Reactie op Advies 2008 van de Auditcommissie gaswinning onder de Waddenzee
18 februari 2009 - kamerstuk
Directie Regionale Zaken
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
DRZN. 2009/4588
18 februari 2009
onderwerp bijlagen
Reactie op Advies 2008 van de 1
Auditcommissie gaswinning onder de
Waddenzee
Geachte Voorzitter,
In vervolg op de kabinetsbrief van 28 juni 20041, in reactie op het advies ("Ruimte voor de
Wadden") van de Adviesgroep Waddenzeebeleid, is in het Rijksprojectbesluit2 bepaald dat
een onafhankelijke commissie, de Auditcommissie gaswinning onder de Waddenzee
(hierna: Auditcommissie) jaarlijks een audit uitvoert naar aanleiding van de monitorings-
resultaten van de gaswinning onder de Waddenzee. Tevens is de Auditcommissie
gevraagd het bevoegd gezag te adviseren over het formuleren van monitoringseisen.
Op 21 december 2007 heeft deze onafhankelijke commissie een eerste advies3 uitgebracht
over de opzet van de monitoring en de nulmeting.
In onderhavige brief treft u onze reactie aan op het door de Auditcommissie uitgebrachte
advies "Monitoring van aardgaswinning onder de Waddenzee vanaf de locaties
Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen"4 (hierna: Advies 2008), dat u als bijlage bij deze
brief aantreft.
Uit de Rapportage van de NAM over het jaar 2007 blijkt dat de productie van gas minder
was dan toegestaan en dat de belasting binnen de vergunde gebruiksruimte blijft.
De Auditcommissie leidt uit deze Rapportage af dat aannemelijk kan worden geacht dat
ook bij productie volgens het vigerende Winningsplan de bodemdalingssnelheid niet leidt
tot overschrijding van de gebruiksruimte.
1 Tweede Kamer, vergaderjaar 2003-2004, 29 684, nr. 1, pagina 9.
2 Rijksprojectbesluit Gaswinning onder de Waddenzee vanaf de locaties Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen.
Ministerie van Economische Zaken, publicatienummer 06ET15, 's-Gravenhage, april 2006.
3 Monitoring van de aardgaswinning onder de Waddenzee vanaf de locaties Moddergat, Lauwersoog en
Vierhuizen d.d. 21 december 2007 (rapportnummer 1900-368).
4 Monitoring van aardgaswinning onder de Waddenzee vanaf de locaties Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen;
Advies 2008 van de Auditcommissie, 18 november 2008 / rapportnummer 2102-152.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
18 februari 2009 DRZN. 2009/4588 2
Zoals door ons onder andere in de brief van 11 maart 20085 (als reactie op het advies van
Auditcommissie in 2007) aan u is gemeld, zullen de door de NAM overgenomen adviezen
van de Auditcommissie worden verwerkt in de Rapportage 2009 (over het jaar 2008) van
de NAM. Het betreft de volgende adviezen, waarvan de Auditcommissie heeft aangegeven
de verslaglegging ervan bij de volgende Rapportage te zullen beoordelen:
· Negen aanbevelingen om de metingen en de analyse van de gegevens over de
morfologie te verbeteren;
· Opname van de oppervlaktewaterkwaliteit, waterstanden en lozingsvolumes van
het Lauwersmeer;
· De hydrologische monitoring van het agrarisch gebied en de opzet van de
monitoring ervan, alsmede de nulmeting;
· Het aangeven met welke analysemethoden de vergelijking tussen beïnvloedings-
gebied en referentie wordt gemaakt en welke methode wordt gebruikt om de
trendanalyses uit te voeren, de steekproefgrootte en de statistische onder-
bouwing;
· Een nieuwe beschrijving van de nulsituatie voor het juiste referentiegebied West-
Groningen en een evaluatie van de vergelijkbaarheid van het referentiegebied
West-Groningen met het gebied Peazemerlannen;
· Een voldoende evenwichtige verdeling van de meetpunten over de verschillende
bodemdalingzones en biotopen in het Lauwersmeer;
· Het monitoren - voor zover relevant - van het peilverloop en de beheersmaat-
regelen van het Lauwersmeer;
· Het uitwerken van een meetopzet voor bodemdieren;
· De evaluatie van de monitoringsopzet en mogelijke alternatieven voor de wijze
van monitoring van vogels;
· Een beschrijving hoe de interpretatie van de gegevens plaats zal vinden indien er
trendmatige veranderingen zullen optreden in de broedvogelbevolking van het
Lauwersmeer in relatie tot de gaswinning.
In het Advies 2008 (over het meten en de monitoring in 2007) zijn, samengevat, de
volgende adviezen gegeven:
1. Jaarlijks aan de hand van de verrichte waarnemingen een integrale analyse en
beoordeling uit te voeren en te onderbouwen of het monitoringsprogramma op
basis daarvan aangepast dient te worden om (op termijn) conclusies te kunnen
trekken;
2. De argumentatie in het monitoringsprogramma op te nemen op grond waarvan
de Duinen Ameland, Duinen Schiermonnikoog en de Noordzeekustzone geen
onderdeel uitmaken van de monitoring;
3. Te onderbouwen dat de gebruikte technieken en analyses voldoende frequent en
betrouwbaar zijn om de arealen en hoogteverdeling van de droogvallende platen
voldoende te kunnen monitoren;
5 Tweede Kamer, vergaderjaar 2007-2008, 29684, nr. 67.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
18 februari 2009 DRZN. 2009/4588 3
4. In het monitoringsprogramma de argumentatie op te nemen waarom de
veranderingen in de waterdiepte ter plaatse van de fonteinkruidvelden niet
worden opgenomen in de monitoring;
5. In het monitoringsprogramma de argumentatie op te nemen waarom naar
verwachting geen effect van bodemdaling op zeezoogdieren detecteerbaar zal
zijn;
6. De monitoring van de signaleringsparameters dusdanig te kiezen dat - bij even-
tuele veranderingen - het inzichtelijk wordt of trendbreuken het gevolg zijn van
de gaswinning of dat er alternatieve plausibele verklaringen te geven zijn.
Met het opvolgen van bovenstaande adviezen lijkt het ons goed mogelijk het monitorings-
programma verder te vervolmaken. Ten aanzien van het laatste advies (6) willen wij het
volgende opmerken.
De Auditcommissie is van mening dat juist in dit stadium parameters onderkend, onder-
zocht en gevolgd moeten worden die niet meer zijn te onderzoeken, mochten er over
enige jaren trendbreuken achteraf worden vastgesteld.
Wij zijn met de Auditcommissie van mening dat het van belang is dat in dit stadium de
juiste grootheden worden onderzocht. Het is daarbij echter niet mogelijk om de monito-
ring zo in te richten dat in alle gevallen waarbij er ecologische effecten worden gesigna-
leerd, een causaal verband met de gaswinning kan worden aangetoond. Bij de gekozen
systematiek van "het hand aan de kraan-principe" zorgt het Meet- en regelprotocol ervoor
dat de voorgeschreven gebruiksruimte niet wordt overschreden. Gelet op de zorgvuldige
voorbereiding van de vergunningen en gelet op de langjarige ervaring met monitoring
van de gaswinning op Ameland-Oost, zijn wij dan ook van oordeel dat het verzamelen van
informatie niet noodzakelijk is op een schaal waarop en in een detail waarin invloed van
de gaswinning redelijkerwijs niet meetbaar is. Voldoende is dat in voorkomende gevallen,
waarin de gebruiksruimte niet overschreden is, op wetenschappelijke gronden de ver-
wachting bestaat dat de opgetreden ecologische effecten niet worden veroorzaakt door
bodemdaling als gevolg van gaswinning. Van deze situatie is momenteel sprake.
Wij achten het evenwel noodzakelijk dat de bandbreedtes waarbinnen de natuurlijke
fluctuaties van de variabelen en parameters kunnen variëren, volledig - volgens de best
beschikbare informatie - door de NAM in het monitoringsprogramma worden
weergegeven.
Wij achten het Advies 2008 waardevol om te komen tot een vervolmaking van de moni-
toring gaswinning onder de Waddenzee en wij nemen de daarin gegeven adviezen over.
Er zal door ons op worden toegezien dat aan deze adviezen door de NAM invulling wordt
gegeven.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
18 februari 2009 DRZN. 2009/4588 4
Gelet op bovenstaande overwegingen zien wij op dit moment geen aanleiding het proces
van gaswinning bij te sturen. De gaswinning onder de Waddenzee vanaf de locaties
Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen kan derhalve worden voortgezet.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN,
M.J.A. van der Hoeven
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit