Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Van Gerven en Langkamp over
vaccinatie tegen polio, bof, mazelen en rodehond.
(2080910270)
1
Wat is uw reactie op het bericht dat de gepromoveerde arts P. uit Gouda stelt dat
de overheid ouders moet verplichten tot inenten tegen polio? (1)
1
Hoewel in het betreffende artikel in Spits "polio een tijdbom in ons land" wordt
genoemd is het risico op introductie van polio in Nederland beperkt.
De WHO streeft naar uitroeiing van de ziekte. Wereldwijd was er de afgelopen
decennia een forse afname van het aantal poliogevallen. In 2008 werden volgens
de WHO wereldwijd 1606 gevallen van polio gemeld, waarvan het merendeel in de
4 landen waar polio nog endemisch is (Nigeria, India, Pakistan en Afghanistan).
Weliswaar heeft er in 2008 export plaatsgevonden vanuit deze 4 landen naar
omringende landen (in totaal 130 gevallen naar 12 landen) maar men is er in
geslaagd verdere verspreiding te stoppen.
Vanwege de sociaal-geografische clustering van ongevaccineerden wordt
Nederland door de WHO als risicoland voor polio beschouwd. De kwalificatie van
het risico is echter verlaagd tot een gematigd risico, vanwege de geringe
internationale dreiging en vanwege de uitstekende surveillance en preparedness
activiteiten in Nederland die als voorbeeld voor andere landen worden
gepropageerd.
Ook het onderzoek van de genoemde arts naar de introductie van polio in de
Kaap-Verdiaanse gemeenschap in Rotterdam ten tijde van een polio-uitbraak in
Kaap Verdië in het jaar 2000 (2) illustreert dat het risico op introductie beperkt is.
Er vond destijds geen introductie in Nederland plaats.
Nederland heeft zonder verplichting tot vaccinatie in internationaal perspectief een
hoge vaccinatiegraad, waardoor bij introductie van poliovirus verspreiding in de
algemene bevolking effectief wordt tegengegaan. Het verplicht stellen van
vaccinatie zal dit percentage niet verhogen. Hierbij is meegewogen -gezien de
geschiedenis van vaccinatie in Nederland- dat een wettelijke verplichting tot
vaccinatie extra weerstand kan oproepen bij groepen die vaccinatie afwijzen en
daardoor contraproductief kan zijn. Overigens verwijs ik u naar mijn brief van 9
juli 20081.
2
Hoe oordeelt u over het feit dat steeds meer kinderen ziek worden of sterven,
door het niet inenten tegen bof, mazelen en rode hond?
2
Het is een misvatting dat er steeds meer kinderen ziek worden of sterven door het
niet inenten tegen bof, mazelen en rodehond (BMR) althans niet in de strikte zin
zoals hier wordt gezegd. De hogere aandacht die mazelen en rodehond hebben
gekregen in het kader van de eliminatie én een beter onderzoek naar het
voorkomen en de verspreiding ervan, wekken wellicht, ten onrechte, de indruk dat
steeds meer kinderen ziek worden of sterven.
Vergeleken met de periode voordat bof/mazelen/rodehond (BMR) vaccinatie werd
ingevoerd, is de ziektelast aan bof, mazelen en rodehond gering.
1 PG/ZP-2.854.243
Wel zijn er de afgelopen jaren epidemieën geweest van mazelen (1999/2000,
2008) rodehond (2004/2005) en bof (2007/2008) waarbij voornamelijk
ongevaccineerde bevindelijk gereformeerden (zie ook vraag 4) en antroposofen
(mazelen, 2008) werden getroffen.
Buiten deze epidemieën om worden er jaarlijks ongeveer 10 patiënten met
rodehond en 10 patiënten met mazelen gemeld. Voor bof zijn deze gegevens niet
beschikbaar omdat bof pas sinds 01-12-2008 weer meldingsplichtig is. Over de
jaren heen is er geen toename in het aantal kinderen dat ziek wordt of sterft door
deze ziekten. Echter, het blijft te betreuren dat kinderen door vermijdbare ziekte
en soms sterfte worden getroffen doordat een veilige en effectieve wijze van
preventie wordt afgewezen.
3
Hoeveel groter is de kans dat men ziek wordt wanneer men niet ingeënt is tegen
bof, mazelen en rode hond?
3
Het merendeel van de personen die ongevaccineerd zijn omdat ze geboren zijn
voordat de vaccinatie tegen bof, mazelen en rodehond werd ingevoerd, heeft deze
infecties in het verleden doorgemaakt. Zij hebben daardoor een bescherming
tegen deze ziekten die vergelijkbaar is aan de bescherming door vaccinatie.
Personen die niet gevaccineerd zijn tegen bof, mazelen of rodehond omdat zij net
te oud waren om te worden opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma maar
toch weer net te jong om voldoende in contact te hebben gestaan met de
circulerende virussen uit het verleden hebben een iets grotere kans om deze
ziekten op te lopen .
Personen die vaccinatie tegen BMR in het RVP wel aangeboden hebben gekregen,
maar niet hebben ontvangen, lopen eveneens een grotere kans op infectie dan
gevaccineerde personen.
Of iemand die niet gevaccineerd is, ziek wordt door bof, mazelen of rodehond, is
in de eerste plaats afhankelijk van het in aanraking komen met het betreffende
virus. Die kans is in Nederland zeer klein voor kinderen die wonen en leven onder
de algemene bevolking vanwege de grote mate van groepsbescherming binnen
Nederland. Personen die niet gevaccineerd zijn, lopen met name risico bij het
reizen naar landen waar deze infecties nog wel vóórkomen. De bevolkingsgroepen
die om principiële redenen vaccinatie afwijzen en nooit eerder bof, mazelen of
rode hond hebben gehad, hebben bij introductie binnen deze groep een groot
risico één van deze infecties op te lopen.
4
Hoe is die vaccinatiegraad van DKTP in de gebieden ("bible belt") waar groepen
gereformeerden en antroposofen hun kinderen niet willen inenten vanwege hun
(geloofs)overtuiging? Hoe is de vaccinatiegraad ten opzichte van andere gebieden
in Nederland?
4
Op onderstaande kaart2 is de vaccinatiegraad van het DKTP-vaccin weergegeven
per gemeente. Momenteel ligt in 128 gemeenten voor één of meer vaccins van het
RVP de vaccinatiegraad onder de norm van 90%. In 2006 waren dit nog 173
2 http://www.rivm.nl/vtv/object_map/o2355n21941.html.
Daar kan men interactief per gemeente de vaccinatiegraad inzien voor de
verschillende vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma.
gemeenten. In het merendeel van deze gemeenten is de vaccinatiegraad hoger
dan 85%. De gemiddelde vaccinatiegraad in Nederland onder zuigelingen is hoger
dan 95% (3).
Vanaf het verslagjaar 2006-2008 wordt gebruik gemaakt van nieuw
informatiesysteem waardoor nauwkeurige toetsing aan de regels van het
vaccinatieschema plaats vindt en wordt op individuele leeftijd gerapporteerd. Dit
verklaart de schijnbare daling van de vaccinatiegraad ten opzichte van eerdere
jaren, die ook zichtbaar is buiten de gebieden die traditioneel een lage
vaccinatiegraad hebben. Ik verwijs hierbij ook naar mijn brief van 9 juli 2008.
5
Wat gaat u ondernemen om de groep gereformeerden en antroposofen, die hun
kinderen niet willen inenten uit (geloofs)overtuiging, te beschermen tegen deze
ziekten?
5
Het RIVM voert rioolwateronderzoek op scholen en in dorpen met een lage
vaccinatiegraad uit om zo op indirecte wijze vroegtijdig circulatie van poliovirus te
detecteren (het merendeel van de infecties met poliovirus verloopt zonder
symptomen). De resultaten van deze surveillance worden regelmatig met de
scholen besproken en via de door de doelgroep gelezen pers gecommuniceerd.
Na de polio-epidemie van 1992-1993 is in samenwerking met de reformatorische
gemeenschap het Handboek Poliozorg opgesteld met aanwijzingen om op een
andere manier dan door vaccinatie introductie en verspreiding van polio tegen te
gaan. Dit Handboek Poliozorg wordt momenteel geactualiseerd. Tevens heeft het
RIVM-Centrum Infectieziektebestrijding recent het Draaiboek introductie polio
herzien, waarin richtlijnen zijn opgenomen voor de medische sector wat te doen
bij verdenking op of vaststelling van polio.(4)
Sinds 1 december 2008 zijn bovendien alle ziekten die in het
Rijksvaccinatieprogramma zijn opgenomen meldingsplichtig in het kader van de
Wet publieke gezondheid. Na melding van een ziektegeval kunnen GGD-en
maatregelen nemen om verdere verspreiding van de ziekte tegen te gaan, onder
meer door het gericht -opnieuw- aanbieden van vaccinatie.
6
Wat voor mogelijkheden hebben jeugdartsen momenteel om deze ouders te
ondersteunen bij deze beslissing?
6
Tijdens de opleiding van jeugdartsen wordt aandacht besteed aan communicatie
rond het RVP. Het RIVM ondersteunt jeugdartsen met communicatiemiddelen. Er
is een informatiemap over vaccins (VaccInformatiemap) ontwikkeld waarin alle
feiten rond vaccinaties vermeld staan en via de website www.rvp.nl is
achtergrondinformatie te verkrijgen. Daarnaast zijn informatiefolders voor de
ouders beschikbaar.
7
Bent u bereid een voorlichtingscampagne te starten, specifiek gericht op de groep
gereformeerden en antroposofen die hun kinderen uit (geloofs)overtuiging niet
willen inenten? Zo ja, hoe gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet?
7
Bij het RIVM is al veel voorlichtingsmateriaal beschikbaar over het
Rijksvaccinatieprogramma en de ziekten waartegen ingeënt wordt. Ik zal daarom
met het RIVM hierover in overleg treden. Zie overigens ook het antwoord op vraag
5.
8
Bent u bereid de niet gevaccineerde kinderen vanaf 12 jaar weer verplicht op te
roepen bij de jeugdartsen, zodat zij zelf de beslissing kunnen nemen om alsnog
gevaccineerd te worden? Zo nee, waarom niet?
8
Nee. Ik verwijs naar de laatste alinea van mijn antwoord op vraag 1 hierboven.
Overigens bleek in het verleden dat het oproepen van niet-gevaccineerde
jongeren niet effectief is om de vaccinatiegraad te verhogen (5).
Referenties:
1) www.spitsnieuws.nl 19 januari 2009, "Polio epidemie dreigt"
2) PLJM Mertens et al. Risk of introduction of poliovirus into a Dutch Cape
Verdian community during an outbreak of poliovirus in Cape Verde, 2000.
Tropical Medicine and International Health 2006;11:746-750.
3) van Lier et al., RIVM, Vaccinatiegraag Rijksvaccinatieprogramma
Nederland; verslagjaar 2006-2008,
www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/210021007.html
4) LCI Draaiboek Introductie polio, 2008.
http://www.rivm.nl/cib/infectieziekten-A-
Z/infectieziekten/Poliomyelitis_anterior_acuta/Polio_draaiboek.jsp
5) HA Aardoom et al. Is extra oproepen van 16-jarigen voor inenten zinvol?
Ervaringen met de reformatorische gezindte in Dordrecht.
Infectieziektenbulletin 2002,, jrg 13, nr 2.
http://www.rivm.nl/infectieziektenbulletin/bul1302/aardoom.html
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport