Ministerie van Verkeer en Waterstaat


1 1 > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Plesmanweg 1 der Staten-Generaal Den Haag Binnenhof 4 Postbus 20901 2500 EX Den Haag 2513 AA DEN HAAG T 070 351 6171 F 070 351 7895 www.minvenw.nl

Contactpersoon
---

T -

Ons kenmerk SDG prod2009/161/75588

Datum 20 februari 2009 Uw kenmerk 2009Z01481/2080911250 Onderwerp Kamervragen
Bijlage(n)
---

Geachte voorzitter,

Hiermee beantwoord ik de vragen welke de leden Van Hijum en Koopmans hebben gesteld over de methode Social Return on Investment (SROI) bij aanbestedingen.


1. Bent u bekend met de methode Social Return on Investment (SROI) bij aanbestedingen, die met steun van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is ontwikkeld en wordt toegepast in onder meer de gemeenten Maastricht en Dordrecht?


1. Ja. Ik weet dat het Ministerie van Sociale Zaken in het verleden middelen heeft vrijgemaakt om bijvoorbeeld gemeenten te stimuleren de methode SROI te onderzoeken en toe te passen. Van de gemeente Maastricht weet ik dat deze sinds 2005 de methode van Social Return toepast. Hierbij wordt een werkgelegenheidsparagraaf opgenomen in de bestekken bij aanbestedingen. Het gaat hierbij om de zogenaamde 5% regeling. Bij aanbestedingen boven de 50.000,00 dient door de opdrachtnemer 5% van de aanneemsom omgezet te worden in werkgelegenheidsprojecten.


2. In hoeverre hebt u ervaring met het stellen van sociaal-maatschappelijke eisen in bestekken bij de aanbestedingen voor de aanleg, beheer en onderhoud van infrastructuur?


2. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft op dit moment geen ervaring met het stellen van specifieke sociaal-maatschappelijke eisen gericht op SROI. Rijkswaterstaat is wel betrokken bij een initiatief van de gemeente Maastricht. In het aanbestedingsproces van het project A2 Maastricht is een ambitiedocument opgesteld, dat deel uitmaakt van het aanbestedingsdossier, en informatie geeft over wat de publieke partijen beogen. In dit document is op initiatief van de gemeente Maastricht een alinea opgenomen over de ambities van de 5 % regeling. Een uitvoeringsverplichting van social return in de contractering van de consortia is vooralsnog niet aan de orde.

a
agina 1 van 2
---






3. Welke mogelijkheden ziet u om door middel van het stellen van eisen bij Datum aanbestedingen bij te dragen aan de participatiedoelstelling van het kabinet, in

het bijzonder het creëren van stage- en leerwerkplekken en arbeidsplaatsen voor Ons kenmerk langdurig werklozen, Wajongers en gedeeltelijk arbeidsgeschikten? SDG prod2009/161/75588

3. Rijkswaterstaat kiest bij zijn aanbestedingen voor het zo veel mogelijk functioneel aanbesteden van infrastructurele werken. Het doel daarvan is om het `wat' van een werk te definiëren en het aan de opdrachtnemer over te laten het `hoe' zo goed mogelijk in te vullen. In die aanpak past niet het opstellen van gedetailleerde besteksbepalingen voor bijvoorbeeld arbeidsparticipatie.


4. Bent u bereid bij toekomstige aanbestedingen via besteksbepalingen een vast percentage van de aanneemsom (bijvoorbeeld 5%) te reserveren voor werkplekken voor cliënten van het UWV en gemeenten?

4. Dat heeft, zeker in deze tijd, niet mijn voorkeur. De bouwbedrijven hebben het moeilijk om in de huidige economische recessie het eigen gekwalificeerde personeel aan het werk te houden. Zij hebben ruimte nodig om in hun bedrijfsvoering flexibel te reageren op de omstandigheden. Een besteksbepaling over de invulling van werkplekken perkt de interne flexibiliteit en de mogelijkheid van substitutie van medewerkers van de woningbouw en utiliteitsonderdelen van die bedrijven naar het GWW-gedeelte (grond, weg, waterbouw) in. Ook raakt het inzetten van een substantieel deel van de aanneemsom voor andere doelstellingen, niet direct gerelateerd aan de kwaliteit van het gebruik van de infrastructuur, aan de verantwoordelijkheidsverhouding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. De verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden die thans bij de uitvoering van het werk bij de opdrachtnemer liggen, zullen voor een deel worden teruggeschoven, naar de opdrachtgever, als die eisen stelt ten aanzien van wie het werk moet uitvoeren.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

ir. Camiel Eurlings

Pagina 2 van 2