UMC Utrecht
Hiv past zich aan
HIV heeft zich sinds het begin van de epidemie zodanig aangepast dat
het nu minder goed door de relatief beschermende HLA-eiwitten kan
worden gepresenteerd aan het immuunsysteem. Dat stelt Ingrid Schellens
in haar proefschrift.
HLA-eiwitten zijn gespecialiseerd in het presenteren van stukjes virus
aan CD8+ T-cellen. Er zijn veel verschillen HLA-eiwitten en we weten
dat mensen die bepaalde HLA-eiwitten hebben, bijvoorbeeld HLA-B27 of
HLA-B57, vaker dan gemiddeld een relatief langzaam ziektebeloop
hebben. Een hypothese is dat HLA-B27 en HLA-B57 geassocieerd zijn met
langzame ziekteprogressie omdat ze niet zo veel vóórkomen in de
menselijke populatie.
Omdat HIV zich aan kan passen aan de CD8+ T-cellen in een patiënt
(door het maken van escape mutaties) zou het kunnen zijn dat HIV beter
is aangepast aan de veel voorkomende HLA-eiwitten, dan aan
HLA-eiwitten die maar weinig voorkomen. Schellens vergeleek daarom
patiënten die in het begin van de HIV-epidemie (rond 1985) besmet zijn
geraakt met patiënten die recentelijk (in 2005 of 2006) besmet zijn
geraakt, om te kijken of escape mutaties ook op populatie niveau
aanwezig blijven. Het blijkt dat HIV zich niet zozeer heeft aangepast
aan de HLA-eiwitten die veel voorkomen in de populatie, maar juist aan
de (relatief zeldzame) HLA-eiwitten die een sterke selectiedruk geven.
Ingrid Schellens promoveert op 26 februari aan het UMC Utrecht.
donderdag 26 februari 2009