INLIA
Uitspraak Europees Hof over 'willekeurig geweld' als grond voor
verblijfsvergunning 25/02/2009
Het Europees Hof van Justitie in Luxemburg heeft op 17 februari 2009
uitgesproken dat vluchtelingen niet altijd hoeven te bewijzen dat ze
persoonlijk gevaar lopen in hun land van herkomst. Bij wijze van
uitzondering kan ook de mate van willekeurig geweld voldoende
zwaarwegend zijn om bescherming middels een (tijdelijke)
verblijfsvergunning te verkrijgen.
De aanleiding voor deze uitspraak van het Hof was het asielverzoek van
een Iraaks echtpaar, dat in Nederland was afgewezen. De Raad van State
had het Europees Hof om nadere uitleg gevraagd over de interpretatie
van de Europese asielrichtlijn van 29 april 2004, die in alle
lidstaten van de EU een minimumniveau aan bescherming waarborgt aan
personen die werkelijk bescherming behoeven. Volgens deze richtlijn
kunnen asielzoekers die geen vluchtelingenstatus krijgen (wegens
gegronde vrees voor vervolging, volgens de definitie van het
Vluchtelingenverdrag van Genève) toch in aanmerking komen voor zgn.
subsidiaire bescherming als ze bij terugkeer naar het land van
herkomst een reëel risico op ernstige schade zouden lopen. Het Hof
heeft nu aangegeven dat de in de richtlijn (art. 15 c) gedefinieerde
schade doelt op een bedreiging van het leven of de persoon, die
inherent is aan een algemene situatie van internationaal of
binnenlands gewapend conflict. Daarbij is het niet noodzakelijk dat de
aanvrager aantoont dat hij specifiek wordt bedreigd om redenen die te
maken hebben met zijn persoonlijke omstandigheden. Het geweld dat de
oorzaak is van de bedreiging is immers willekeurig.
Het Hof geeft wel ruimte voor nationale autoriteiten en rechters in de
lidstaten om zelf te beoordelen of de mate van willekeurig geweld
dermate hoog is dat er zwaarwegende gronden bestaan om aan te nemen
dat een burger die terugkeert naar het betrokken land of naar het
betrokken gebied, louter door zijn aanwezigheid aldaar een reëel
risico op ernstige en individuele bedreiging zou lopen.
Deze uitspraak past in het beleid van de Europese Unie die een meer
geharmoniseerd asielbeleid nastreeft (zie ook het bericht d.d. 19/2 op
deze site over het oprichten van een Europees agentschap voor
asielzaken). Staatssecretaris Albayrak zei in een spoeddebat over deze
uitspraak in de Kamer niet te verwachten dat hierdoor opeens veel meer
asielzoekers een verblijfsvergunning zullen krijgen. Over enkele weken
komt ze met een nadere interpretatie. Dit zou vooral van belang kunnen
zijn voor asielzoekers uit gebieden zoals Irak, Afghanistan en Congo
waar sprake is van gewapende conflicten en willekeurig geweld.