Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ontwerpbesluit tot verlenging van het Tijdelijk besluit innovatieve kinderopvang
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van xxx, nr.
xxx, directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan mede namens de Staatssecretaris van
Financiën;
Gelet op artikel 87, derde lid, van de Wet kinderopvang;
De Raad van State gehoord (advies van xxx, nr. xxx);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van
xxx, nr. xxx, directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens de
Staatssecretaris van Financiën;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Onder plaatsing van de aanduiding "1" voor de tekst van artikel 4 van het Tijdelijk besluit
innovatieve kinderopvang wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Dit besluit vervalt met ingang van 27 april 2011.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van 27 april 2009. Indien het Staatsblad waarin dit
besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 27 april 2009, treedt het in werking met ingang van
de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt het
terug tot en met 27 april 2009.
3
093
OCW 1
B1234.K-. 1
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad
zal worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap,
3
093
OCW 1
B1234.K-. 2
NOTA VAN TOELICHTING
Algemeen
Artikel 87 van de Wet kinderopvang biedt de wettelijke grondslag om bij algemene maatregel van
bestuur experimenten mogelijk te maken met betrekking tot innovatieve vormen van
kinderopvang. De aanleiding daarvoor was onder andere de motie van het Tweede Kamerlid
Blok (Kamerstukken II 2001/02, 28000 XVI, nr. 59), waarin de regering is verzocht om - met het
oog op het tekort aan kinderopvang - de maximale groepsgrootte voor kinderopvang aan huis op
te rekken van vier naar zes kinderen, onder behoud van voldoende waarborgen voor de kwaliteit.
Met het Tijdelijk Besluit innovatieve kinderopvang is uitvoering gegeven aan deze motie. De
nieuwe experimentele vorm van opvang die daarmee mogelijk werd, staat bekend als
"innovatieve gastouderopvang".
Het Tijdelijk besluit innovatieve kinderopvang heeft op grond van artikel 87, eerste lid, van de
Wet Kinderopvang een looptijd van maximaal vier jaar met mogelijk een verlenging van ten
hoogste twee jaar. Het besluit is in werking getreden op 27 april 2005 en op grond van genoemd
artikellid loopt het experiment derhalve in eerste instantie af op 27 april 2009.
In opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) is in de periode van
augustus tot en met oktober 2008, een evaluatie van het experiment innovatieve
gastouderopvang uitgevoerd, waarbij de effectiviteit en de doelmatigheid zijn onderzocht.
Specifiek is gekeken naar de kwantitatieve omvang en de eventuele verschillen in kwaliteit en
toezicht in vergelijking met de reguliere gastouderopvang. Het onderzoek is uitgevoerd onder
gastouderbureaus, GGD-inspecteurs, gastouders en vraagouders .
Uit dit onderzoek blijkt dat van de gastouderbureaus die aan de enquête hebben meegewerkt
(292), 51 procent (151) daarvan in 2008 innovatieve opvang aanbiedt. Ter vergelijking: in 2007
bleek uit een tussenevaluatie dat 397 gastouders (en 57 gastouderbureaus) in Nederland
innovatieve gastouderopvang aanboden . Van alle gastouders samen (werkzaam voor bureaus
met en zonder innovatieve opvang) biedt ruim 5 procent innovatieve opvang aan. De meeste
daarvan vangen maximaal 5 kinderen op. De vraagouders die gebruik maken van innovatieve
gastouderopvang zijn tevreden over de opvang en maken doorgaans gebruik van deze
opvangvorm voor één of twee kinderen.
Naast de wettelijke eisen stellen de meeste gastouderbureaus aanvullende eisen aan innovatieve
gastouderopvang. De aanvullende eisen betreffen vooral de kwaliteit van de gastouder (ervaring
en opleiding), de leeftijd van de kinderen (maximaal aantal jonge kinderen) en de opvangruimte.
Uit de (tussen)evaluatie van het Tijdelijk besluit innovatieve kinderopvang blijkt dat het
experiment doelmatig is aangezien het geleid heeft tot capaciteituitbreiding van de kinderopvang
in Nederland. Ook aan de gestelde randvoorwaarden is voldaan; afnemers (ouders) zijn tevreden
en gastouderbureaus nemen voldoende aanvullende maatregelen om de kwaliteit van
kinderopvang te waarborgen. De uitkomsten van de evaluatie geven daarmee voldoende reden
om het Tijdelijk Besluit innovatieve kinderopvang te verlengen.
Inmiddels zijn ten opzichte van de gastouderopvang nieuwe ontwikkelingen in gang gezet. Het
stelsel van gastouderopvang wordt ingrijpend herzien. De hoofdlijnen van deze stelselwijziging
worden vermeld in de brief aan de Tweede Kamer van 20 juni jl. (Kamerstukken II 2007/08,
3 31322, nr. 25). Ondermeer wordt bij die stelselwijziging de maximale groepsgrootte voor
093
OCW 1
B1234.K-. 3
gastouderopvang uitgebreid van vier naar zes kinderen. Daarnaast wordt het mogelijk om de
opvang op het woonadres van de gastouder in brede zin te laten plaatsvinden in plaats van
slechts in de woonsituatie van de gastouder. De inhoud van deze wijzigingen is gelijk aan de
inhoud van het onderhavige besluit. De inwerkingtreding van de stelselherziening is voorzien op
1 januari 2010. Het Tijdelijk besluit innovatieve kinderopvang/experiment innovatieve
gastouderopvang wordt in beginsel met maximaal twee jaar verlengd, doch kan vervallen op het
tijdstip waarop de bedoelde stelselherziening van kracht wordt.
Financiële gevolgen en administratieve lasten
De verlenging van het Tijdelijk besluit innovatieve kinderopvang betreft geen wijziging van
beleid. Om die reden heeft het voorstel ook geen financiële consequenties. Evenmin is sprake
van een wijziging in de administratieve lasten.
Artikelsgewijs
Artikel I.
In het Tijdelijk besluit innovatieve kinderopvang is destijds geen vervaldatum opgenomen. Op
grond van artikel 87, eerste lid, van de Wet Kinderopvang kan het experiment echter ten hoogste
vier jaar voortduren. Nu genoemd besluit in werking is getreden op 27 april 2005 loopt het
experiment op grond van de wet derhalve op 27 april 2009 ten einde. De tijdelijkheid van het
experiment blijkt dus niet uit het besluit zelf. Nu, op grond van artikel 87, derde lid, besloten is
tot een voortzetting van het experiment met twee jaar wordt de tijdelijkheid van het experiment
alsnog tot uitdrukking gebracht door aan artikel 4 van het besluit een tweede lid toe te voegen.
In dat lid wordt de nieuwe vervaldatum van het experiment, te weten 27 april 2011, opgenomen.
Artikel II
Zoals hierboven is aangegeven is het op grond van artikel 87 van de Wet Kinderopvang slechts
toegestaan een experiment voor een periode van ten hoogste vier jaar aan te wijzen. Hoewel de
tijdelijkheid van het experiment niet blijkt uit het Tijdelijk besluit innovatieve kinderopvang zelf
is voortzetting van het experiment met ingang van 27 april 2009, de datum waarop de periode
van vier jaar verstrijkt, noodzakelijk. Om die reden wordt aan de inwerkingtreding van het
onderhavige besluit terugwerkende kracht verleend indien het Staatsblad waarin het besluit
wordt geplaatst wordt uitgegegeven na 27 april 2009.
Staatssecretaris van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap,
Sharon A. M. Dijksma
3
093
OCW 1
B1234.K-. 4
3
093
OCW 1
B1234.K-. 5