AOW-leeftijd omhoog
Amsterdam, 24 februari 2009
Wat zal er gebeuren met de AOW leeftijd? Op dit moment lijkt alles weer bespreekbaar. Tweederde van de bezoekers van ING.nl denkt dat de AOW-leeftijd in 2030 hoger komt te liggen dan nu.
Hogere AOW-leeftijd onontkoombaar?
Tweederde van de respondenten op ING.nl verwacht dat de AOW-leeftijd omhoog zal gaan. Dat blijkt uit de ING Vraag van vandaag. Van de 80.900 respondenten denkt 66% dat de AOW-leeftijd in 2030 op 66 jaar of ouder ligt. Ruim een vijfde (21%) schat in dat tegen die tijd alles nog bij het oude blijft. Een groep van 8% verwacht zelfs een verlaging van de AOW gerechtigde leeftijd. Toch is het overheersende gevoel dat we niet aan verhoging van de pensioenleeftijd zullen ontkomen.
Later stoppen met werken?
Lange tijd leek verhoging van de AOW-leeftijd niet bespreekbaar. Nu het economisch flink tegenzit, worden veel thema's wel weer bespreekbaar. Dat geldt ook voor de AOW-leeftijd. Op dit moment kunnen Nederlanders vanaf hun 65e levensjaar van hun ouderdomspensioen genieten. De gemiddelde uittreedleeftijd ligt rond de 62 jaar. Als de AOW-leeftijd omhoog gaat en werknemers willen nog steeds met hun 62e met pensioen dan zullen ze meer geld opzij moeten leggen tijdens hun werkzame leven. Ook kunnen ze ervoor kiezen om langer door te werken en zo het gewenste pensioeninkomen bij elkaar sparen. In recente studies gaat ook het Centraal Planbureau (CPB) er vanuit dat verhoging van de AOW-leeftijd de gemiddelde uittreedleeftijd iets zal verhogen.
Geld besparen op termijn
Een hogere AOW-leeftijd scheelt de overheid geld aan AOW uitkeringen. Daarnaast betalen werknemers die langer doorwerken, langer belasting. Dit alles levert de schatkist op de langere termijn extra geld op. Dat komt goed uit, zeker nu er in economisch mindere tijden tekorten ontstaan, die uiteindelijk wel weer moeten worden opgevangen. Vandaar dat dit onderwerp nu weer op de politieke agenda staat. Maar ook vorig jaar geloofde al tweederde van de respondenten dat verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd er uiteindelijk van zal komen.
© 2009 ING Economisch Bureau