Gemeente Brummen
Onderzoek over draagkracht van kanaalbruggen gereed
(Oorspronkelijke publicatie datum: 26-02-2009)
Het college van burgemeester en wethouders heeft de gemeenteraad het
rapport aangeboden waarin onderzoek is gedaan naar de vraag hoe het
mogelijk is dat de gemeten draagkracht van een drietal bruggen over
het Apeldoornskanaal afwijkt van de veronderstelde draagkracht. Het
onderzoek bevat een viertal aanbevelingen die gericht zijn op
eventuele vergelijkbare toekomstige situaties. Een van de
aanbevelingen is om bij overname van werken met een substantieel
bedrage een eigen extern deskundige het object te laten taxeren danwel
te beoordelen op de technische staat.
De gemeente Brummen heeft in 1998 een drietal bruggen over het
Apeldoornskanaal overgenomen van de toenmalige eigenaar,
Rijkswaterstaat. Het gaat hierbij om de Eerbeeksebrug, Hallsebrug en
Coldenhovensebrug. De overname vond plaats op basis van een
inspectieonderzoek verricht door Rijkswaterstaat. Budget voor
achterstallig en toekomstig onderhoud is door Rijkswaterstaat aan de
gemeente overgeheveld. Vanaf dat moment was de gemeente Brummen
verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van deze bruggen. In het
najaar van 2008 is op basis van een draagkrachtberekening
geconstateerd dat de bruggen minder draagkracht hebben dan waarvan is
uitgegaan. Nadat de resultaten van de draagkrachtberekening bekend
zijn geworden, heeft het gemeentebestuur besloten direct maatregelen
te nemen. Dit onder andere in de vorm van het plaatsen van twee
tijdelijke hulpbruggen bij de Hallsebrug en Eerbeeksebrug. Ook heeft
het college op 23 december 2008 opdracht gegeven voor een onderzoek
naar de geconstateerde onvoldoende draagkracht van de drie bruggen.
Dit onderzoek is uitgevoerd onder leiding van de gemeentelijke
concerncontroller.
Resultaten onderzoek
Het onderzoek geeft inzicht in de gang van zaken rond en na de
overdracht van de bruggen. Op basis van het technisch inspectierapport
van RWS uit 1997 kan worden opgemaakt dat de bruggen van voldoende
kwaliteit waren (behoudens het aangegeven achterstallig onderhoud).
Door niet zelfstandig onderzoek vanuit de ge-meente Brummen te laten
uitvoeren naar de technische staat is het na ruim tien jaar niet meer
goed te beoordelen of het technisch inspectierapport van RWS
kwalitatief voldoende is geweest. Daarnaast is het gepleegde onderhoud
door de gemeente Brummen in de afgelopen jaren beperkt geweest tot het
verrichten van het ach-terstallig onderhoud (vastgesteld in 1997) en
het verrichten van noodzakelijke reparatiewerkzaamheden als gevolg van
aanrijdingen. In 2007 is opdracht verstrekt aan het bureau DHV om een
beheerplan voor het onderhoud op te stellen. Uit de in het najaar van
2008 gehouden draagkrachtberekeningen is gebleken dat de draag-kracht
minder is dan verwacht. Het onderzoek heeft niet vast kunnen stellen
of uitsluiten dat er sprake is geweest van opzet of grove nalatigheid
van Rijkswaterstaat. De onderzoekers adviseren het gemeentebestuur
hier eventueel nader onderzoek naar te laten uitvoeren.
Beantwoording van de centrale vraag Waarom is nu voor het eerst
gebleken dat deze drie bruggen onvoldoen-de draagkracht hebben? is
niet terug te herleiden naar één oorzaak, maar is een complex van
factoren. Zo is bij het opstellen van het overnamecontract in 1998
door de gemeente geen eigen technisch onderzoek ingesteld om te
controleren of het inspectierapport (opgesteld door RWS) van voldoende
kwaliteit was. Ook beschikt de gemeente niet over specifieke
technische deskundigheid voor dergelijke specifieke bouwwerken. De
onderzoekers constateren eveneens dat de intensiteit van het zware
verkeer de afgelopen jaren is toegenomen waardoor de bruggen zwaarder
belast worden. Ook is er alleen direct noodzakelijk onderhoud
uitgevoerd, grotendeels als gevolg van aanrijdingen.
Aanbevelingen
In het rapport worden vier verbeterpunten gesignaleerd die de
procesgang rond dergelijke specifieke trajecten kan verbeteren. Zo is
het raadzaam om bij overname van werken met een substantieel bedrag
een eigen extern deskundige het object te laten taxeren dan wel te
beoordelen op de technische staat. Dit bevordert een objectieve
waardebepaling en kwaliteitsmeting waarmee risicos voor de gemeente op
onvoorziene omstandigheden zoveel mogelijk worden beperkt. Een tweede
aanbeveling is na te gaan of van alle grotere werken actuele
be-heersplannen aanwezig zijn en als dit niet het geval is deze alsnog
op te starten. Derde verbeterpunt is het inhuren van specifieke kennis
bij de uitvoer van onderhoud, danwel deze geheel uit te besteden als
de kennis niet in huis is. Hierbij kan onderzocht worden of hier
mogelijkheden zijn om dit samen met buurgemeenten op te pakken. Vierde
en laatste aanbeveling is het opstellen van een nieuw geactualiseerd
beheerplan voor de kanaalbruggen. Het huidige beheerplan is door de
draagkrachtberekening van DHV achterhaald.
Meer informatie
Het onderzoek is in zn geheel te lezen op de speciale projectpagina op
deze website.