4. Antwoorden op kamervragen van Van Miltenburg over vertrouwelijk
rapport van het Fiod/ECD over het toezicht op het persoonsgebonden
budget (pgb)
Antwoorden op kamervragen van Van Miltenburg over vertrouwelijk rapport van
het Fiod/ECD over het toezicht op het persoonsgebonden budget (pgb)
Kamerstuk, 20 februari 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
20 februari 2009
DLZ-K-U-2910400
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u, mede namens de staatssecretaris van Financiën, de
antwoorden op de vragen van het Kamerlid Van Miltenburg (VVD) over
vertrouwelijk rapport van het Fiod/ECD over het toezicht op het
persoonsgebonden budget (pgb).
Hoogachtend,
de staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Vraag 1
Kent u het bericht "Toezicht op persoonsgebonden budget schiet
tekort"? 1)
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kent u het in dit bericht genoemde vertrouwelijke rapport van de
Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst over de fraudegevoeligheid
van het PGB?
Antwoord 2
Ja, ik was op de hoogte van het onderzoek. Het rapport is in overleg
met mijn ambtenaren opgesteld.
Vraag 3
Zo ja, kunt u aangeven waarom dit rapport vertrouwelijk is?
Antwoord 3
Het rapport betreft een verkennend onderzoek dat in opdracht van het
Openbaar Ministerie Zwolle-Lelystad is uitgevoerd door de
Bovenregionale Recherche Noord en Oost Nederland (BRNON) en de FIOD /
ECD. Het doel was om door middel van bureauonderzoek, interviews en
dossieranalyse inzicht te verkrijgen in de aard en omvang van fraude
met persoonsgebonden budgetten. Het rapport is niet vertrouwelijk.
Naar aanleiding van een verzoek van NOVA is het openbaar gemaakt.
Vraag 4
Bent u van plan maatregelen te nemen zodat dit rapport openbaar
gemaakt wordt en het, voorzien van reactie, toe te sturen aan de
Kamer? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Het Openbaar Ministerie Zwolle-Lelystad heeft het rapport inmiddels op
zijn internetsite gezet, vergezeld van een persbericht. Het is tevens
in het kader van een WOB-verzoek aangeboden aan NOVA. Als bijlage bij
het antwoord op deze vragen treft u een exemplaar van het rapport aan
evenals een kopie van het persbericht dat door het OM is uitgebracht.
Vraag 5
Wat gaat er gebeuren met de uitkomsten van dit onderzoek?
Antwoord 5
Zoals ik u in mijn brief van 7 januari jl. heb laten weten (TK
2008-2009, 30597, nr. 46), heb ik diverse maatregelen genomen om in
het pgb oneigenlijk gebruik, misbruik dan wel fraude zoveel mogelijk
te voorkomen. Daarnaast heb ik in deze brief aangegeven wat mijn
plannen zijn om het pgb verder toekomstbestendig en solide te maken.
Een van de activiteiten die u van mij op korte termijn kunt verwachten
is een reactie op het onderzoek naar de kwaliteit van
pgb-bemiddelingsbureaus dat in opdracht van het CVZ plaatsvindt en
eind februari zal zijn afgerond. In deze reactie zal ik tevens ingaan
op mijn bevindingen inzake het rapport van het OM.
1) Het FD, 26 januari 2009
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport