over de stand van zaken rond Meavita.
Vraag 6
Is het waar dat u, bij monde van uw directeur-generaal, met advies van
de Landsadvocaat, vrijdag jl. een sociaal plan geweigerd heeft, ook al
drongen de vakbonden hierop aan? Zo nee, welke rol heeft u vervuld om
wel tot een sociaal plan te komen? Zo ja, kunt u de Kamer het advies
van de Landsadvocaat doen toekomen en wat betekent de weigering voor
het nieuws in Groningen dat aan een sociaal plan gewerkt wordt?
Antwoord 6
Ik verwijs u voor de beantwoording van vraag 6 naar mijn brief aan de
Tweede Kamer over Meavita van 2 maart 2009.
Vraag 7
Bent u van mening dat het bevorderlijk is om mensen voor de zorg te
behouden door hen eerst maanden in onzekerheid te laten werken en
vervolgens te vertellen dat ze vrij zijn om te solliciteren bij een
nieuwe werkgever, zonder garanties voor behoud van arbeidsvoorwaarden?
Zo ja, bent u bereid te volgen hoeveel mensen daadwerkelijk
overstappen? Zo nee, waarom heeft u geen voorzorgsmaatregelen genomen
om deze wijze van omgang met het personeel te voorkomen?
Antwoord 7
In geval er geen partijen klaar staan om de activiteiten van de
betrokken onderdelen van Meavita over te nemen, staan er nieuwe
rechtspersonen gereed die de zorg kunnen overnemen. In geval van
faillissement zullen deze rechtspersonen aan de curatoren het aanbod
doen de activiteiten van de betrokken Meavita onderdelen over te
nemen. Aan de personeelsleden zal dan door de bestuurder van de nieuwe
stichtingen het aanbod worden gedaan in dienst van de nieuwe
rechtspersonen te treden. Daarbij hoeven betrokken medewerkers niet op
nieuw te solliciteren.
Vanuit mijn verantwoordelijkheid voor de continuïteit van zorg zal ik
de gang van zaken nauwlettend blijven monitoren.
Vraag 8
Bent u bereid bij de zorgkantoren te infomeren of zij het personeel
van Meavita te duur vinden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u de
Kamer over de uitkomsten informeren?
Antwoord 8
Het is niet primair aan de zorgkantoren zich een oordeel te vellen
over de personeelskosten van Meavita.
Vraag 9
Hoeveel budget (AWBZ) was beschikbaar voor Meavita West en Noord voor
2009, en welk deel van dit budget gaat over naar de nieuwe
stichtingen? Hoe verhouden de budgetten zich tot de personeelskosten
van de oude werkorganisaties en de nieuwe stichtingen?
Antwoord 9
Voor Meavita in Den Haag zijn de productieafspraken 2009 EUR
88.885.656. Voor Thuiszorg Groningen zijn de productieafspraken 2009
EUR 55.923.753. Mij is niet bekend wat de personeelskosten zijn in
2009 van Meavita West en Thuiszorg Groningen.
Na de faillissementsdatum zullen de nieuwe rechtspersonen aan de
curatoren het aanbod doen om de activiteiten van de in faillissement
verkerende onderdelen van Meavita over te nemen. Pas als de curatoren
ingaan op dit aanbod dan zal ook duidelijk worden welk deel van het
budget mogelijk over gaat naar de nieuwe rechtspersonen.
Vraag 10
Wat vindt u van het feit dat er in 2006 en 2007 maar liefst twee en
een half miljoen euro aan bestuurdersvergoedingen (inclusief bonussen
en vertrekpremies) is besteed door Meavita?
Antwoord 10
Het door u genoemde bedrag betreft de bruto-inkomens van de
bestuurders plus hun werkgeverslasten aan sociale premies en pensioen
over twee jaren bij elkaar en de ontslagvergoeding. In de beoordeling
bij de analyses over de bestuurdersinkomens die de minister van VWS
jaarlijks naar de Tweede Kamer stuurt, worden de bestuurdersinkomens
vergeleken met de in die jaren gebruikelijke salarisadviesregeling van
de NVZD. Wanneer ik de bestuurdersinkomens van Meavita over 2006 en
2007 leg naast de inschaling op basis van die regeling, dan blijft men
voor deze bedragen formeel binnen de norm. Het zijn overigens de Raden
van Toezicht die de bestuurders aanstellen en de inhoud van hun
arbeidsovereenkomst bepalen. Desalniettemin staat het organisaties
vrij om, zeker in moeilijke tijden, tot lagere salariëring te komen en
rekening te houden met de verhouding van de salarissen van het hogere
management tot het salaris van de mensen die daadwerkelijk zorg
verlenen. Vorig jaar het ik gesproken met voorzitters van Raden van
Toezicht over de hoge salarissen voor bestuurders in de zorg,
waaronder met de Raad van Toezicht van Meavita Nederland
Vraag 11
Wilt u deze vragen - met zicht op een spoeddebat - uiterlijk maandag 2
maart, 12.00 uur beantwoorden?
Antwoord 11
Ja.
1) Persbericht Meavita, 24 februari 2009
2) Kamerstuk 26 631, nr. 303, blz. 5
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport