24-02-2009
Opening Darwinjaar
Op donderdag 12 februari verrichtte KNAW-president Robbert Dijkgraaf
de handeling waarmee het Darwin-jaar officieel werd geopend. Die dag
was het exact tweehonderd jaar geleden dat Charles Darwin werd
geboren. De openingshandeling symboliseerde het ontstaan van het leven
door de bliksem te laten inslaan in een pan met oersoep.
*
Opening Darwinjaar
12 februari 2009
Het is een groot genoegen om het Darwinjaar officieel te mogen openen, als wetenschapper en als
vertegenwoordiger van de KNAW. Ja, ik heb hem nog even opgezocht: de acceptatiebrief van ons
buitenlands lid Charles Darwin, benoemd, het moet gezegd worden, pas in 1872. Wij Nederlanders
gaan niet over één nacht ijs.
Vandaag, op Darwin-dag, vieren we zijn tweehonderdste verjaardag. Er is lang naar dit moment
toegeleefd, door vele partijen, over de hele wereld, maar in het bijzonder hier in Nederland. Dat mag
ook wel eens gezegd worden: Nederland is goed in wetenschap, maar langzamerhand zijn we er ook
heel goed in geworden om de wetenschap naar een breed publiek te brengen, met een veelheid aan
tentoonstellingen, lezingen, debatten, kranten en tijdschriften; radio en televisie.
Die anticipatie, dat toeleven naar het moment, reflecteert de spanning die Charles Darwin zelf voelde
toen hij, als jonge zoekende naturalist, op maandagavond 29 augustus 1831 een brief kreeg met het
onweerstaanbare aanbod kapitein Robert FitzRoy op de ontdekkingsreis van H.M.S. Beagle te
vergezellen.
Met dat aanbod begint een emotionele achtbaan. Eerst weigert zijn vader; zijn oom Jos helpt hem te
overtuigen zodat Darwin na een spannende week alsnog kan accepteren. FitzRoy schrijft terug dat hij
de baan inmiddels al aan een ander heeft toegezegd. Darwin is totaal gedesillusioneerd. Als hij
FitzRoy vervolgens in Londen ontmoet, blijkt de andere kandidaat het aanbod net vijf minuten eerder
verworpen te hebben. Of Darwin nog steeds geïnteresseerd is? Dan volgen er een aantal stormen en
politieke onrust. Aan boord van het schip de ontluisterende aanblik van het zeer kleine kwartier - de
"square inch" waar Darwin zou moeten verblijven (gelukkig vind hij bij zijn volgende bezoek de
naamplaatjes verwisseld en krijgt hij een iets ruimere slaapplaats in de achtersteven toebedeeld).
Dan weer relletjes, brandstichting in Londen; de koning stuurt het parlement naar huis; weer een
storm, nog een storm en nog een storm, kortom: uitstel na uitstel.
Tot, op een mooie decemberochtend, de Beagle dan eindelijk de zee in steekt. Als Darwin voor het
eerst op het dek staat en de kust van Engeland uit zicht ziet raken, komt er een onbeschrijfelijk
gevoel over hem. Een gevoel dat de gehele reis, gedurende vijf lange jaren, bij hem zal blijven. Een
gevoel dat nooit zal afzwakken; dat zich diep in alle uithoeken van zijn lichaam laat voelen en dat zijn
leven op reis volledig zal bepalen. Een niet te bevatten en overstelpend gevoel van... zeeziekte.
Dames en Heren, als stuurlui aan wal; met de vaste grond van het bewezen wetenschappelijke succes
onder onze voeten is dit natuurlijk hét moment om aardige, charmante, wetenswaardige feiten en
anekdoten over Darwin en zijn ideeën te etaleren. Dat zal ik niet doen. "Ik lees dat je nu ook al
verstand van de evolutietheorie hebt", schreef een van mijn collega's mij onlangs. Vele sprekers en
auteurs die wél verstand van zaken hebben gaan dat - het verhalen over Darwin - het hele jaar lang
overal in Nederland doen.
In mijn officiële functie van hoeder van de wetenschappelijke verjaardagskalender wil ik toch even
stilstaan bij de vraag: waarom vieren we deze wetenschappelijke verjaardagsfeesten? Waarom de
celebratie van de grote namen van de wetenschap; de enorme pieken van het bergmassief die van
verre al te zien zijn? Geven we zo niet te veel krediet aan enkelen; maken we van de wetenschap
geen karikatuur? Een Dead White Males variant van de wetenschapsgeschiedenis, zogezegd?
Mijn antwoord is 'nee!' en het Darwinjaar illustreert perfect waarom. Juist door het licht te laten
vallen op de unieke figuur van Darwin zien we ook veel beter wat er in zijn directe en indirecte
omgeving te vinden is; zijn tijd en zijn tijdgenoten; zijn voorgangers en erfgenamen; de avonturen en
het harde werk; de successen en de teleurstellingen; de grote vragen en verwarringen.
Darwin is in alle opzichten een geval apart. Een wetenschappelijke antiheld. Een man en een leven
vol enorme tegenstellingen die heel goed de spanwijdte, dilemma's en eigenaardigheden van de
wetenschap laten zien.
Enerzijds is hij de bedenker van wat wel beschreven is als 'het beste idee dat iemand ooit heeft
gehad', de grote lijnen van miljarden jaren evolutie. Anderzijds kon hij deze conclusies alleen trekken
door zich eerst te verliezen in de kleinste details; in het eindeloos bestuderen van wormen, schelpen,
duiven en zeepokken waarmee hij zijn huis volstouwde. Zoals zijn zoontje vroeg aan een vriendje:
"waar laat jouw vader zijn zeepokken?"
Aan de ene kant hebben we de grote reis; de canonieke zwerftocht van de Beagle; de enige echte
wetenschappelijke odyssee. Aan de andere kant vinden we de echte huismus, die zijn geesteskind
niet verder dan tot de voordeur uitgeleide deed.
Darwin was dapper, met zijn ideeën die tegen de gevestigde belangen in gingen, maar ook vaak een
angsthaas die geen confrontatie aandurfde op het persoonlijke en professionele vlak.
Een figuur als Darwin voert je al snel naar natuurkundige metaforen: katalysator, condensatiepunt,
kristalkern, brandpunt. Zoals een lens de stralen bijeen laat komen in één helder punt om dan
vervolgens weer uit te waaieren, zo bracht Darwin, als een lens van de tijdgeest, een schat aan
ideeën en feiten bijeen om deze in een kort schitterend moment te verbinden en vervolgens op een
niet eerder vertoonde wijze breed uit te stralen.
Het Darwinjaar is een prachtige gelegenheid om elkaar verhalen te vertellen, met elkaar in gesprek te
raken. Dit geheel in de geest van Darwin, die als geen ander de kracht van het goed gekozen woord
kende en gebruikte: als gereedschap, als wapen, als verbindingsmiddel. Denk alleen al aan zijn meer
dan 15.000 brieven. Darwin brengt een duizelingwekkende diversiteit aan verhalen, kenmerkend
voor de wetenschap. Ik kan minstens vijf dimensies onderscheiden.
Ten eerste het verhaal van de evolutionaire biologie zoals dat juist in de allerkleinste details zichtbaar
wordt. Wormpjes en schelpen; bacteriën en virussen. Van de vinkjes op de Galapagoseilanden tot de
fruitvliegjes in een modern laboratorium.
Ten tweede het verhaal van het idee van evolutie; van het concept dat zo ontzettend veel verder
reikt dan de oorspronkelijke vindplaats. Van de sociologie tot de informatica; van de taalkunde tot de
moraliteit; van de paleologie tot de literatuur; van de klassieke schrijvers en hun gedachten tot de
allernieuwste speculatieve ideeën. Evolutionair denken is een onmisbaar gereedschap voor de
moderne wetenschap en voor het moderne wereldbeeld.
Ten derde het verhaal van de toepassingen: van traditionele toepassingen zoals resistente bacteriën
en de strijd tegen het aidsvirus tot de slimme genetische softwarecodes.
Vervolgens het verhaal van de actualiteit en de toekomst. Het debat, levensbeschouwelijk en
praktisch. Hier past onze grote dank aan Andries Knevel, die met zijn openlijke bekering als geen
ander het Darwinjaar in de schijnwerpers heeft gezet.
Maar, last but not least, ook het verhaal van de mens Darwin en zijn tijd. Moge deze met de
bloedinfusie van het Darwinjaar weer geheel tot leven komen.
Al deze activiteiten tonen ook de belangrijke rol van Nederland, in het verleden en de toekomst.
Historisch zijn daar de belangrijke wetenschappelijke contacten met Hugo de Vries en F.C. Donders;
de vele briefwisselingen met Nederlandse collega's; de Leidse promotie van zijn vader. Het is mooi
om te zien hoeveel van die geschiedenis ook in Nederlandse collecties; bij musea en bibliotheken
aanwezig is, van de eerste druk van de Origin tot negentiende-eeuwse fossielen.
De vele activiteiten rond dit Darwinjaar zijn ideaal om nieuwe generaties wetenschappers of breder
geïnteresseerden te winnen. Is dit jaar niet een goed moment om Darwin voor eens en voor altijd in
onze canon op te nemen?
Dat al deze verhalen bijeenkomen rond één man en zijn ideeën laat zien hoe diep dooraderd de
wetenschap in het leven ligt. Hoe elegant en vanzelfsprekend alle wetenschapsvelden bijeen komen:
alfa, bèta en gamma. Het Darwinjaar en de persoon Darwin illustreren op unieke wijze enerzijds de
rijkdom van diversiteit en variatie in de wetenschap, anderzijds de eenheid en ondeelbaarheid van de
wetenschap.
De directeur van de EO mag er dan nooit over nadenken waarom de wereld is zoals die is, gelukkig
werd er tweehonderd jaar geleden een man geboren die dat wel deed, diep en origineel, met een
intensiteit en een eerlijkheid die door weinigen is geëvenaard en wiens nalatenschap ons iedere dag
gevoelens geeft van ontzag, rijkdom, fascinatie, verwondering, maar niet te vergeten - want dat mag
op zo'n feestelijke dag als vandaag ook wel eens gezegd worden - plezier!
Zo'n vier miljard jaar geleden is het eerste leven op aarde ontstaan. Niemand weet nog precies
wanneer, op welke dag - wij kunnen helaas niet de verjaardag van het leven; de verjaardag van de
eerste celdeling vieren, ook al moet dat moment wel bestaan hebben - we weten ook niet hoe het
leven is ontstaan, we weten niet waar, we weten niet hoe vaak en na hoeveel mislukte pogingen.
Maar één ding weten we wel: alle organismen op aarde, inclusief wijzelf, zijn in een ononderbroken
schakel van generaties met dat begin verbonden.
Er ligt inderdaad grandeur in deze kijk op het leven, maar ook in het feit dat deze keten een
uitzonderlijke man kon voortbrengen die als eerste het diepste wezen van deze schakels
doorgrondde; die zag hoe al deze levens in elkaar hebben gehaakt vanaf het eerste begin en zo de
cirkel als het ware wist te sluiten.
Het is dan ook gepast om met dit symbolisch gebaar; met deze vonk van inspiratie, het Darwinjaar
officieel voor geopend te verklaren.
Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen