FNV


20-2-2009

Verhoging AOW-leeftijd onnodig en ongewenst

Verhoging van de AOW-leeftijd is kiezersbedrog. Bovendien blijft de AOW toch wel betaalbaar, en is de uitkering bijzonder karig in vergelijking met de rest van Europa. Flexibilisering van de AOW-leeftijd en de geleidelijke toename van de arbeidsparticipatie van werknemers ouder dan 60 jaar volstaan voor een duurzaam en goed pensioen in Nederland.

Het kabinet zegt dat alle opties op tafel liggen om de economische crisis te bestrijden en het financieringstekort van de overheid te beperken. Eén van die opties zou zijn om de AOW-leeftijd geleidelijk te verhogen van 65 naar 67 jaar. De FNV vindt dat een onzinnig voorstel. Het kabinet kan zich tijdens de crisis beter bezighouden met banen in de industrie en de bouw en met de koopkracht van ouderen, zei FNV-voorzitter Jongerius begin februari.

Alle dertien goed Omdat het plan nog altijd niet taboe is verklaard door de regeringspartijen, noemt de FNV dertien goede redenen om niet te tornen aan de AOW-leeftijd van 65 jaar:


1. Verhoging van de AOW-leeftijd is kiezersbedrog. Alle politieke partijen minus D66 (dat slechts 3 zetels behaalde) spraken zich in hun verkiezingsprogramma uit tegen verhoging van de AOW-leeftijd.
2. De AOW blijft betaalbaar. In de lange termijnrekensommen worden de kosten overschat. De inkomsten nemen toe door de besluitvorming over de fiscalisering van de AOW.
3. Nederland heeft in vergelijking met het buitenland een bijzonder karig `eerste pijlerpensioen'. In de rest van Europa is bijna overal de wettelijke uitkering gebaseerd op het verdiende inkomen. Voor werkenden betekent dit een uitkering die doorgaans (veel) hoger ligt dan 50% van het minimumloon (de AOW voor alleenstaanden).
4. Bovendien loopt de AOW-uitkering achter bij de ontwikkeling van de verdiende lonen. Er vindt kortom al een sluipende uitholling plaats. Dat is in het buitenland niet of veel minder het geval.
5. Verhoging van de AOW-leeftijd is eigenlijk hetzelfde als het verlagen van de AOW-uitkering met 5 á 7% respectievelijk 10 á 14% (de marge hangt samen met het rente-effect). Zo'n verlaging treft de laagste inkomens het sterkste.
6. De verhoging van de AOW-leeftijd gaat (in de plannen die circuleren) vooral ten koste van de jongere generaties. Zij worden echter ook het sterkste getroffen door de sluipende uitholling van de AOW. Jongeren zijn op die manier dubbel de klos.
7. Als dit op de jongeren wordt afgewenteld is de kans groot dat daarna de oudere generaties ook moeten gaan inleveren. Het politieke draagvlak om iets extra's voor gepensioneerden te doen (bijv. i.v.m. de kredietcrisis) zal hierdoor alleen maar afbrokkelen.
8. Jongere generaties dragen ook al de last van de fiscalisering van de AOW, die per 2011 start. Ook hier wordt het gevaar groter dat deze breder ook wordt geïntroduceerd.
9. De arbeidsparticipatie van oudere werknemers loopt ook, los van verslechtering van de AOW, al fors op. Dit proces zal de komende jaren doorzetten. Flexibilisering van de AOW-leeftijd in combinatie met een verbeterde arbeidsrechtelijke bescherming van werknemers ouder dan 65 jaar volstaat.
10. Verhoging van de AOW-leeftijd levert in het geheel geen bijdrage aan de dekkingsgraadproblematiek in pensioenfondsen. Eerder wordt deze er door verergerd.
11. Verhoging van de AOW is slecht voor het vertrouwen in de economie. Het zwengelt helemaal op het verkeerde moment de besparingen aan.
12. Het privé opbouwen van pensioen in de derde pijler is veel duurder dan een gezamenlijke opbouw via de AOW.
13. Kortom, de AOW is een hoeksteen in ons stelsel die uitgebalanceerd is vormgegeven. Die eigenlijk steeds heel erg toekomstbestendig ingericht geweest is. En die daarom nu niet (extra) neerwaarts hoeft te worden aangepast. Flexibilisering van de AOW-leeftijd en de geleidelijke doorgroei van de arbeidsparticipatie van werknemers ouder dan 60 jaar volstaat voor een duurzaam en goed pensioen in Nederland!!

FNV is tegen verhoging AOW-leeftijd (9 feb. 2009)