Brussel, 24 februari 2009
De Commissie maakt de structuurfondsen flexibeler als reactie op de
financiële crisis
Als reactie op de financiële en economische crisis heeft commissaris Danuta
Hübner voor regionaal beleid een aantal besluiten van de Europese Commissie
aangekondigd om de lidstaten de kans te geven de middelen uit de
structuurfondsen flexibeler aan te wenden. De termijn waarbinnen de
EU-landen hun toewijzingen uit de financieringsperiode 2000-2006 moeten
gebruiken, wordt verlengd zodat elke beschikbare euro zo efficiënt mogelijk
kan worden besteed.
Over de besluiten om de termijnen voor projecten en betalingen met zes
maanden en dus tot 30 juni 2009 te verlengen, zei commissaris Hübner:
"Wij doen al het mogelijke om ervoor te zorgen dat elke euro uit de
structuurfondsen efficiënt wordt besteed. Wij passen het cohesiebeleid
aan om de nieuwe economische situatie het hoofd te bieden en de
lidstaten in de gelegenheid te stellen om EU-investeringen optimaal op
crisisbestrijding te richten".
Uiterste termijn voor vier structuurfondsen verlengd
Op uitnodiging van de Commissie hebben de lidstaten gevraagd om een
verlenging van de subsidiabiliteitsperiode voor de financiering van
385 van de 555 cohesiebeleidsprogramma's uit de periode 2000-2006
waarvoor de middelen niet waren opgebruikt. Deze verlenging betreft de
vier structuurfondsen: het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling
(EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Oriëntatie- en
Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en het Financieringsinstrument
voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV).
Dankzij deze flexibiliteit zullen de lidstaten en de regio's meer
projecten kunnen uitvoeren en tot een goed einde brengen. De Commissie
dringt erop aan dat de lidstaten deze projecten toespitsen op
'renderende' sectoren en maatregelen, zoals investeringen in
energie-efficiëntie om groene banen te creëren en energie te besparen
en steun voor schone technologieën om sectoren als de bouw en de
automobielsector te stimuleren.
Vijf keer meer flexibiliteit
De Commissie heeft ook een maatregel goedgekeurd die de lidstaten en
de regio's de mogelijkheid biedt om bij de toewijzing van financiële
middelen voor verschillende prioriteiten meer flexibiliteit aan de dag
te leggen. Tot nu toe beschikten de beheersautoriteiten over 2%
flexibiliteitsmarge voor de eventuele overdracht van middelen tussen
de zogenoemde prioriteitsassen, waarin de strategische
uitgaventerreinen van elk operationeel cohesiebeleidsprogramma worden
gedefinieerd.
"De economische situatie is nu heel anders dan in 2000, toen de
prioriteiten werden overeengekomen. Rekening houdend met de
uitzonderlijke omstandigheden waarmee de lidstaten worden
geconfronteerd, heeft de Commissie besloten de flexibiliteit tussen de
prioriteiten vijf keer zo groot te maken, namelijk 10% in plaats van
2%. Daardoor zullen de lidstaten de resterende middelen daar kunnen
besteden waar zij het meest effect sorteren', merkte commissaris
Hübner op.
Ter informatie
De Commissie onderzoekt alle mogelijkheden om de EU-investeringen te
verhogen en te versnellen en om financiële overdrachten naar de
lidstaten, en bijgevolg naar de uiteindelijke begunstigden van de
structuurfondsen, te vergemakkelijken. In deze context zijn een aantal
wetgevingsvoorstellen en andere maatregelen betreffende de vorige en
de huidige (2007-2013) programmeringsperiode goedgekeurd of zal dat
binnenkort gebeuren (zie MEMO/08/740).
In totaal is in de financieringsperiode 2000-2006 257 miljard euro aan
de lidstaten toegewezen. Tot dusver is 225 miljard euro, m.a.w. 87,5%
van het totaal uitbetaald. De lidstaten kunnen nu tot en met 30 juni
2009 betalingen voor deze periode verrichten. De uiterste termijn voor
betalingen uit het Cohesiefonds voor de periode 2000-2006 is in de
meeste gevallen eind 2010.
http://ec.europa.eu/regional_policy/funds/recovery/
European Union