4. Antwoorden op kamervragen van Agema over het bericht dat
kleinschalige thuiszorg positiever wordt ontvangen en veel minder
kost,
Antwoorden op kamervragen van Agema over het bericht dat kleinschalige
thuiszorg positiever wordt ontvangen en veel minder kost,
Kamerstuk, 23 februari 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
23 februari 2009
DLZ-K-U-2911827
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Agema M.
(PVV) over het bericht dat kleinschalige thuiszorg positiever wordt
ontvangen en veel minder kost. (Ingezonden 5 februari 2009).
Hoogachtend,
de staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Vraag 1
Bent u bekend met het item 1) over kleinschalige thuiszorg?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat wanneer kleinschalig georganiseerde thuiszorg
veel positiever wordt ontvangen, ladingen managers scheelt en ook nog
eens veel goedkoper is dat dit de standaard moet worden en dat we af
moeten van zorggiganten zoals Meavita die met vijf managementlagen
verantwoordelijk is voor de zorg van 100.000 hulpbehoevenden maar er
tegelijkertijd financieel en organisatorische een bende van maakt? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 2
Op basis van onderzoek concludeert het NIVEL inderdaad dat het
Buurtzorgconcept positief ontvangen wordt door direct betrokkenen 2).
Cliënten zijn veelal enthousiast over de zorg. Medewerkers waarderen
de zelfstandigheid die zij hebben. Huisartsen zien het als een
mogelijkheid om weer de zorg samen met de thuiszorgmedewerkers vorm te
geven. Een globale vergelijking met landelijke referentiegegevens 3)
wijst er op dat de kwaliteit van zorg van Buurtzorg, zoals ervaren
door cliënten, bovengemiddeld is. De onderzoeken van het NIVEL zijn
uitgevoerd op initiatief van de Stichting Buurtzorg Nederland en
gesubsidieerd in het kader van het Transitieprogramma in de
Langdurende Zorg (TPLZ) van de brancheorganisaties, ZN, LOC en VWS.
De bij Meavita ontstane buitengewoon ingewikkelde organisatiestructuur
en zeer complexe financiële huishouding hebben de bestuurbaarheid van
deze organisatie in ernstige mate nadelig beïnvloed. Dit is gelukkig
geen standaardsituatie.
De wijze waarop de zorgverlening wordt georganiseerd is een eigen
verantwoordelijkheid van de zorgaanbieders. Ik ben van mening dat het
Buurtzorgconcept de sector belangrijke leerpunten biedt. Het concept
gebaseerd op het werken met zelfsturende teams lijkt de zorgrelatie
goed te ondersteunen. In mijn brief "Zeker van Zorg, nu en straks" van
13 juni 2008 (Tweede Kamer, 2007-2008, 30597, nr. 15) heb ik het
belang onderstreept van de zorgrelatie die adequaat en in vertrouwen
vorm kan krijgen. Het gaat dan om aspecten als geborgenheid,
veiligheid, menselijke maat en respect.
Een ander leerpunt voor de sector vind ik de positieve resultaten die
door Buurtzorg worden behaald met een relatief klein aandeel indirecte
salariskosten (management en overhead). Het is mij bekend dat ook
andere thuisorganisaties onderzoeken hoe zij hun organisatiestructuur
in deze richting kunnen verbeteren. Een voorbeeld daarvan is de Carint
Reggeland Groep, die samen met de zorgaanbieder Lyonesse, in Hengelo
in woon- zorgcomplex "De Klokstee" werkt met zelforganiserende teams.
Het blindelings overnemen van het Buurtzorgconcept als algemene
standaard vind ik overigens niet raadzaam. De uitgangsposities
verschillen te zeer: Buurtzorg is gestart vanuit `het niets'. En het
concept is nog te veel in ontwikkeling. Het NIVEL noemt in dit verband
vragen als de borging van de kwaliteit van zorg op de langere termijn,
de organisatorische en personele randvoorwaarden en de
kosten-effectiviteit.
Buurtzorg wordt als experiment ondersteund in het bovengenoemde
Transitieprogramma Langdurige Zorg. In dit kader wordt aandacht
besteed aan de verdere ontwikkeling en de "landing" van het
Buurtzorgconcept.
1) NOS Journaal, Buurtzorg, 2 februari 2009
2) "Buurtzorg: nieuw en toch vertrouwd", een onderzoek naar de
ervaringen van cliënten, mantelzorgers, medewerkers en huisartsen,
NIVEL, Utrecht, 2008
3) "Ervaringen van Buurtzorgcliënten in landelijk perspectief",
Addendum bij het rapport "Buurtzorg: nieuw en toch vertrouwd", NIVEL,
Utrecht, 2009
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport